Deel dit artikel:

9 sep 2020

|

Economie

Alle partijen aan tafel voor de zzp’er

Journalist: Féline van der Linde

De afgelopen periode zijn er flink wat discussies in de politiek geweest omtrent de zzp’er.  

Zo zou er een verplichte AOV (arbeidsongeschiktheidsverzekering) moeten komen om de zzp’ beter te beschermen. Daarnaast hebben de coronamaatregelen van de overheid een flinke impact gehad op veel zzp’ers. Zij zagen hun omzet gedeeltelijk of compleet wegvallen en moesten daardoor inkomensondersteuning aanvragen bij de overheid. De politiek kwam met een steunpakket voor zelfstandige ondernemers, dat loopt tot 1 oktober. Er wordt nu nagedacht over een steunpakket 2.0 waarmee het kabinet kleine ondernemingen wil behouden en steun biedt voor zelfstandigen om in de toekomst succesvol te blijven. Maar is de zzp’er daar echt gebaat bij? 


Allereerst heerst er altijd nog spraakverwarring omtrent de term zzp’er, vertelt Maarten Post, voorzitter van de Stichting ZZP Nederland. “Want wie is nu een zelfstandige ondernemer? Er is een groep die onder gezag van een bepaalde werkgever aan het werk is op basis van een opdrachtovereenkomst. Deze groep valt naar mijn mening niet altijd onder het begrip zzp’er, dat wij hanteren. Een zzp’er is een zelfstandige ondernemer, die voor iedereen kan werken en onafhankelijk is, oftewel zijn diensten kan verlenen aan klanten, zowel consumenten als bedrijven.”


Hoe zorgde de politiek voor een goede ondersteuning tijdens de coronacrisis voor de zzp’er?

“ZZP’ers hebben als ondernemer geen dienstverband en dus ook geen recht op ww. Een zzp’er regelt zijn eigen inkomen en dat is in deze coronatijd een moeilijke zaak.  De zaken goed regelen voor de zzp’er in deze moeilijke periode is voor mij taak nummer één. Daarvoor ben ik, en was ik ook voor de coronacrisis, vaak in gesprek met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stichting ZZP Nederland werkt daarin samen met andere zzp-organisaties.  Het eerste steunpakket voor de zzp’er kwam al snel beschikbaar tijdens de coronacrisis. Het tweede pakket met inkomensondersteuning duurt tot 1 oktober. Er is gelukkig al een grote groep die alweer omzet maakt en langzaam overeind krabbelt. Helaas is er ook nog een groep die echt nog niets kan. Vooral in de evenementen- en horecabranche. De politiek is er dus mee bezig, maar dat kan wat mij betreft nog beter.” 


Wat vindt u nu belangrijk voor de zzp’er, nu we langzaam uit de coronacrisis kruipen?

“Het is duidelijk geworden dat we het anders moeten gaan aanpakken. Wij hebben een landelijke enquête uitgezet onder zzp’ers waarmee we uit willen zoeken hoe zij denken dat hun toekomst als zzp’er eruit kan komen te zien, hoe zij hun eigen onderneming in stand kunnen houden en hoe we hen kunnen helpen. Ik hoop dat het ministerie dit oppikt en de uitkomsten mee gaat nemen in hun beleid. Er zijn groepen zzp’ers die nu trainingen willen volgen om een ander beroep te gaan uitoefenen, omdat zij geen toekomst meer zien in hun huidige beroep door de coronacrisis. Ook zijn er veel zzp’ers, die hun onderneming willen aanpassen en hun ondernemersvaardigheden verder willen ontwikkelen om ook in de toekomst succesvol te kunnen zijn als ondernemer. Persoonlijke begeleiding en het bieden van trainingen is hierbij van belang.  Een andere groep besluit in vaste dienst te gaan, die denken dat zij het niet gaan redden als zelfstandige in deze tijd en dat is ontzettend jammer. Er zijn nu ook ondernemers met zoveel schulden, dat ze wel moeten stoppen, om faillissement te voorkomen. Die moeten daar eigenlijk ook niet mee wachten. Begeleiding krijgen bij bedrijfsbeëindiging is dan het beste. Daarnaast willen we dat de overheid ondernemerschap stimuleert en mensen op de juiste manier gaat helpen. Dat hoeft niet alleen maar inkomensgericht te zijn. Misschien hebben zzp’ers op dit moment wel baat bij een ander soort hulp. In de pers zie je ook voortdurend dat er alleen maar gesproken wordt over inkomenssteun. Ik ben aan het onderzoeken of dat wel terecht is. Ook worden de zzp’ers voortdurend ervan beschuldigd dat ze te weinig belasting betalen en een concurrent zijn van de werknemers. Daar moeten we voor eens en voor altijd een einde aan maken. De zzp’ers moeten meer als ondernemer gewaardeerd worden, ook om hun economische waarde.”


Op welke manieren probeert u dit te doen?         

“De commissie Borstlap heeft op 23 januari 2020 haar eindrapport gepresenteerd en daar staat eigenlijk in dat men zzp’ers in principe als werknemer beschouwt en niet zozeer als ondernemer.. Dat is tegen de ontwikkelingen in. Op dit moment probeert men nog het oude systeem van werknemerschap krampachtig vast te houden. Ik zou graag zien dat we naar een andere rechtspositie gaan voor zelfstandigen, maar daar heb je andere contracten voor nodig die je afsluit. Het verschil zit hem vooral in de eigen aansprakelijkheid voor je werkresultaat. Je bent ondernemer voor eigen rekening en risico. Als ik bijvoorbeeld als werknemer een dakkapel plaats en die is niet goed, dan is mijn werkgever aansprakelijk. Maar als zzp’er ben je dan zelf aansprakelijk. Belastingtechnisch is het belangrijk dat daar aandacht aan wordt besteed, want je moet dit soort bedrijfs- en inkomensrisico’s wel kunnen verzekeren. Er moet dus een buffer voor de zzp’er komen. Dit geeft tegelijkertijd ook het onderscheid aan dat gemaakt moet worden in de wet en dat is er op dit moment nog niet. Daarnaast past de sociale zekerheid niet meer bij de zzp’er. Zo is het aanvullende pensioen alleen maar gericht op werknemers en niet op zzp’ers. Zelfstandigen hebben dus geen toegang tot pensioenregelingen, maar dat kan wettelijk gezien nu nog niet, omdat ze geen werknemers zijn. Wij streven naar vrijwillige deelname, zodat zzp’ers zelf kunnen bepalen hoe ze hun inkomen voor later kunnen regelen. 


Waarom is het aantal zzp’ers de laatste jaren zo toegenomen?

“Mensen willen zelf meer regie hebben over hun werk, tijd en geld. Er zijn veel mensen zzp’er geworden onder andere omdat zij zo gemakkelijk het werk met het gezinsleven kunnen combineren. Zeker als er daarnaast extra taken als mantelzorg nodig zijn. In bepaalde beroepen, zoals in de zorg, waar werknemers gebonden zijn aan vaak rigide roosters en andere knellende voorwaarden,  zijn velen zzp’er geworden. Dit omdat zij alleen op die manier alle taken die zij vervullen in hun leven kunnen doen. Het contract voldeed niet aan de eisen van deze tijd. De keuze om in dienst blijven voor een werkgever wordt heel moeilijk gemaakt door het gebrek aan flexibiliteit. Wanneer de cao flexibeler zou zijn, zou het voor veel mensen weer aantrekkelijker kunnen worden om in vaste dienst te gaan.”


De AOV is enorm veel in het nieuws geweest. En eigenlijk is er door de vakbonden en werkgevers bedacht dat deze voor zzp’ers verplicht moet zijn. Wat vindt u daarvan?

“In de praktijk zie je dat veel zzp’ers nu geen AOV hebben, omdat zij deze te duur vinden, maar ook omdat er veel uitsluitingen zijn en ze vaak niet worden geaccepteerd met een hoger gezondheidsrisico door een zwaar beroep of hogere leeftijd.  Een betaalbare basisverzekering voor alle werkenden zou dit kunnen oplossen, niet een verplichting voor alleen zzp’ers. Stel dat je als werknemer de eerste tien jaar van je werkende leven voor een werkgever hebt gewerkt en dan besluit als zpp’er verder te gaan, dan wil je niet automatisch van verzekering veranderen. Daarnaast neemt het hybride werken ook steeds meer toe. Steeds vaker werken mensen in vaste dienst voor drie dagen in de week en dan twee dagen voor zichzelf. Je wil dan niet in twee systemen werken. Daarom ben ik voor een collectieve basisverzekering voor alle werkenden, met voor zzp’ers als aanvulling daarop een vrijwillige AOV naar eigen keuze.


Wat zou er volgens u beter moeten zodat de politiek tot een goed besluit kan komen?

“Een beter gestructureerd overleg in de polder, waar alle relevante maatschappelijke partijen aan deelnemen. Dat is wat ik op dit moment nog mis. Goede regelingen in overleg met juiste partijen. En dan bedoel ik ook de vertegenwoordigers van de zzp’er. Alles wat er nu besproken wordt, wordt ook weer met de werkgevers en werknemers besproken, maar niet met de vertegenwoordigers van de zzp’er. Dat is precies het probleem. Daardoor ontstaat er te weinig draagvlak onder zzp’ers voor wet- en regelgeving. Als dit beter georganiseerd wordt, met de juiste partijen om tot oplossingen te komen, zal dit een goede eerste stap zijn.”


Ziet u de toekomst voor de zzp’er positief in?

“Er ligt nu een belangrijke kans en die moeten we grijpen. Ik vind het heel belangrijk dat jongeren die al vroeg weten dat ze zzp’er willen worden hier goede voorlichting over krijgen en goed weten waar ze aan beginnen. Zo kom ik veel op scholen om voorlichting te geven en ik zie daar dat het mist aan ondernemersvaardigheden. En dan met name de financiële administratie en inzicht in financiële risico’s. Hoe zij zich later kunnen beschermen tegen financieel onheil is ontzettend belangrijk. Je wilt namelijk niet dat jonge ondernemers na twee jaar alweer failliet zijn. Het is belangrijk dat je de jongeren eigenlijk bij de hand pakt en hen begeleidt in het proces van ondernemen. Zo zijn zij goed voorbereid op de toekomst en dat zal moeilijkheden bij toekomstige zzp’ers voorkomen.”

Gesponsord