8 nov 2024
|
Gesponsord
In 2024 zijn duurzaamheid en circulariteit dé codewoorden in het bedrijfsleven. Dat geldt zeker ook in de bouwwereld. Van bedrijven en aannemers wordt verwacht dat ze zo duurzaam en circulair mogelijk werken, en dat heeft ook zijn weerslag op het gunnen van aanbestedingen.
Bij Vlasman Betonbewerkings- en Slooptechnieken b.v. zijn ze hun tijd altijd al vooruit geweest. Ze zijn – zoals hun slogan aangeeft – van nature circulair. En dat al sinds 1996. “Je kunt wel zeggen dat we pioniers zijn geweest op dit gebied”, begint Mirko Ophoff, directeur bij het bedrijf en expert op het gebied van asbestsanering. “Wij doen allerlei takken van sport, waaronder sloopwerken, koppensnellen, asbestsanering, boren & zagen en milieutechnieken. Wij zijn één van de grootste asbestsaneerders van Nederland en verlenen dagelijks diensten voor woningbouwverenigingen met dertig ploegen circa honderd medewerkers.”
Koppensnellen Een van de specialiteiten van Vlasman is het zogeheten koppensnellen. Vlasman is – met 60% van de gehele markt – niet alleen marktleider op dit gebied, maar ook de grondlegger. Het ‘snellen’ gebeurt bij woningbouwprojecten, maar ook op grootschalige bouwprojecten. Het is ook een van de afdelingen waarbij circulariteit van oudsher een belangrijke rol speelt. “We schuiven over de heipaal een palenkraker, oftewel een koppensneller, waarmee de paal ‘gesneld’ wordt. Hierdoor kan een funderingsbalk er direct op worden aangebracht. En al het puin dat vrijkomt bij het snellen recyclen we weer. We staan ervoor dat het delven van nieuwe grondstoffen wordt gereduceerd door deze grondstoffen continu te hergebruiken. Zo kunnen we Moeder Aarde ontzien, want ook haar bronnen zijn eindig.”
Geen woorden, maar daden Na de Tweede Wereldoorlog kende ons land armoede. De werkgelegenheid was laag en materialen waren schaars. “Er werden dus mensen ingehuurd die alle materialen uit huizen verwijderden om te hergebruiken. Dit ging zelfs zover dat de spijkers uit de dragers van huizen werden getrokken om ze een nieuw leven te geven. Circulariteit is van alle tijden, maar kreeg in de jaren tussen 1980 en 2000 een andere invulling. In het kader van zo min mogelijk afval op de bouwplaats, zijn we alles in containers gaan gooien en in de sorteerinrichting gaan sorteren, om de arbeidskosten te reduceren. Inmiddels zien we weer een kentering. Vooral bij bankinstellingen, overheidsinstellingen en ook bij de huidige jeugd. Zij vragen namelijk niet meer bij wat voor bedrijf je werkt, maar wat je bijdraagt aan de maatschappij, de aarde en toekomstige generaties. Ze zijn echt bezig met de vraag hoe we de planeet doorgeven aan volgende generaties. Er zijn uiteraard allerlei adviseurs die vertellen hoe we dit moeten doen, maar onze visie is: ‘We praten er niet alleen over, we voeren het ook uit.’ We zijn een echt doe-bedrijf. We zijn van nature al circulair, kunnen alles, maar gaan graag het gesprek aan met de opdrachtgever om te kijken hoever zij willen gaan in het proces. Het is uiteindelijk namelijk ook een kwestie van tijd en geld.”
Circulaire mindset Wanneer een gebouw op de lijst staat om potentieel gesloopt te worden, gaan ze bij Vlasman direct aan de slag met de inventarisatie van de materialen. Deze worden ook gescand met drones en 3D-apparatuur. “Zo kunnen we zien welke materialen vrijkomen en vervolgens bekijken per toepassing wat de mogelijkheden daarvoor zijn. We inventariseren ter plekke wat hergebruikt kan worden. Door goede inventarisaties op te stellen, maken wij voor de partijen in ons netwerk de toegevoegde waarde van de herbruikbare materialen duidelijk. Hiervoor maken wij gebruik van de meetmethode ‘Ladder van Lansink’. Deze treden geven aan hoever je kunt gaan met circulariteit. Op deze wijze bepalen we wat we gaan hergebruiken, opknappen of recyclen. Wij garanderen dat alle circulaire producten die het project verlaten direct naar de partner en soms zelfs direct naar de klant gaan. Ook bij oudere gebouwen proberen we alles te hergebruiken. Dat lukt op 2% na, dit gaat dan om asbestafval, dat gestort moet worden, of brandbaar afval dat verbrand moet worden. Maar verder wordt alles dus hergebruikt. Het is een kwestie van het in een vroeg stadium inventariseren van de wensen van de opdrachtgever en de mogelijkheden. Dat zijn processen in de architectuur en infrastructuur waar je vroeg bij moet zijn en waar een opdrachtgever ook voor open moet staan.”
Terwijl Vlasman al decennia pionier is op het gebied van circulariteit, is het heden ten dage de norm en zeker ook de toekomst. Ophoff is uiteraard ontzettend blij met deze tendens, maar ziet ook dat er nog wel een slag te slaan is. “Het is een collectief bewustzijn geworden. Zeker ook binnen de jeugd. We hopen dat de overheid hier steeds meer in meegaat en dit steeds meer gaat stimuleren, zeker in aanbestedingen. Er zijn namelijk nog genoeg bedrijven en instellingen die keihard voor de centen gaan en daarbij de duurzaamheid en het milieu voor lief nemen. Het is dan soms voor een onderneming als de onze best lastig om daarmee te concurreren. We hopen dat er van bovenuit – dus vanuit de regering – druk wordt gezet om te kiezen voor duurzaam en circulair in plaats van snel en slecht voor het milieu. Gelukkig zien we dit steeds meer terug, en dat kunnen we uiteraard alleen maar toejuichen en zelf het goede voorbeeld blijven geven. We doen het uiteindelijk voor de volgende generaties.”