16 nov 2018
|
Economie
Journalist: Tseard Zoethout
Nederland staat aan de vooravond van de verduurzaming van ruim vier miljoen particuliere woningen. Daaraan zal de hele bouwketen moeten meedoen, van beleggers tot huiseigenaren. Met speciale aandacht voor de beslissende rol van de vrouw.
“Duurzaam bouwen draait om veel meer dan materialen”, zegt Erik Schampers, marketing innovatie strateeg van Earth and Eternity dat duurzame oplossingen en meer voor de bouw en vastgoed op de markt brengt. Sinds jaar en dag heeft hij zich gespecialiseerd in consumentenkoopgedrag. “Verbinding met elkaar zoeken is nog belangrijker.”
De laatste tijd is het hem opgevallen dat het altijd weer mannen zijn die zich bezighouden met verduurzaming. En dat terwijl vrouwen er meer toe doen. “Mannen interesseren zich voor techniek en kunnen opbrengsten van bijvoorbeeld PV-panelen prima uitrekenen. Voor vrouwen gelden andere aspecten: schoonheid, comfort, een betere wereld. Wist je dat 85% van alle verbetertrajecten voor particuliere woningen door vrouwen worden geïnitieerd?”
Dat uitgangspunt heeft nogal wat gevolgen. In plaats van eigenaren te dwingen tot meer duurzaamheid, is het volgens Schampers beter om hen te inspireren. “Wij gaan de komende twee jaar een woonwijk ontwikkelen waarin we het proces tot de totstandkoming van het mooiste en meest duurzame huis zullen belichten. Maatregelen voor een gezond binnenklimaat zijn een voorwaarde, bijvoorbeeld goede ventilatiesystemen. We willen iedereen aanspreken. Zowel de overheid als de bouwbranche zullen van waardering van bezit naar die van gebruik moeten gaan.”
Volgens Annemarie van Doorn, directeur van DGBC (Dutch Green Building Council), is alles voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving - van kennis en techniek tot aan kapitaal – in ons land wel aanwezig. Waar het op aan komt, is duidelijkheid. Daarom tuigt de DGBC nu een deltaplan voor bouw, verbouw en renovatie op waarin alle producten en maatregelen komen te staan.
“De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor circa 40% van alle CO2-emissies. Eén-derde kan met duurzame energiebronnen worden ingevuld, de rest vanuit besparing. Voor de utiliteitsbouw mikken we op een energieverbruik van 50 kilowatt per m2. Zuinige verlichting, betere isolatie en installaties beter inregelen zijn hierin speerpunten. Zulke duurzame renovatie kan het beste op natuurlijke momenten worden gedaan”, zegt Van Doorn.
Een eerste handboek voor de utiliteit – met name voor kantoren – is recent gepubliceerd. Voor particuliere woningbouw, winkels en scholen wordt zo’n handzame route nu door DGBC ontwikkeld. “Net als dat voor de kantoren zullen we de volgende handboeken heel praktisch gaan inrichten”, licht de directeur toe. “Alle spelers in de keten brengen we bij elkaar. Soms wordt die discussie toch niet volledig integraal gevoerd, bijvoorbeeld bij de verduurzaming van scholen. Nadrukkelijk betrekken we schooldirecteuren dan ook bij de totstandkoming van dit handboek.”
Voor de woningbouw heeft DGBC op de Provada, de jaarlijkse beurs voor de vastgoedbranche, het nieuwe DGBC Woonmerk gelanceerd. Het is een laagdrempelig online instrument waarmee je eenvoudig de duurzaamheidprestaties van een woning inzichtelijk maakt en geldt zowel voor nieuwbouw als de bestaande bouw. Naast bekende onderwerpen als energie en gezondheid kan je tevens kijken naar de leefomgeving, levensloopbestendigheid en veiligheid.
“Alle partijen in de keten krijgen hiermee, heel praktisch, inzicht in de te treffen maatregelen”, licht Van Doorn toe. “Denk aan energie- en materiaalgebruik, comfort, binnenklimaat of onderhoud. Ook de omgeving wordt erbij betrokken. Zo kan iedereen, van belegger tot particulier, meten hoe duurzaam de woning is.”