1 jul 2022
|
Maatschappij
Het stikstofprobleem is een uiting van een gebrek aan circulariteit van stik-stof. De boeren en met name de (melk) veehouders die veel eiwit (lees stikstof) voeren en daardoor ammoniak produce-ren zijn onderdeel van het probleem. Een recent genomen besluit van het kabinet is om 7.5 miljard euro uit te trekken om boeren uit te kopen. Dit lost een deel van het probleem op, maar vernietigt ook veel kapitaal en economische waarde. Het stikstofprobleem is ook op te lossen terwijl extra economische waarde/ inko-men wordt gecreëerd voor de boer; door het volledige potentieel te halen uit gras.
Gras is het grootste gewas van Nederland. Een derde van de op-pervlakte van Nederland bestaat uit gras. In gras zit veel eiwit. Een hectare gras levert per jaar 2,5 keer meer eiwit dan een hectare soja. Koeien en andere herkauwers (zoals geiten en schapen) zijn de enige dieren die gras kunnen eten en het graseiwit omzetten. Op deze manier zijn zij humane voeding, in vorm van zuivel en vlees. Helaas gaat de koe niet zo efficiënt om met de rijkdom uit het gras. 50-75 procent van de eiwitten uit gras worden door de koe niet gebruikt en deze komen onder de staart er weer uit in de vorm van urine of mest en daarmee dus stikstof. Daarmee is de oplossing voor de melkveehouderij eigenlijk heel simpel: haal, voordat de koe het gras eet, het teveel aan eiwitten uit het gras.
Het Grassa circulariteitsconcept
Dit is de corebusiness van Grassa. Het gras van de boeren wordt verwerkt en de overtollige eiwitten worden eruit gehaald. Hiervan maakt Grassa voedsel voor andere dieren en op termijn ook voor mensen. Het overblijvende ontsloten gras is een hoog-waardig en duurzaam ruwvoer dat zonder productieverlies aan koeien gevoerd kan worden. Ontsloten gras kan de stikstofuit-stoot met 30% verlagen. “Wat er niet in-gaat, komt er ook niet uit”, zoals algemeen directeur Rieks Smook zegt.
Het optimaliseren van het eiwitgebruik uit gras past bij de plannen van de overheid.
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat 40 procent van de stikstofreductie moet komen uit het anders voeren van dieren. Reductie van eiwit in het voer is daarbij een speerpunt. Daarbij wil de overheid minder afhanke-lijkheid zijn van import van soja en meer lokaal plantaardig eiwit produceren. Dat eiwit wordt al geproduceerd in het gras dat er nu al ligt, alleen wordt het nu niet efficiënt benut. “Als we uit 25 procent van het gras areaal in Nederland graseiwitten winnen, wordt aan de gehele binnenland-se sojavraag voldaan”, aldus Smook. Nederlandse technologie Grassa lost meerdere problemen op: 1) het overschot aan eiwit wordt niet uitgestoten als stikstof, 2) het lokaal gewonnen graseiwit is een perfecte sojavervanger 3) de verkoop van het eiwit uit gras levert voor de boer een extra inkomstenbron. Aan landelijke/provinciale overheden en andere bestuurders de uitnodiging om te komen kijken bij Grassa om daar te zien hoe met gras het stikstofprobleem opgelost kan worden; en mét creatie van economische waarde en met perspectief voor de boer.