20 jun 2018
|
Economie
Journalist: Mark van der Heijden
China blijft een van de snelst groeiende economieën ter wereld. De technologische vooruitgang is groot, de stijging van de inkomens eveneens. Dat biedt nieuwe mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven.
“Daar waar de Nederlandse kracht én de behoeften van China een match kunnen maken, liggen de beste kansen voor Nederlandse bedrijven”, begint Bart van Ark, hoofdeconoom van de internationale onderzoeksorganisatie The Conference Board.
“De Chinese behoeften zijn de afgelopen jaren echter behoorlijk veranderd”, voegt hij er direct aan toe, wat nog versterkt wordt door een strakke industriepolitiek. “Er is snelle technologische vooruitgang geboekt. Het is een middeninkomensland geworden.”
Dat onderschrijft Peter Ho, professor aan de Tsinghua University en de London School of Economics. “De groei is uit de sectoren die de motor waren van China de afgelopen 10 tot 30 jaar.”
Beiden zien ook dat Beijing zijn greep op de economie versterkt. “Alle beleidsinitiatieven zijn er op gericht de Chinese industrie naar een meer geavanceerd niveau te brengen en minder afhankelijk te maken van het Westen, dus bedrijven zijn vooral welkom als ze iets toevoegen wat China nog niet heeft”, vertelt Van Ark.
Ho voegt daaraan toe: “China heeft vooral bedrijven nodig die helpen bij het opstuwen van de Chinese economie. De vraag ligt dus voor een groot deel in het toeleveren van nieuwe technologie en nieuwe processen.” Hij noemt milieutechnologie als voorbeeld. “Andere sectoren die opkomen hangen samen met de stedelijke middenklasse; consumptiegoederen en diensten voor de Chinese burger.”
Ook Van Ark ziet kansen in de dienstensector. “China is een rijker land geworden dat meer diensten consumeert, zowel door particulieren als zakelijk. Tegelijk kent China geen traditie van hoog kwalitatieve dienstverlening, dus daar zijn zeker mogelijkheden voor bedrijven”, vertelt de econoom. “Als we kijken naar sectoren waarin Nederland relatief sterk is ten opzichte van China komen we uit bij de chemische sector, machine-industrie en internationale zakelijke dienstverleners als technisch advies en accounting.”
Kansen mogen er dan genoeg zijn, makkelijk wordt het voor Nederlandse bedrijven echter niet. Het blijft een probleem dat China niet de beste naam heeft als het gaat om het beschermen van intellectueel eigendom. Ho: “Xi (Jinping, president van China, red.) zegt dat patenten beter beschermd zullen worden en dat de markttoegang wordt verbeterd. Het is goed dat hij er politieke prioriteit aan geeft, al moeten we ons realiseren dat dit stap voor stap zal gebeuren.”
“Intellectueel eigendom vertegenwoordigt een enorm risico waar je als Nederlands bedrijf voor moet uitkijken”, vult Van Ark aan. “Ook omdat China politiek gezien in een lastige situatie zit. De handelsconflicten splitsen zich toe op China. Bedrijven die erin stappen moeten goed opletten wat ze doen. Dek alles goed af en zorg dat de partnerships helder en transparant zijn.”
Ho sluit zich daarbij aan. “Bedrijven moeten heel erg kien zijn dat ze hun technologie of producten zoveel mogelijk proberen te beschermen. Intellectueel eigendom kan een issue zijn, al probeert China er alles aan te doen dat die worden gewaarborgd. Toch moet je als ondernemer bij de pinken zijn.” Ook strakkere hand van Beijing vraagt een iets andere aanpak. “Als je samenwerkt met het verkeerde departement van een lokale regering, kan dat leiden tot veel problemen”, zegt Ho. “Maar als je je huiswerk goed doet, liggen er veel kansen.”