17 mei 2018
|
Maatschappij
De steden van nu zijn machines die pijn doen. In Peking en Krakau worden de normen voor luchtvervuiling ruimschoots overschreden. Dat kan, nee, dat moet anders. Het gaat erom dat je technologie creatief gebruikt. Vrijwel al de problemen van tegenwoordig – zoals luchtvervuiling en klimaatverandering – komen voort uit een slecht ontwerp. Dan kan je anderen de schuld geven of eruit stappen en goede ontwerpen maken.
Ik heb dat gedaan met schone luchtparken in Rotterdam en China, met lichtgevende fietspaden in Brabant. Centraal staat de schoonheid in steden. Schoonheid als verbeelding, schoonheid in de zin van schone lucht en schone energie. We moeten afstappen van het idee dat schoonheid enkel een Louis Vuitton tasje of een Ferrari is. Dat is oude economie.
Schoonheid zit ingebakken in de natuur. Een mierenhoop kent geen file. Janine Benyus noemt het nabootsen van natuurlijke processen en vormen ‘biomimicry’. Een van haar regels is ‘nature as a master’. Wij zijn hier om te leren. Aan geld is geen gebrek, dat is een illusie. Wel is er gebrek aan verbeelding. Geen meningen spuien maar met voorstellen komen, zeg ik altijd.
Stedelijke innovatie gaat over doen. Die mentaliteit zullen we meer tussen de oren moeten krijgen. Ik heb dat gedaan met lichtgevende lijnen op de Afsluitdijk die potentieel tot 100 kW aan energie kunnen opwekken, een eerbetoon aan de in 2014 overleden astronaut Wubbo Ockels die ook pionierde met duurzame energie. We lijken te zijn vergeten dat Nederland best wel sterk in innovatie is. Als ik met Chinese vrienden spreek, zijn ze altijd weer verbaasd dat we in Nederland onder de zeespiegel leven, wonen en werken.
Om slimme steden echt gestalte te geven, heb je een heldere visie nodig, net als in China. Je moet inspireren, creativiteit bundelen en ideeën realiseren. Dat lef, die nieuwsgierigheid mis ik tegenwoordig in Nederland. Het was er wel: Cornelis Lely kwam met een radicale missie, een dijk over 32 kilometer die Noord-Holland met Friesland verbond en veel werkgelegenheid bood. Toen hij minister werd, zijn de plannen voor zijn Afsluitdijk binnen een week concreet gemaakt en vervolgens ook uitgevoerd.
We moeten nieuwe iconen scheppen, net zoals vroeger met de Afsluitdijk en de Oosterschelde. Melanie Schultz van Haegen, voormalig minister van Infrastructuur en Milieu, is bijvoorbeeld met het plan gekomen om alle rijkswegen energieneutraal uit te voeren. Dat is interessant, dat activeert de verbeelding.
Sommige dingen moet je ook gewoon niet doen, zoals nieuwe kolencentrales plannen of grote ondergrondse parkeergarages neerzetten. Die worden door veranderde mobiliteit steeds minder gevuld of lopen door klimaatverandering onder. Het is tijd om de oude economie van tijd en geld te vervangen door de nieuwe van schoonheid.
Universiteiten en het bedrijfsleven zou je fysiek aan elkaar kunnen koppelen, net zoals in Sjanghai waar vooruitstrevende bedrijven op hetzelfde terrein als universiteitslaboratoria zitten. In Nederland is dat nog vaak vloeken in de kerk. Als je je gezamenlijk inzet voor nieuwe energie en mobiliteit, zul je ook nieuwe verbindingen moeten maken en de urgentie van je probleem benadrukken.
De slimme stad moet geen machine worden, je moet je er als burger en inwoner verbonden mee voelen, als een vriend die informeert en inspireert. Dat gaat voor burgers, bedrijven en de overheid op. Ons echte kapitaal is creativiteit, alleen daarmee kom je vooruit.
Daan Roosegaarde, kunstenaar, innovator en technopoëet