22 mei 2019
|
Economie
Journalist: Jerry Huinder
Groeien tegen de slots in. Dat is de opdracht voor Bart Pouwels. Zijn oplossing? Samenwerking binnen de keten. “Nederlanders zijn echt uniek in samenwerken en daarbinnen elkaar vertrouwen. Dat geeft ons een voorsprong.”
Stel: je bent eindverantwoordelijke van de vrachtafdeling van een vliegveld. Je hebt een geweldig netwerk en een goede naam opgebouwd en je staat in de top 3 van Europa op basis van volume. Maar de andere vliegvelden zagen aan je stoelpoten. Ze willen jouw plekje in die top 3. Dan wil je mee. Ongebreideld groeien om de concurrentie achter je te houden. Maar daar zit precies het probleem voor Bart Pouwels, Head of Cargo bij Schiphol. Hij kan niet zomaar groeien. Of althans, niet op de meest voor de hand liggende manier, zijnde meer vrachtvliegtuigen de lucht in sturen. De slots (de tijdsperiode waarbinnen een vliegtuig mag opstijgen of landen op een luchthaven) zitten op slot. Tot 2020. Maar mogelijk ook daarna.
Groeien door meer te vliegen kan dus niet, iets dat Pouwels drie jaar geleden besefte. Hij ging in gesprek met de keten, te beginnen met zijn collega’s van de passagiersluchtvaart. ‘Kijk je weleens naar de contributie van vracht op een vlucht?’, vroeg hij zijn collega’s. ‘Nee’, was het antwoord. “Dat leek me niet logisch. Ik heb de toegevoegde waarde van vracht laten uitrekenen voor een passagiersvlucht en die bleek significant.”
Vertel.
“Ik kan geen exacte cijfers noemen, maar dan heb je het bij sommige maatschappijen over meer dan 20 procent van de inkomsten. Dat is dus essentieel om hun netwerk in stand te houden. Vracht draagt echt bij aan de winstgevendheid van deze maatschappijen. Zonder vracht zouden sommige bestemmingen simpelweg niet rendabel zijn.”
De collega’s van de passagiersluchtvaart als reddende engel dus?
“Ja. Dus ga ik langs maatschappijen met de boodschap: ga nou eens nadenken over de contributie van vracht. Een voorbeeld: vanuit Amsterdam naar Amerika zitten we redelijk vol, tot zo’n 70 a 80 procent. Maar vanuit Amerika zitten de vluchten naar Amsterdam qua vracht maar halfvol, terwijl Amerika een enorme markt is voor Europa. Daar valt dus nog veel winst te behalen.”
Moet ik dan denken aan goederen vanuit de e-commerce?
“Nou, je kan 90 procent van alle goederen op passagiersvluchten vervoeren, alleen dingen als levende dieren en te grote goederen niet. Maar de groeimarkt voor vracht wordt inderdaad gedreven door e-commerce. Op dit moment komt ongeveer 10 procent van alle vracht vanuit de e-commerce en McKinsey heeft berekend dat dit elk jaar met 10 tot 15 procent gaat toenemen. En voor e-commerce goederen kan je heel goed gebruik maken van de punctualiteit van passagiersvluchten.”
Maar hoe kan je de strijd om de e-commerce winnen ten opzichte van andere vliegvelden?
“Waar wij invloed op hebben als Schiphol is het grondproces. Je wil je onderscheiden op dit gebied. Douane mag geen oponthoud zijn en daarbij is samenwerking key. We doen dat via het Smart Cargo Mainport programma. Daarbinnen kijken we naar hoe we de goederen in één vloeiende beweging door de luchthaven kunnen krijgen op weg naar de eindbestemming. We zijn heel goed in het laten samenwerken van de ketenpartijen.”
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
“We zijn een samenwerking opgestart tussen een paar afhandelaren en truckbedrijven, die noemen we de milk run. We hebben vijf afhandelaren op Schiphol als jij als expediteur voor een bestemming goederen ophaalt, kom je bij alle vijf. Maar meestal zit je truck dan niet vol. Wat hebben we gedaan: we laten één truck rijden per bestemming met goederen van meerdere expediteurs: de milk run. Dat is zeer effectief gebleken. We zijn nu ook bezig met een app voor de truckers en de afhandelaren waarin te zien is welke truck wanneer komt zodat er een slot kan worden gegeven en die truck niet meer hoeft te wachten. Nu komt die truck aan met de melding: ik ben er. En dan wordt er ruimte gemaakt. Die app gaat dus veel tijdswinst opleveren.”
Is digitalisering the way forward?
“Het is the only way forward. Het digital delen van data maakt het mogelijk om de vrachtstromen te optimaliseren. Op deze manier weet je wie er op je af komt, wat er op je afkomt en wanneer het komt. En kun je daarop gaan sturen. Geen rocket science, maar wel alleen mogelijk als alle ketenpartijen digitaal informatie willen delen.”
Vertrouwen is dus key.
“Vertrouwen en cultuuromslag. Bedrijven vinden het eng, maar als ze zien dat het oponthoud voorkomt in de keten, zien ze in dat het toch nodig is. Maar die digitale slag, het delen van informatie, blijft een grote stap. Er zijn nog steeds bedrijven die niet weten of ze dit wel willen. Een ander voorbeeld van zo’n digitaal proces speelt binnen de bloemenbranche. Daar hebben we een app gemaakt waar je kunt zien welke bloemen zich waar bevinden op welk moment inclusief de temperatuur waarop ze vervoerd worden. In die app zitten de importeurs, de transporteurs, de vliegtuigmaatschappijen, de expediteurs. Vinden ze ook heel eng, het heeft me meer dan een jaar gekost om dit voor elkaar te krijgen, terwijl ze er allemaal beter van worden. Er zitten nog zoveel inefficiënties in de keten, zoveel verspilling, daar is nog veel winst te behalen.”
Zit de douane ook in zo’n app?
“Zeker, die kunnen meelezen en meekijken. Het helpt hun om inzicht te krijgen wat er op hen afkomt. Maar ook voor hun is vertrouwen key. Ze hebben nu inzicht in wat er op hen afkomt, maar kunnen zij die digitale stroom van informatie vertrouwen? Want dan kunnen ze pas stappen maken. Dan kunnen ze onderweg goederen inklaren, toestaan dat het door mag, bepalen welke producten ze extra willen controleren. Daarvoor moeten we data corridors bouwen met andere luchthavens om zo een samenwerking aan te gaan binnen de verschillende digitale platformen tussen de platformhouders en de lokale overheden. Dat de douane in Nederland de afzender van de digitale informatie kent, weet dat die informatie klopt en voldoet aan alle eisen. We hebben de app ontwikkeld met de bloemensector, maar andere sectoren kijken vol belangstelling mee.”
Tot slot: wat zal de positie zijn van Schiphol als logistieke hotspot ten opzichte van andere luchthavens over 5 jaar?
“Wij zijn op dit moment nummer drie in Europa op basis van volume. Ik weet niet of we die positie kunnen behouden, maar we staan in ieder geval in de top 5. Wat ik wel weet is dat we de meest duurzame, slimste en meest efficiënte luchthaven op het gebied van vracht van Europa zullen zijn en daarom voor veel bedrijven en carriers ook de voorkeursluchthaven.”