.jpg)
Als Lamborghini coureur Jeroen Mul niet aan het racen is, rijdt hij mensen rond in een Lamborghini Urus tijdens de Monaco Yacht Show. Zijn leven draait om auto’s, auto’s en nog eens auto’s. Of, zoals hij het zelf omschrijft: “Voor mij is mijn auto onderdeel van mijn huis.”
‘Als ik met een V12 door een tunnel rijd en dat geluid hoor, dan krijg ik overal kippenvel’
Waar zijn passie voor auto’s vandaan komt, dat weet hij niet precies. Hij komt niet uit een autosportfamilie en zijn vader vond auto’s wel leuk, maar niet bovengemiddeld. Maar toch zat het er bij Jeroen Mul, GT3 Junior Driver bij Lamborghini Squadra Corse, al van jongs af aan in. Als kind vielen auto’s hem op, hij verzamelde modelautootjes en hij hield van snelheid. Zodra hij leerde fietsen, ging hij hard, zonder dat hij nou precies wist hoe hij moest remmen. “Ik ben dan ook meerdere malen door een buurtbewoonster thuisgebracht als ik weer eens tegen een boom mijn stop had gevonden.”
Van snel op de fiets naar snel in een auto?
“Ja, maar dat ging niet gelijk hoor. Toen ik tien was kregen mijn broer en ik samen met een vriendje en zijn broer een kart van onze vaders, en dat vond ik heel erg leuk. Alleen was ik de enige, dus na een paar keer stond die kart stof te happen. Maar toen ik twee jaar later van een kinderfeestje thuiskwam en vol enthousiasme vertelde dat we hadden gekart, heeft mijn vader er werk van gemaakt. Mijn ouders hadden me nog nooit zo enthousiast over iets gezien.”
En dan staat tien jaar later opeens de hele familie in het teken van auto’s?
“Nou, ons gezin draait om alle gezinsleden, de carrière van mijn broer bij de politie is net zo belangrijk als mijn carrière. Maar goed, mijn kleine broertje is door mij wel aangestoken met het autovirus, hij staat momenteel eerste in het Duits kampioenschap driften. Dat is een jurysport waarbij je al driftend een circuit moet rijden, heel erg gaaf, een soort van kunstschaatsen met auto’s.”
Hoeveel tijd per week spendeer jij in je auto?
“In de raceauto relatief weinig. Een coureur heeft niet de luxe van een voetballer, die een bal kan pakken, en eigenlijk overal en altijd kan trainen. Het kost heel veel tijd en geld om daadwerkelijk mijn rondjes te rijden. Als ik in een seizoen tien keer een testdag heb, dan is dat veel. Tel daar tien race evenementen bij op, en dan heb je het jaarlijkse totaal. Maar ik train wel veel in de sportschool om er fysiek klaar voor te zijn en zit veel in de simulator. En ik werk naast het racen als vertegenwoordiger van Lamborghini en daarvoor rijd ik wel heel veel. Op dit moment ben ik in Monaco voor de Monaco Yacht Show en rijd ik mensen rond in een Lamborghini Urus. Niet verkeerd.”
Wat is jouw meest gelukzalige moment in een auto?
“In 2017 mocht ik mee rijden in The Run To Monac’, een Supercar Tour van Bordeaux naar Monaco. Een paar dagen met 35 sportwagens en supercars over kleine binnenweggetjes in een Lamborghini Hurucán Spyder met alleen maar gelijkgestemden. En dan eindigen op een superjacht in Monaco tijdens het F1-raceweekend. Beter wordt het niet, ik vergeet dat nooit meer.”
En je meest vervelende ervaring?
“Dat was ook in 2017. Ik mocht meedoen aan de 24-uurs race van Daytona, en daar keek ik enorm naar uit. Een megakans voor mij. Je rijdt zo’n race met zijn vieren, en om de zoveel ronden wissel je af. Ik mocht de start doen, en in de tweede ronde schiet ik, geheel door een eigen fout, van de baan, zo de banden in. Einde wedstrijd. Fouten zijn menselijk en als je zo op de limiet moet rijden en presteren kan zoiets gebeuren, maar deze crash was wel het allergrootste faalmoment van mijn carrière. Of eigenlijk: van mijn leven. Een blijvende schram op mijn blazoen als coureur.”
Even naar de technische kant. Je moet kiezen: elektrisch of lekker benzine slurpen?
“Vanuit mijn hart zeg ik: benzine. De grap is dat ik sinds een jaar een elektrische scooter heb en dat is voor de stad ideaal. Het stinkt niet, ik hoef niet te tanken, perfect. En hoewel ik heus ook wel de voordelen zie van elektrisch autorijden, ben ik dusdanig autogek dat ik het geluid van een benzinemotor niet wil missen. Als ik met een V12 door een tunnel rijd en dat geluid hoor, dan krijg ik overal kippenvel.”
Maar de voordelen dan?
“Ja, natuurlijk, het is veel duurzamer, en daar moeten we ook naartoe. En ik geloof ook wel dat we voor normaal gebruik naar volledig elektrisch gaan. Sterker nog, de auto-industrie stuurt daar op aan: in 2030 willen ze een volledig elektrisch wagenpark. Of we dat gaan halen, is nog maar de vraag, maar de intentie is er. En ik zie het op termijn ook wel gebeuren.”
Jammer?
“Het is absoluut jammer dat het sensationele van een brandstofmotor verdwijnt, maar elektrisch kan ook spannend zijn, dat heeft de huidige generatie auto’s wel bewezen. Zo kan je in de nieuwe Tesla van nul naar honderd in 1,2 seconden, geen auto die daaraan kan tippen. En je kan vier kleinere elektromotoren koppelen aan de vier wielen, zodat je per wiel specifiek kan bepalen hoeveel kracht je eraan wil geven. Alleen maar voorwielaandrijving? Kan. Achter? Kan ook. Maar je kan ook bij een noodsituatie, in combinatie met artificial intelligence één wiel blokkeren of achteruit laten draaien, zodat je een ongeluk voorkomt. Het is een interessant nieuw tijdperk waar ik naar uit kijk, maar de knallen en vlammen ga ik wel missen.”
Hoe zie je het autorijden in de toekomst?
“Naast elektrisch geloof ik heel erg in volledig autonoom rijden. Kijk naar de A2 van Amsterdam naar Utrecht. Vijf banen breed, maar overal 100 kilometer per uur rijden. Tja, dan is de lol er voor mij wel af. Laat die auto het dan lekker zelf doen, ik moedig dat van harte aan. Het zorgt voor minder files, betere doorstroming en meer veiligheid. Als ik het dan op de bergweggetjes maar wel zelf mag doen.”
Tenslotte: een auto bezitten of een auto delen?
“Bezitten. Absoluut. Ik snap de voordelen wel als je de auto alleen in de stad gebruikt, maar dat doe ik niet. En daarnaast: voor mij is mijn auto onderdeel van mijn huis. De stoel staat hoe ik het wil, het stuur staat hoe ik het wil, en mijn spulletjes liggen erin. Precies hoe ik het wil. In mijn auto stappen voelt voor mij als thuiskomen.”