Terug naar Datenna

Deel dit artikel:

7 nov 2025

|

Gesponsord

De inlichtingenrace is van start. Blijft Europa toeschouwer?

Terwijl de Verenigde Staten en China miljarden investeren in AI-gedreven inlichtingenplatforms, beschikt Europa slechts over een handvol gespecialiseerde bedrijven. Zonder eigen technologie dreigt structurele afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers. Zo worden strategische besluiten afhankelijk van externe partijen, wat een risico vormt voor Europese autonomie.

De opkomst van kunstmatige intelligentie verandert bovendien het inlichtingenvak razendsnel. Wat vroeger maanden in beslag nam, doet AI nu in minuten. Dit biedt grote kansen, mits Europa investeert in eigen capaciteiten.

AI als wapen tegen blinde vlekken Een van de weinige Europese spelers in deze sector is Datenna, een Nederlands hightechsoftwarebedrijf dat openbronneninformatie (Open Source Intelligence, OSINT) verzamelt en analyseert over China. Datenna legt met AI verbanden tussen bedrijven, patenten, investeringen en militaire netwerken. Zo kunnen overheden wereldwijd sneller en beter onderbouwde besluiten nemen over onder meer exportcontrole, investeringsscreening en technologierisicobeoordeling. Een concreet voorbeeld: een Chinees investeringsfonds verwerft aandelen in een Europese AI-startup die werkt met gevoelige militaire toepassingen. Het systeem van Datenna signaleert dit dan automatisch en toont alle relevante connecties met Chinese defensie-actoren.

Volgens Datenna CEO Jaap van Etten is het opbouwen van een Europese Intelligence Industrial Base essentieel. “Net als bij de luchtvaart moeten we standaarden ontwikkelen die samenwerking tussen landen mogelijk maken zonder dat soevereiniteit verloren gaat.” Datenna werkt daarom aan een gestandaardiseerd ‘data lineage’-raamwerk: een vertrouwensprotocol dat ook de herkomst en controleerbaarheid van data laat zien. Dit maakt het voor bondgenoten mogelijk om elkaars bevindingen te begrijpen en erop te vertrouwen.

EU loopt ver achter De noodzaak is groot. Tijdens een recente internationale conferentie werd voor Van Etten pijnlijk duidelijk hoe ongelijk het speelveld is. Hij telde daar honderd bedrijven die actief zijn in data-inlichtingen. Negentig kwamen uit de VS, enkele uit het VK en Israël, en slechts één uit de EU: Datenna. Volgens hem toont dit aan dat Europa achterloopt in een strategisch belangrijke sector. Van Etten waarschuwt dat, als er nu geen gerichte investeringen worden gedaan, we dezelfde fout maken als bij de ontwikkeling van cloudtechnologie. Toen werden Amerikaanse platforms de standaard, waardoor Europa afhankelijk werd van leveranciers buiten de eigen grenzen, zonder een volwaardig eigen alternatief.

De technologie levert al tastbare resultaten op. Vergunningprocedures voor dual-use goederen, die voorheen maanden duurden, worden nu in enkele minuten ondersteund met een compleet en overzichtelijk risicodossier. De uiteindelijke beslissing blijft bij een beleidsmedewerker of specialist, maar het besluitvormingsproces verloopt sneller en is inhoudelijk sterker onderbouwd.

Van Etten ziet voor Nederland een leidende rol: “We combineren internationale geloofwaardigheid, technologische kennis en een traditie van samenwerking. Dit is ons ASML-moment voor de inlichtingenindustrie.” Hij pleit voor een Europese top over soevereine inlichtingen om standaarden te zetten en in hoog tempo een ecosysteem op te bouwen. “Het venster om te handelen is maar drie jaar. Daarna zijn de kaarten geschud.” Daarom pleit Van Etten voor directe actie: bundel krachten, sluit langetermijncontracten en investeer samen in Europese inlichtingenkracht.