31 mei 2021
|
Economie
Rentenieren is niet meer wat het geweest is. Ik heb vroeger, net als waarschijnlijk velen van u, wel eens zitten rekenen hoeveel geld je nodig zou hebben om te kunnen rentenieren. Als we die berekening nu doen, zijn we snel klaar. De rente op spaarrekeningen is al jaren aan het zakken en op dit moment is de rentevergoeding op de meeste spaarrekeningen rond de nul of daaronder. Om van je rente te leven, gaat dan niet meevallen.
Gelukkig zijn er andere manieren om wel rendement op vermogen te maken, daar gaat deze bijlage over. En dan kom ik meteen bij het allerbelangrijkste punt dat u bij het lezen van alle investerings- en beleggingsmogelijkheden die geschetst worden, heel duidelijk voor ogen moet houden: hoe beter de rendementsverwachting, hoe groter het risico is.
Alles wat u meer krijgt dan het zogenoemde risicoloze rendement – en daarvoor wordt in Europa meestal de rente op (Duitse) staatsleningen genomen – is risico. En de rente op zulke obligaties is op dit moment nul of negatief. Alles wat u meer aan rendement krijgt, is een beloning voor te lopen risico. Het is vaak moeilijk in te schatten hoe groot dit risico is. Risico kent verschillende vormen. Bij beleggen wordt vaak traditioneel gerekend met de standaarddeviatie, oftewel de beweeglijkheid van uitkomsten, als mate van risico. Voor een aantal beleggingen, zoals een goed gespreide aandelen- of obligatieportefeuille, is dat in mijn ogen een prima maatstaf. Het echte risico is dan dat je je geld nodig hebt op het moment dat koersen laag staan, of dat je psychisch slecht met een ‘papieren’ verlies kunt omgaan. Wanneer je de tijd hebt, is het extra rendement een prima compensatie voor dit risico. Voor andere beleggingen of investeringen is het misschien wel zo dat het risico bestaat dat je je inleg volledig kwijtraakt en het verlies dus niet meer in de loop van de tijd goedgemaakt kan worden. Hier geldt: hoe specifieker de belegging (en dat geldt dus ook voor het bezitten van één enkel aandeel) hoe sterker een dergelijk risico speelt. De positieve kant is uiteraard ook dat rendementen veel hoger kunnen zijn. Wanneer we over rendement spreken, gaat het over het algemeen over financieel rendement. Naast dit financiële rendement, kennen sommige investeringen ook een maatschappelijk rendement. Dit soort duurzame beleggingen komen in veel varianten, waarbij het goede nieuws is dat duurzaam beleggen geen financieel rendement hoeft te kosten.
Voor beide soorten eerder genoemde risico’s geldt dat de historie aanwijzingen geeft voor de toekomst. Daarnaast verdient het aanbeveling om te kijken waar het toekomstige rendement vandaan moet komen. Is het de winstontwikkeling van een onderneming, zoals bij een aandeel? Is het schaarste, of is het puur vraag en aanbod? Ik raad u aan deze zaken rond risico en rendement in het achterhoofd te houden bij het lezen van dit magazine, zodat u kunt zien of een belegging bij u past.