Deel dit artikel:

9 feb 2018

|

Economie

Zorgsector onvoldoende bewust van voordelen digitalisering

Journalist: Annette Hoeksema

Blockchain in de bankensector, smartboards op scholen en incheck-robots op vliegvelden: digitalisering is overal. Ook in de zorg zijn er allerlei ontwikkelingen te zien. Toch zijn er geluiden dat door financiële druk de zorg niet snel genoeg innoveert, en dat artsen bovendien niet goed weten hoe ze digitale toepassingen moeten inzetten.

Zorginstituut Nederland zorgde recent voor een digitale transformatie in de zorg met het prototype ‘Mijn Zorg Log’. De organisatie gebruikt in Mijn Zorg Log blockchain voor informatievoorziening. Blockchain is een soort online grootboek van transacties en wordt ook gebruikt als basis voor cryptomunten als Bitcoin. Uitgewisselde gegevens worden door encryptie beveiligd, zodat misbruik wordt voorkomen. Idius Felix van Zorginstituut Nederland legt uit: “Blockchain is de grootste ontwikkeling sinds de komst van het internet.” De implementatie van blockchain helpt nadenken over functionaliteiten van de huidige systemen en de inrichting ervan. Een inrichting die volgens hem vaak veel handiger kan, met meer regie voor de patiënt en minder administratieve lasten. “Blockchain zal processen en de informatievoorziening in de zorg radicaal gaan veranderen. Mijn Zorg Log stroomlijnt de snelweg van data en zet de patiënt aan het stuur.”


Dit is echter niet de enige ontwikkeling op de zorgmarkt. Vanaf 1 januari krijgen medisch specialisten dezelfde vergoeding voor herhaalconsulten via mail, telefoon of screen-to-screen als voor een fysiek, face-to-face bezoek aan de polikliniek. Dat meldde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Hierdoor kan de zorg dichter bij de patiënt geleverd worden. Het komt namelijk regelmatig voor dat patiënten voor een gesprek met hun arts naar de polikliniek komen, terwijl ze dit gesprek ook per mail of telefoon zouden kunnen voeren. In veel situaties zou dit zelfs beter zijn, omdat het de patiënt onnodig reizen en wachten bespaart. 


Er is dus veel verandering merkbaar in de zorg. Toch weet de meerderheid van de artsen in ons land niet goed wat ze met e-health aan moeten. Dat blijkt uit een enquête onder ongeveer 380 artsen, in opdracht van de online apotheek Newpharma en het gezondheidsblad MediQuality. Slechts zes procent van de artsen denkt dat hun werk gebaat is bij de toenemende digitalisering. Volgens Caroline van den Brekel, directeur van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), komt dit omdat: “e-health als containerbegrip zo abstract is dat mensen er geen gevoel bij hebben. Artsen weten niet altijd welke ontwikkelingen er zijn of wat het betekent voor hun werk.” 


Volgens Niels Chavannes, hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan het LUMC, worden de effecten van digitale zorg nauwelijks onderzocht: “Er zijn honderdduizenden apps beschikbaar, maar intussen wordt er bijna geen onderzoek naar gedaan. Veel onderzoekers zijn sceptisch over dit type onderzoek omdat apps snel worden ontwikkeld en weer veranderen. Onderzoek zou dan gauw achterhaald zijn. Wij hebben het tegendeel bewezen door binnen zes maanden een onderzoek op touw te zetten én te publiceren.”


Chavannes pleit dan ook voor meer onderzoek waarbij het liefst zoveel mogelijk partijen betrokken worden, zoals patiënten en hun mantelzorgers, samen met verplegers, dokters, ICT-ontwikkelaars en wetenschappers. Chavannes: “Als je wil leren, moet je onderzoeken.” De wil tot research lijkt nu groter te worden, zo is de hoogleraar katalysator geweest van een hele reeks e-health-onderzoeken aan het LUMC. Via het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) kan het LUMC opvallende resultaten naar het grotere publiek communiceren. Hierin heeft het Leidse ziekenhuis een voorsprong op andere ziekenhuizen. Het heeft onlangs zelfs een nationaal ‘e-health Living Lab’ opgezet, een open source platform waar e-health-oplossingen ontwikkeld kunnen worden, en iedereen mag participeren. 


Van den Brekel van de LAD roept iedereen in de zorg op om de tijd te nemen om mee te komen met alle nieuwe technologische en digitale ontwikkelingen. En werkgevers om hun werknemers dan ook de tijd te geven om dit te doen. Van Brekel: “Ze kunnen ruimte bieden voor ontwikkeling van werknemers op dit gebied, middels bijvoorbeeld innovatiedagen of een budget. Ook moet er tijdens de opleiding meer aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die digitalisering de zorg biedt.”

Gesponsord