Deel dit artikel:

29 jun 2018

|

Economie

Bruno van Gompel: 'Verpakken heeft een doel, maar zorg ervoor dat de verpakking zo minimaal mogelijk is'

Journalist: Jerry Huinder

Verpakken is vaak noodzakelijk. Om een product vers te houden, om een product te vervoeren, maar ook om een product aantrekkelijk te maken voor de klant. Maar verpakken is vaak ook niet zonder milieu-impact. “Verpakken heeft een doel, maar zorg ervoor dat de verpakking zo minimaal mogelijk is.”

Zijn bedrijf, Coca-Cola, wil een voortrekkersrol spelen op het gebied van duurzame verpakkingen. Omdat de wereld dat vraagt, omdat de leverancier dat vraagt, omdat de klant dat vraagt. Volgens Bruno van Gompel, van oorsprong bio-ingenieur en verantwoordelijk voor de commercialisatie van nieuwe producten voor Coca-Cola in West-Europa, verwacht de consument dat zijn bedrijf er alles aan doet om de impact van haar producten op het milieu zo klein mogelijk te maken. Maar makkelijk is dat niet altijd. Het moeilijkste aspect volgens Van Gompel? “De juiste balans vinden tussen wat consument wil, het voedsel veilig te bewaren en te vervoeren en zo min mogelijk impact creëren voor het milieu. Die balans juist houden is soms lastig.”


Wat zou daar de perfecte oplossing voor zijn?

“Dat is ‘m nu juist. Er is niet 1 oplossing, het is afhankelijk van plaats, persoon, land en product. En van de beschikbare technologie. Je moet de voor- en nadelen van een verpakking heel goed afwegen. Gelukkig gaat dat steeds beter, omdat we steeds meer informatie hebben en de technologie steeds slimmer wordt.”


Naast een wereld van technologische ontwikkelingen, leven we ook in een wereld waar duurzaamheid van groot belang is. Kunt u de volgende zin afmaken? Als ik langs de snelweg lege plastic flesjes frisdrank zie, dan… 

“Denk ik: wat een verspilling. Al die flesjes kunnen als grondstof dienen voor nieuwe dingen. Het is een totale verspilling van goed materiaal. Het gaat me echt aan het hart, want het is een teken dat we niet goed bezig zijn als bedrijf, maar ook als maatschappij als geheel. Als we dingen van waarde zomaar weggooien, dan is er iets mis met het systeem.”


Michaël Nieuwesteeg, voorzitter van het Nederlands VerpakkingsCentrum, zei in een interview ooit: ‘Als van tevoren niet is nagedacht over wat er met de verpakking gebeurt, ga dan niet verpakken’. Eens?

“Absoluut. We leven in een wereld die beperkt is in zijn materiaal, dus daar moet je zo economisch en ecologisch mogelijk mee omgaan. Hergebruik is daarbij noodzakelijk, en het liefst in iets van dezelfde waarde. Met andere woorden: een oude verpakking moet weer een nieuwe verpakking worden. We moeten naar 100% recyclebaar toewerken, dat is een commitment die we aan moeten gaan.”


En wat is dan de meest prangende vraag op dit moment als u nadenkt over wat er met een verpakking gebeurt?

“Ik zou zeggen dat er twee prangende vragen zijn. Eén: is de verpakking noodzakelijk? Als industrie hebben we daar nog werk te doen, want we oververpakken nog steeds. Verpakken heeft een doel, maar zorg ervoor dat de verpakking zo minimaal mogelijk is.”


En twee?

“Hoe voorkom je dat het afval wordt? We moeten recycleren op een effectieve manier. Dat kan, maar er zijn een tweetal problemen. Ten eerste moeten we om te kunnen recycleren, de verpakkingen verzamelen. Als we dan kijken naar West-Europa, dan zie je dat Nederland dit heel goed doet, maar dat niet alle landen het al zo goed voor elkaar hebben. Simpelweg omdat er minder prioriteit aan is gegeven. Ten tweede moet de hele keten op orde zijn. Verzamelen maar geen industrie om het te verwerken: dat heeft geen zin. Als er iets in de keten ontbreekt, dan stopt het, we kunnen ons geen zwakke schakel permitteren.”


Verpakken om te verkopen, verpakken om snel en goedkoop te vervoeren, verpakken om de levensduur van het product te verlengen, verpakken met zo min mogelijk schade voor het milieu. Zet u ze eens in volgorde van belangrijkheid.

“Verpakken om de levensduur van het product te verlengen, verpakken met zo min mogelijk schade voor het milieu, verpakken om te verkopen, verpakken om snel en goedkoop te vervoeren.”


Maar u werkt voor een commercieel bedrijf dat (fris)drank wil verkopen…

“Natuurlijk, en een verpakking die goed verkoopt is belangrijk, maar wel zo duurzaam mogelijk.”


En waarom dan op nummer 1 verpakken om de levensduur te verlengen?

“De voedselproductie heeft de grootste impact op het milieu. En ruim een derde van de voedselproductie gaat verloren, blijkt uit cijfers van de Food and Agriculture Organisation van de United Nations. De impact van deze voedselverspilling is groter dan die van de verpakking, daarom kies ik als eerste voor levensduur van het product verlengen. Maar eigenlijk zou ik verpakken met zo min mogelijk schade voor het milieu ook op de eerste plaats willen zetten. Het gaat erom dat we verpakken met zo min mogelijk impact op de wereld.”


Als we kijken naar (fris)dranken: wat is dan de verpakking van de toekomst? 

“Ik denk niet dat er één verpakking van de toekomst is. Net zoals er op het gebied van duurzaamheid niet één oplossing is. Er zijn zoveel studies over het meest duurzame materiaal, daar breken mensen hun hoofd over. Maar er is een simpel antwoord: het meest duurzame materiaal is geen materiaal.” 


Maar dat kan niet altijd.

“Precies, en het belangrijkste is dan dat je zo min mogelijk materiaal gebruikt. En dat het materiaal dat je gebruikt collecteerbaar is binnen een closed loop systeem. Dus dat je al het materiaal kan hergebruiken. Als je kijkt naar plastic: op dit moment is er simpelweg niet genoeg gerecycleerd materiaal om aan de vraag te voldoen. Daarbij moeten we ook nog concurreren met andere industrieën. Wij zijn niet de enige die graag gerecycleerd plastic gebruiken.” 


Dus dat moet aangevuld worden met nieuw plastic?

“Ja, totdat we in staat zijn alles te recycleren wel. Maar wat erbij komt, moet wel zoveel mogelijk biobased zijn. Als u me vraagt: ‘Gelooft u in de toekomst van uit aardolie afkomstig plastic?’, dan is mijn antwoord; ‘Absoluut niet’. We moeten onszelf lossnijden van de olie business. Let wel, als ik biobased zeg, dan bedoel ik niet biobased op basis van voedsel dat je onttrekt aan de wereld. Nee, ik bedoel biobased uit tuin-, groente- en fruitafval of ander voedselafval dat niet meer door mens of dier gegeten kan worden. Het gaat om upcycling van materialen.”

Gesponsord