.jpg?modified=1651495196)
In de afgelopen jaren is duurzaamheid voor de industrie van bijzaak naar hoofdzaak gegaan. Verduurzaming is steeds meer onderdeel van de businessafwegingen die bedrijven maken. Dat leidt tot prachtige innovaties binnen de gehele industrie.
De noodzaak tot verduurzaming staat bovenaan de agenda en dat betekent dat de sector voor een aantal flinke uitdagingen staat. Op de korte termijn, tot 2030, moet er een aantal flinke stappen worden gezet. En als het in 2030 gerealiseerd moet zijn, dan moeten daar vanuit de industrie vandaag nog beslissingen over gemaakt worden. Denk bijvoorbeeld aan het verduurzamen van het bestaande warmtesysteem, met behulp van elektrificatie van warmte via boilers en warmtepompen. Ook wordt er steeds meer CO2 afgevangen, zodat de uitstoot van de industrie vermindert.
Op de lange termijn moet er nog veel meer gebeuren. Om de weg tot 2050 uit te stippelen hebben we de Routekaart Elektrificatie opgesteld. Tegen die tijd zal minstens zestig procent van de totale energiebehoefte van de industrie bestaan uit elektrificatie. Tegelijkertijd groeit de vraag naar energie de komende jaren hard door. Naar verwachting zal de elektriciteitsvraag van de industrie in 2050 80-130 TWh zijn, en dat vraagt om meer wind op zee en tot 46 GW extra capaciteit voor de industrie. Ter vergelijking: de totale energievraag van Nederland is nu 120 TWh. Werk aan de winkel dus!
Om die zestig procent in 2050 te behalen, zijn de kortetermijnoplossingen niet genoeg. Deze uitdaging vraagt om vernieuwde processen. Directe inzet van elektriciteit voor procesverwarming op hoge temperaturen is in ontwikkeling, voor de duurzame productie van kunststoffen en chemicaliën. En waar waterstof in 2030 verantwoordelijk zal zijn voor 3 à 4 gigawatt capaciteit, zal dit na die tijd nog vele malen groter worden en moet dit binnen fabrieken dan ook groots uitgerold worden. Het is belangrijk dat fabrieken individueel nagaan wat zij kunnen aanpassen in hun processen om verduurzaming te garanderen.
Elektrificatie is cruciaal, maar moet ook prijstechnisch haalbaar zijn. Momenteel zijn fossiele brandstoffen nog een stuk goedkoper dan duurzame alternatieven, maar in de toekomst gaan we daar een kanteling in zien. De grote rol die elektrificatie gaat spelen vraagt om meer tempo in deze richting. Daar ligt een rol voor de overheid. Die zal iets moeten doen aan de onrendabele top en de tarieven van elektriciteitstransport. Zo kan de oplossing die op lange termijn onmisbaar is, ook al aantrekkelijk worden op de korte termijn.
Het is hoogstnoodzakelijk dat de infrastructuur voor deze nieuwe oplossingen op tijd klaar staat. En dat is nog best even spannend, want de doorlooptijden om die infrastructuur te realiseren zijn erg lang. Als we de 2030 doelen van het klimaatakkoord willen gaan halen, moeten we nu versnellen.
Gelukkig blijkt de industrie ontzettend ambitieus. We zien dat zij zelfs sneller innoveren dan wij voorspelden en dat zij zichzelf hogere doelen oplegden dan wij konden voorzien. We hebben dan ook goede hoop voor de versnelling van de elektrificatie in de industrie. Het gebruik van elektriciteit op deze schaal is nieuw en spannend, maar bedrijven die nu starten, gaan deze ontwikkeling echt versnellen.