17 mei 2018
|
Economie
Journalist: Hugo Schrameyer
De rente op spaargeld is nagenoeg nul procent. Beleggen kan dan een prima alternatief zijn.
Oudere spaarders zullen zich wellicht nog kunnen herinneren dat de rente eind jaren zeventig boven de tien procent lag. Dat lijkt om te likkebaarden, maar daarbij geldt de nuance dat de inflatie in die periode eveneens hoog opliep. Aan het einde van de jaren tachtig schoot die, net zoals de spaarrente, door de tien procentgrens. Sterker nog, dat was nog meer dan de rente op dat moment. We leven nu in een periode dat de inflatie juist erg laag ligt. Dus linksom, of rechtsom, profiteren van rente op een spaarrekening is er eigenlijk amper bij.
Wat vroeger ook als zekerheid gold voor rendement op spaargeld: staatsobligaties. Zeker wie de bereidheid had om zijn geld voor langere tijd vast te zetten, kon op een hogere rente rekenen. Langere tijd betekent in deze context echt lang, tot zelfs dertig jaar. Ook dat feest is echter over. De rente op staatsobligaties heeft ondertussen eveneens een forse deuk opgelopen.
Beleggen in aandelen lijkt daarmee de meest voor de hand liggende optie. Zelfs een zeer laag rendement betekent dat de spaarder er meer aan over houdt dan aan sparen via een bank. Tegelijkertijd kan beleggen in aandelen natuurlijk ook verlies opleveren. “Ik ben een aandelenman, dus ik ben misschien niet helemaal objectief, maar toch is het evident dat beleggen zeker op langere termijn duidelijk meer rendement oplevert dan geld op een spaarrekening”, constateert Nico Inberg, verbonden aan IEX (‘van beleggers voor beleggers’). Hij heeft ruim twintig jaar ervaring op de beurs als partner van verschillende handelshuizen.
Inberg rekent het even nuchter voor. Gemeten over een langere termijn, uitgesmeerd over de afgelopen decennia, heeft de beurs een rendement gehaald van zeven procent. Daar zaten jaren bij van plus tien en min tien, maar dat tijdseffect moet je er uit laten. “Je moet het resultaat van beleggen niet beoordelen op 1 dag beurskoers. Je hebt er een zeker vorm van geduld voor nodig. Alleen op de langere termijn is er ‘rendementszekerheid’.”
Dat gezegd hebbende, wat moet je daar dan mee? Spreiden. Dat is het meest afdoende antwoord. De markt kent tal van beleggingsportefeuilles waarbij de inzet gespreid wordt verdeeld over verschillende aandelen. Daarbij is bovendien te kiezen voor mogelijkheden als defensief, neutraal en offensief. Bij die laatste variant bestaat er meer kans op hoger rendement, terwijl ook een lager rendement niet valt uit te sluiten. “Voor wie een mooie som geld wil sparen voor kinderen of kleinkinderen is een gespreide beleggingsportefeuille een ideale oplossing. Dan is er de zekerheid van rendement gekoppeld aan een relatief klein risico.”
Peter Siks is behalve beleggerstrainer bij BinckBank tevens (co-)auteur van de boeken Beleggen is niet eng en Beleggen voor Dummies. Via verschillende media, onder andere via de community Beleggen.nl, benadrukt hij dat beleggers behalve in aandelen tevens moeten spreiden in categorieën. Want stel: je belegt uitsluitend in bedrijven uit de bancaire sector. Als er daarbinnen iets mis gaat, dan is de kans groot dat je dit terugziet in de beleggingen.
Ander accent: verdeel in tijd. Niemand weet wanneer hét moment is om aandelen te kopen. Dus leg niet eenmalig een groot bedrag in, maar beleg periodiek verspreid over periodes. Wie maandelijks een bedrag inlegt, koopt uiteindelijk in tegen een gemiddelde aankoopkoers.