Deel dit artikel:

17 mei 2018

|

Maatschappij

De bouw- en installatiebranche: bouwstenen voor Smart Cities

Smart Cities hebben de toekomst. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de bouw- en installatiebranche.

Vanuit zijn rol als voorzitter van de Taskforce Bouwagenda zet Bernard Wientjes zich in voor verduurzaming binnen de bebouwde omgeving. Een ambitieuze uitdaging. Er moet immers nogal wat gebeuren om aan de duurzaamheidseisen te voldoen. “De overheid heeft ons de opdracht gegeven dat de bebouwde omgeving in 2050 helemaal CO2-neutraal moet zijn. Dat betekent dat we tot dat moment dagelijks 1.000 gebouwen moeten verduurzamen. Op dit moment zitten we op tien à twintig gebouwen per dag. Oftewel: als we op deze manier doorgaan, halen we deze klimaatakkoord-doelstelling in 2350. Daarom hebben we iedereen in de gebouwde omgeving nodig, van aannemer tot installateur om met slimmere, goedkopere en snellere oplossingen te komen.”


De Taskforce Bouwagenda heeft zich sterk gemaakt voor het feit dat de bouw vanaf nu de faciliteiten krijgt van de topsectoren. Een uiterst belangrijke ontwikkeling volgens Wientjes. “De uitdaging om CO2-neutraal te zijn in 2050, is alleen haalbaar als het bedrijfsleven, de overheid, onderzoekscentra, universiteiten en hogescholen samenwerken. We moeten de krachten bundelen om dit te laten slagen. Daarom hebben wij nu een gezamenlijk innovatiecentrum opgericht. Zo moeten warmtepompen bijvoorbeeld kleiner, geruislozer en goedkoper worden. Dit vraagt om publiek-private samenwerking op het gebied van innovatie; een aanpak die in de topsectoren bewezen heeft te werken.”


Innovatie is volgens Wientjes cruciaal om de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. “Vergelijk de tegenwoordige bakstenen met die uit het jaar 1500. Die zijn bijna gelijk. Maar voor de huidige verduurzaming van gebouwen kunnen we nu gebruik maken van bouwmateriaal dat met 3D-printers wordt vervaardigd. Dergelijke innovatieve technieken zijn noodzakelijk, omdat we te weinig vakmensen en tijd hebben om alles ambachtelijk te vervaardigen. Digitalisering en innovatieve oplossingen moeten hand in hand gaan met verduurzaming als we willen transformeren naar duurzame CO2-neutrale Smart Cities.” 


Ook UNETO-VNI, 
de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel, steunt de initiatieven van de Taskforce Bouwagenda om de bouw richting topsector-status te krijgen. Voorzitter Doekle Terpstra ziet voor de installatiebranche een belangrijke taak op het gebied van Smart Cities. “Niet voor niets is Smart Cities een belangrijk thema binnen Connect2025, de toekomstverkenning voor de installatiesector. Metropoolregio’s breiden uit en groeien verder naar elkaar toe. Dat vraagt om nieuwe technologieën en ‘connected’ oplossingen. Alleen zo kunnen we de balans vinden tussen welvaart en welzijn. En tussen economische groei, gezondheid en sociale veiligheid in steden. We kunnen verkeersstromen sturen en verdelen, door elektrisch rijden kunnen we de hoeveelheid fijnstof in de stad reduceren, we kunnen led-straatverlichting inzetten en geavanceerde diensten bieden voor veiligheid en parkeren.” 


Ook Internet of Things
 (IoT) speelt volgens Terpstra een belangrijke rol. ”Zonder IoT geen Smart Cities. De koppeling van technische systemen aan internet maakt het mogelijk om energie te besparen, meer comfort en veiligheid te bieden en onze steden bereikbaar te houden. Gebouwen worden in hoog tempo ’Smart Buildings’. In moderne gebouwen vind je installaties die data verzamelen en met elkaar verbonden zijn. Sensoren verzamelen gegevens waar de installatie op reageert. Zo spelen de verwarming en de luchtbehandelingsinstallatie in op de buitentemperatuur en de luchtvochtigheid. En de verlichting gaat alleen aan als er mensen in het gebouw zijn.”

Digitalisering van gebouwen en steden heeft veel voordelen. Zo helpt een app Amsterdammers aan een parkeerplek, zijn er in Eindhoven initiatieven om led-straatverlichting ‘connected’ te maken en Utrecht gaat data slim koppelen om bijvoorbeeld fietsendiefstal tegen te gaan. “Dat is digitale techniek op zijn best,” besluit Terpstra. 

Gesponsord