19 dec 2022
|
Economie
|
Foto: Felix Mittermeier
In de beleggingswereld is educatie geen overbodige luxe. Want iedereen heeft de mogelijkheid te beleggen, maar kunt u ook beleggen?
Tijdens een carrière als investeerder, trader en hedge fundmanager, ontdekte André Brouwers, oprichter van het Beleggingsinstituut en vijfvoudig winnaar van het grootste Nederlandse beleggersdebat, dat het antwoord vaker nee is dan ja. Dit sterkte zijn behoefte om met zijn opgedane kennis en ervaring mensen meer wegwijs te maken in beleggen.
“Het is bijzonder hoe we zoveel waarde hechten aan ons geld, maar wel ons hard bij elkaar gespaarde vermogen in beleggingen stoppen zonder gedegen kennis van een bepaalde aanpak of strategie”, uit Brouwers zijn zorgen. “Dit zie ik bij alle soorten personen en partijen. Ik zie mensen die bereid zijn bedrijven te verkopen richting hun pensioen om de opbrengst daarvan te beleggen, zonder een solide beleggingsstrategie en -structuur. Dat is eigenlijk heel gek.”
Deze nonchalance komt vaak doordat men vertrouwt op de lange termijnresultaten van de markt uit het recente verleden. “De afgelopen tien jaar waren de resultaten goed. Maar het devies luidt: ‘Don’t confuse a bullmarket with brains.’ Inzicht in de werking van de markt en markthistorie is essentieel. In de afgelopen 35 jaar heb ik gezien dat beleggers negatief verrast worden in mindere tijden. Vergeet niet dat er perioden van tien à vijftien jaar zijn geweest waarin aandelen per saldo negatief rendeerden. Dalingen waren soms groter dan 50 procent. Dat is een behoorlijk risico voor een strategie om hopelijk een rendement van 6,9 procent gemiddeld per jaar te behalen. Zeker voor vijftigplussers, die feitelijk een beperkte beleggingshorizon hebben. Volgens mij is er een mismatch tussen de strategie van de bank of vermogensbeheerder en de verwachtingen van de belegger. Dat begrijpt de belegger meestal pas wanneer het te laat is.”
Educatie helpt om de voor-en nadelen van een bepaalde strategie te begrijpen. “Educatie moet mijns inziens gegeven worden aan de hand van de 3M’s: Mindset, Methode en Money Management. Aan de hand van dit drieluik worden mensen bewust gemaakt van hun eigen psychologie en die van de markt, leren ze methoden gebruiken die ook hout snijden voor hun persoonlijk; iedereen immers belegt vanuit een andere situatie en met andere doelen; en worden ze getraind in het belang van gedegen money management: verantwoordelijk omgaan met het vermogen dat je hebt. Dit laatste element is cruciaal om consistent goede resultaten te realiseren. Te veel beleggers vertrouwen op spreiding, maar die werkt onvoldoende als het nodig is.”
Wanneer je beperkingen van een aanpak kent ben je in staat bewuster te beleggen. Alleen geld parkeren bij een betrouwbare partij zonder kennis en inzicht leidt vroeg of laat tot teleurstellingen. “Is het te veel gevraagd om tijd en aandacht te besteden aan de strategie voor je vermogen? Vermogen waar je decennia lang voor gewerkt hebt. Met een goed gesprek en een paar praktijktrainingen geven we mensen inzicht en kennis, en creëren we rust. De beperkingen van een strategie kennen helpt je om ook in mindere tijden vast te houden aan een zorgvuldig gekozen aanpak.”
Brouwers besluit: “Denk na over hoe je je geld beschermt en welke situatie op jou van toepassing is. Ben je bijvoorbeeld tussen de vijftig en zestig, is investeren in ETFs dan wel de route voor jou? Kun je een terugval van 50 procent wel mentaal en financieel verwerken? Of is het wijs om een andere strategie te overwegen? Wat is je prognose voor de lange termijn? Hoe beperk je risico’s en verliezen? De strategie van de bank of vermogensbeheerder gaat ervan uit dat spreiding ervoor zorgt dat de risico’s beperkt blijven. Maar uit eigen ervaring weet ik dat dit niet per definitie waar is. Het kan beter en na tien succesvolle beursjaren is het niet gek om eens kritisch naar onze aanpak te kijken.”
Hoe kunnen het aantal duurzame beleggingen omhoog?
Het is snel en hard nodig om het aantal duurzame beleggingen omhoog te krijgen. De grootste stappen worden natuurlijk gezet wanneer grote spelers, zoals pensioenfondsen, dat doen. Maar ook particuliere beleggers kunnen hun gezamenlijke invloed aanwenden om een bijdrage te leveren aan het leefbaar houden van de planeet. Financiële instellingen kunnen daar ook iets aan doen. Als zij beleggers namelijk meer zeggenschap geven over waar hun geld precies in wordt geïnvesteerd, kan dat ertoe leiden dat mensen meer gaan investeren in duurzame doelen. Dat is geen uit de lucht gegrepen bewering, want de beleggers zeggen dat zelf.
Schroders doet jaarlijks een wereldwijd onderzoek onder particuliere beleggers: De Global Investor Study. Duurzaamheid is daarin een belangrijk thema, met uitkomsten waar financiële instellingen mee aan de slag kunnen, of misschien wel moeten. Uit het onderzoek komt naar voren dat 57 procent van de beleggers meer duurzame investeringen zou doen, als ze meer invloed konden uitoefenen op de specifieke bestemming en impact van hun geld. Onder Nederlandse beleggers is dat zelfs 63 procent.
Tegelijkertijd zijn er volgens de beleggers nogal wat obstakels waar ze tegenaan lopen. Die verhinderen juist dat ze meer geld in duurzame doelen investeren. Meest genoemd (door 58 procent van de ondervraagden): een gebrek aan transparantie en het ontbreken van cijfers die de impact van duurzame investeringen laten zien.
“Het lijkt mij duidelijk wat financiële instellingen te doen staat: geef klanten meer zeggenschap over investeringen, wees transparant en laat met data zien wat de impact van een belegging is. Dit zal het aandeel duurzame investeringen vergroten en uiteindelijk profiteert de hele planeet”, Willem Schramade, Head of Sustainability Client Advisory bij Schroders en Fellow Erasmus Platform for Sustainable Value Creation
“Bij Schroders maken we hier niet voor niets al langere tijd veel werk van, en blijven we op zoek naar manieren om het nog beter te doen. We zien dat het effect heeft en ook in toenemende mate doorslaggevend is, zowel voor grote en kleine beleggers. Duurzaamheid is in de nabije toekomst een doorslaggevende factor bij investeringsbeslissingen. Bij pensioenfondsen, maar ook bij de individuele belegger.”