26 jul 2021
|
Economie
Journalist: Féline van der Linde
De digitalisering is niet meer weg te denken uit de samenleving. In alle sectoren zorgen digitale tools voor efficiëntie, kostenbesparing en individueel maatwerk . Ook in de zorg liggen veel kansen, maar belangrijk is dat die digitale tools voor iedereen toegankelijk zijn en dus ook voor lager opgeleiden, mensen die minder digitaal vaardig zijn of moeite hebben hun weg in de zorg te vinden.
“En daar wringt de schoen. Veel apps en portalen of PGO’s zijn nu nog veel te ingewikkeld en lastig te gebruiken voor grote groepen. Dat zet een rem op verdere implementatie en opschaling”, vertelt Robbert van Bokhoven, programmaleider E-health bij Pharos. “En eigenlijk is dat vreemd want we weten dat lager opgeleiden en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden (let wel: één op de drie Nederlanders) vaker gezondheidsproblemen hebben. Bij de ontwikkeling van digitale tools zijn zij dus de belangrijkste doelgroep. We moeten er dus voor zorgen dat het dan ook voor iedereen begrijpelijk en makkelijk te gebruiken is: eHealth4All. Gebeurt dat niet dan gaat de digitalisering de gezondheidsverschillen tussen hoger en lager opgeleiden alleen maar vergroten. Dat is een gemiste kans.”
Gedurende de coronacrisis is het gebruik van digitale tools in de zorg onder patiënten en professionals in een enorme versnelling geraakt. “Afspraken in het ziekenhuis werden plotsklaps afgezegd en dan is beeldbellen een uitkomst, ook omdat het heel laagdrempelig is. En waar eerst misschien met tegenzin werd gekeken naar het toepassen van beeldbellen laat de praktijk positieve cijfers zien. In het Amsterdam UMC vonden vorig jaar februari veertig beeldbelafspraken met patiënten plaats, en een paar maanden later, in oktober, was dit aantal al gestegen naar bijna 2500. Zowel arts als patiënt hebben positieve ervaringen met het consult via beeldbellen en 74 procent van de patiënten prefereert beeldbellen zelfs boven een gewoon telefonisch consult. Het kunnen zien van patiënt en arts zorgt ervoor dat de arts kan zien hoe de patiënt reageert op nieuws en vice versa. En in de eigen omgeving beeldbellen kan ervoor zorgen dat de patiënt minder gespannen is voor het consult. Wat de ervaringen in het Amsterdam UMC ook laten zien, is dat je bij invoering een helpdesk moet inzetten om mensen te helpen bij de voorbereidingen, vanaf het downloaden van apps tot aan het online consult.”
Te vaak wordt gedacht dat eHealth voor laagopgeleiden en laaggeletterden een brug te ver is, aldus Van Bokhoven. “Terwijl digitalisering zich juist goed leent om zorg letterlijk en figuurlijk dichtbij te brengen. Laatst las ik weer een onderzoek in een ‘lage ses (sociaal economische status) wijk’ in Rotterdam waaruit bleek dat de grootste groep juist heel enthousiast is over eHealth. Iedereen lijkt te beseffen dat de digitalisering zal blijven en een nog grotere rol zal gaan spelen in ons dagelijks leven. Net als de helpdesk in het Amsterdam UMC laten voorbeelden als in de Rotterdamse wijk zien dat het belangrijk is om afspraken te maken over waar mensen terecht kunnen met vragen. Goede begeleiding die gemakkelijk voorhanden is, is van ongekende waarde.”