18 okt 2019
|
Economie
Nu het bedrijfsleven vaker onder invloed staat van digitale transformatie krijgt dat tevens impact op activiteiten van controllers.
Controllers hebben een opdracht in het financiële segment van het bedrijfsleven, terwijl toch ook de taak op het bordje ligt om activiteiten buiten dat aandachtsveld in de gaten te houden. Juist door het gecombineerd financieel en bedrijfsmatig beoordelen van bedrijfsprocessen is de controller immers in staat om management en stakeholders van strategisch advies te voorzien. Als het om die observatie gaat, kunnen we uit de digitale hoek duidelijke verbeteringen verwachten, valt onder andere op te tekenen uit een reactie van softwaredeskundige Martijn van den Berg.
“Wanneer de controller vanuit een organisatiebrede blik en bijpassend inzicht verdere digitalisering aanvliegt, zullen naast financiële ook andere processen worden meegenomen. Door het vervullen van de rol van strategisch adviseur zal de controller zijn invloed en advies bedrijfsbreed kunnen laten gelden”, aldus Van den Berg, die is geciteerd op een vaksite voor financiële professionals.
De digitale transformatie zoals die zich nu voltrekt, kent tal van trends die je zou kunnen opdelen in verschillende hoofdstukken. Robotisering is daar een onderdeel van, maar bijvoorbeeld ook Artificial Intelligence (AI). Dergelijke innovaties hebben op een brede schaal impact, maar de gemeenschappelijke deler die je daaraan kunt ophangen, is dat de controller meer mogelijkheden krijgt om vooruit te kijken. Dus niet alleen achteruit. Volgens business Intelligence-expert Tom Langerak krijgen controllers dankzij moderne technologie meer tools in handen om bedrijfsprocessen goed te beoordelen. Dan kun je denken aan inefficiënties in die processen of bijvoorbeeld aan het op tijd indentificeren van fraudegevallen. “Met behulp van Artificial Intelligence en algoritmes kun je patronen uit complexe dataverzamelingen destilleren die een mens nooit zou zien.”
Is het dan uitsluitend hosanna wat de klok slaat? Eigenlijk wel, hoewel er toch ook ruimte bestaat voor nuance. En daarvoor moeten we zijn bij Jan Bots, hoogleraar Controlling. Of beter gezegd: voormalig hoogleraar. In zijn recente afscheidsrede heeft hij verschillende actualiteiten in zijn werkveld doorgenomen, waarbij hij onder andere stilstond bij de toenemende digitalisering. Hij verwees daarbij naar een nieuw patent dat Amazon heeft aangevraagd op een systeem aan de hand waarvan een computer persoonlijke eigenschappen inschat op basis van iemands stemgeluid. Denk dan aan eigenschappen zoals geslacht, etniciteit, gezondheid en emotie. Moeten we deze digitale ontwikkeling wel willen, vraagt Bots zich af, waarna hij er meteen de volgende vraag aan vastplakt of we daar eigenlijk nog omheen kunnen.
Neem als voorbeeld een klantenservice van een verzekeringsmaatschappij: Wil je aan de hand van het stemgeluid klanten al dan niet aannemen voor een verzekering? “Als er door Artificial Intelligence bepaalde risico’s kunnen worden uitgesloten kan dit geld besparen en dus uiteindelijk ook verzekeringen voor de consument goedkoper maken. Tegelijkertijd rijst de vraag in hoeverre deze algoritmes vooroordelen of biases bevatten, ook al zijn deze waarschijnlijk niet met opzet ingebracht. Allemaal maatschappelijke vraagstukken.”
De vraag die je in de context van voorgaande observaties kunt opwerpen, is of controllers voldoende kennis hebben van nieuwe, digitale technologieën en klaar zijn voor de toekomst. Daar blijkt nog wel een uitdaging te zitten. Of zoals Bots dat formuleert: de competentie van controllers op het terrein van digitalisering laat ruimte voor verdere ontwikkeling. Veel nieuwe technologieën die in het segment digitale transformatie vallen, kunnen hun voordeel bewijzen bij het efficiënter en betrouwbaarder maken van de bedrijfsvoering. De impact op operationeel niveau staat buiten kijf, maar voor verdergaande, strategische implementatie zouden ook controllers moeten opschakelen in kennis en gebruik van deze toepassingen.