28 okt 2020
|
Maatschappij
Journalist: Féline van der Linde
Het is evident dat we in een overgangsperiode zitten en dat vele sectoren een transitie doormaken, zo ook het onderwijs, vertelt Masi Mohammadi hoogleraar aan de TU Eindhoven en lector aan de HAN Hogeschool.
“De ruggengraat van iedere samenleving is onderwijs, wat niet alleen om persoonlijke vorming gaat, maar ook om het stimuleren van de maatschappelijke betrokkenheid van de student. Nederland doet het wat betreft onderwijs goed, maar er zijn altijd beren op de weg. Hoe gaan we het niveau waarborgen? Hoe gaan we om met onze kwaliteit en het behoud hiervan zeker in een crisis zoals waarin we ons nu bevinden?
Wetenschappelijke rapporten tonen aan dat we ‘video conferencing fatigue’ ervaren, oftewel we zijn het videobellen wel zat. “Ergens is het heel handig, want we kunnen “tegelijkertijd” op meerdere plekken zijn. Anderzijds komt de menselijke maat, soms letterlijk door de veel te grote gezichten in een video-call, onder druk te staan. Dat we het nu moeten gebruiken is evident. Maar de crux ligt in het vinden van een goede balans. Ook studenten en docenten zoeken daarnaar. Er zijn twee veelbelovende oplossingen te noemen. Blended learning, een gebalanceerde mix van fysiek onderwijs en leren met technologie, is toegenomen. En een hybride leeromgeving wordt steeds beter en meer ingeburgerd in ons onderwijs. Hiermee bedoel ik maatschappelijk gedreven onderwijs, waarbij reële problemen uit de samenleving vertaald worden naar de onderwijsopgaven. Al een aantal jaren zijn beide vormen zich aan het ontwikkelen, maar ze zijn in een versnelling terechtgekomen mede door COVID-19.”