Deel dit artikel:

29 sep 2022

|

Economie

Een duurzame toekomst van de financiële sector: Hoe ziet dat eruit volgens ons?

Duurzame transformatie gaat in kleine stappen

De snelle transformatie naar een duurzame en sociale onderneming bestaat niet, betoogt Ali Niknam, oprichter van Bunq. Kleine stappen maken en geen tweespalt kweken, dat helpt. 

  • De overgang naar een duurzame maatschappij moet van onderaf komen, niet vanuit een centrale overheid
  • Groei is nodig om impact te vergroten

 ali2.jpg
Ieder bedrijf draagt het dna van de oprichters en de eerste groep werknemers. Dat was in 2012 dus niet anders toen Ali Niknam aan de wieg stond van Bunq - geen bank, maar een tech-onderneming zoals hij zelf zegt. “We begonnen direct na de financiële crisis, dus iedereen bij Bunq heeft in z’n dna dat hij of zij iets wil bijdragen. Op het financiële front - hoe maken we banken meer gebruikersgericht - maar vooral op sociaal en duurzaam gebied. Onze datacenters zijn bijvoorbeeld vanaf de start aangesloten op groene stroom.”

 


Dat bedrijfs-dna betekent vooral dat innovatie niet per se vanuit de directie komt. De overschakeling op recyclebare koffiebekers en de komst van een kok die werkt met het overgebleven voedsel van Bunq komen uit de koker van medewerkers die actie ondernamen. “Het zijn misschien geen grote stappen, maar de gemene deler is dat dit allemaal vanuit onze mensen komt. Voor onze medewerkers en gebruikers is duurzaamheid een groot goed, daar is ons investeringsbeleid ook op aangepast. Ik denk dat we verantwoordelijker investeren dan welke bank dan ook. Daarom zijn we ook bomen gaan planten voor alle acties die gebruikers toch al doen, zoals pinnen en boodschappen afrekenen. Langzaam word je dan co2-neutraal. We hebben inmiddels ruim acht miljoen bomen geplant.”

 


Mensen maken zich terecht zorgen over het klimaat, maar worden ook lamgeslagen door de grootte van het probleem, denkt Niknam. “Er komt alleen geen eureka-moment waarmee we dit probleem oplossen, zo werkt dat niet. Maar als we allemaal ons steentje bijdragen, dan kunnen we dingen oplossen. Er is geen regering, geen bedrijf en geen consument die dit in z’n eentje kan oplossen. Als we allemaal wat doen, is het sneller opgelost.”

Dat hoeft niet van hogerhand gecoördineerd te worden, betoogt Niknam. “Ik geloof daar niet in. Dan wordt het een politiek vraagstuk waarbij consensus gezocht moet worden. In de praktijk betekent dit dat je waarschijnlijk een heleboel niks krijgt. We moeten elkaar niet aanstaren, maar vraag jezelf af: ‘Wat kan ik beter doen?. Ik maak er binnen Bunq geen policy van.”

 


In dat ritme kent Bunq nu meatless mondays, ook bedacht door werknemers. Niknam rijdt geen auto meer in Amsterdam, eet vegetarisch en heeft zijn intercontinentale vluchten flink teruggeschroefd. “Mensen moeten voelen dat dit een bedrijf is waarbij hun duurzame ideeën passen, en dat ze de ruimte voelen om aan de slag te gaan met die ideeën. Daar komen mooiere dingen uit dan als je het centraal aanstuurt. Dat is dus geen transformatie, zoals het in corporate taal heet, maar verandering gaat in kleine stappen.”

 


Niet iedere onderneming kent een dergelijke cultuur, dat realiseert Niknam zich ook. “Er zijn inderdaad andere culturen, die misschien meer top-down zijn georganiseerd. Maar dat geeft niet, voor de oplossing van deze problemen bestaat geen one size fits all. Ik heb het idee dat we daar al veel te lang naar zoeken. Waar ik naartoe wil, is dat we allemaal zelf nadenken, binnen onze context. Dan zul je zien dat er bijna overal meer gedaan kan worden dan er nu gebeurt.”

 

‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Wim Eikelboom, BNP Paribas Cardif: ‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Moet een verzekeraar nu koploper zijn in ESG-doelstellingen, of juist een volger? Volgens Wim Eikelboom, deputy-ceo van BNP Paribas Cardif in Nederland, gaat dat hand in hand. “We kunnen ervoor kiezen om vervuilende industrieën niet meer te verzekeren, of we gaan ze juist helpen.”

  •  Via zijn investeringen kan BNP Paribas Cardif veel invloed uitoefenen op het duurzaam beleid van grote ondernemingen
  • ESG-doelstellingen zijn makkelijker, omdat het leeft bij het personeel

 wim-eikelboom.jpg
BNP Paribas Cardif is weliswaar een relatief kleine verzekeringstak van de BNP Paribas Groep, maar dat betekent niet dat de impact niet groot kan zijn. Het bedrijf verkoopt verzekeringen op het gebied van overlijdensrisico en producten voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. “Voor onze doelstellingen op sociaal en duurzaam gebied volgen we de lijn van BNP Paribas, dat geeft ons een duidelijk kader. Maar dat betekent niet dat we zelf geen initiatieven ontplooien. Dat zit in onze cultuur”, vertelt Eikelboom. 

 

In de visie van BNP Paribas Cardif betekent dat dat de vier value drivers - klanten, personeel, maatschappij, financiën - hecht met elkaar verbonden zijn. “Ze zijn bij ons allemaal verbonden. Het is voor de klant heel belangrijk om beschermd te zijn, juist in deze tijden. Daarbij is het onze taak om hun polisinleg goed te beleggen. Vanuit BNP Paribas willen we koploper zijn op groen en sociaal gebied, en dat geldt ook voor ons personeel.”  

 


De verzekeraar heeft weinig tot geen direct klantcontact, omdat de verzekeringen door tussenpersonen worden verkocht. De focus ligt dan ook op de beleggingen. Eikelboom: “Daarmee willen we verduurzamen. Dat is tachtig procent van onze balans.” In de verzekeringsindustrie wordt natuurlijk al langer gekeken naar welke investeringen gedaan worden, waarbij witwassen en terrorisme buiten de deur wordt gehouden. Nu kijkt het bedrijf ook naar bedrijven met een zware footprint. “Dat is nu de richting waarin we keuzes gaan maken.”

 


De voortrekkersrol van BNP Paribas Cardif uit zich in de investment beliefs van het bedrijf. “Zowel onze producten als beleggingen zijn gericht op de lange termijn. We waren een van de eersten die stopten met onconventionele olie- en gasbeleggingen. Dat wil niet zeggen dat we ze meteen verkocht hebben, maar ze worden nu wel uitgefaseerd. We hebben ook een benchmark gedaan op ESG-gebied, waarbij we kijken hoe de markt ervoor staat. We willen boven die benchmark zitten. Investeringen krijgen tegenwoordig een ESG-waardering. 65 procent van onze beleggingen valt daar nu al onder en dat cijfer willen we verder omhoog brengen.”

 


Zo transformeert BNP Paribas Cardif geleidelijk in een steeds duurzamer en socialer bedrijf, ziet Eikelboom. “We zijn op de goede weg, zeker op het gebied van onze beleggingen. Op klantgebied kunnen we nog wel een slag maken. Consumenten denken goed na over verduurzaming, en hebben in deze tijd te maken met veel onzekerheden. We proberen dan ook producten te leveren die daarop aansluiten. Daarnaast willen we bedrijven graag helpen; we zeggen niet meteen dat we niet meer zullen investeren, maar we kijken graag mee hoe zij de transitie naar een duurzamer model kunnen maken.”

 
Eikelboom benadrukt dat het bedrijf goed is ingericht op een nieuwe slag in ESG-doelstellingen. Het personeel van het bedrijf heeft verduurzaming en een sociaal beleid hoog in het vaandel. “We zijn, mede door corona, van twee kantoorpanden naar één gegaan. We rijden meer elektrisch, en onze mensen zijn zeer betrokken en doen veel vrijwilligerswerk. Wereldwijd steunen we de strijd tegen obesitas en in Nederland werken we hiervoor samen met JOGG, voor een gezonde jeugd met een gezonde toekomst. Onder het personeel zijn er ook veel initiatieven op het gebied van vitaliteit en bewegen. Dat leeft hier echt. We hebben twee procent ziekteverzuim, dat is historisch laag. Het gaat goed met onze mensen, en dat betekent dat we onze boodschap ook kunnen uitdragen naar de wereld om ons heen.”

 

 

Hoe maken banken en verzekeraars de stap van shareholder naar stakeholder value? 

Voor banken en verzekeringsmaatschappijen ligt er de komende jaren een belangrijke taak. Ze moeten hun focus verleggen van shareholder value naar stakeholder value en dus rekenschap afleggen aan de totale keten. Alleen zo kunnen ze ook op de lange termijn voldoende waarde bieden aan al hun belanghebbenden, niet alleen aandeelhouders. EY helpt de financiële sector met het formuleren en laten doorleven van deze brede ‘purpose’. 

 

ey-loes-andringa-1572-meta.jpg
De rol van de financiële sector bij het bewaken van duurzame waarden in ons economisch model is belangrijker dan ooit. Banken en verzekeraars moeten nieuwe bedrijfsmodellen ontwikkelen die meer gericht zijn op waardecreatie voor al hun belanghebbenden op lange termijn. Hun prestaties met betrekking tot klimaat- en maatschappelijke doelstellingen zullen steeds belangrijker worden en zelfs een voorwaarde zijn voor het behalen van financiële resultaten. Van shareholder value naar stakeholder value, een verschil van slechts twee letters, maar tegelijk een complete mindshift voor de sector. Loes Andringa is sectorleider verzekeringen bij EY en helpt verzekeraars met deze transformatie. Zeynep Deldag is sectorleider Banking & Capital Markets en doet dergelijke transformaties als client service partner voor banken en grote financiële instellingen. Beiden zien zij dat duurzaamheid bij al hun opdrachtgevers bovenaan de agenda staat. 

 

zeynep1.jpg
Deldag: “Voor banken is het cruciaal dat ze hun bedrijfsdoelstelling herformuleren en daadwerkelijk in praktijk brengen dat ze ‘purpose driven’ waarde creëren voor alle belanghebbenden. De belangrijkste dimensies voor waardecreatie zijn: klant en consument, medewerkers, maatschappelijk en financieel.”

 


Keuzes maken in cliënten, investeringen en financiering

Wat zijn dan onderwerpen waar beide sectoren zich op kunnen richten? “Banken zijn cruciale partijen om te zorgen dat we voorop kunnen lopen in het behalen van zowel milieu- als  maatschappelijke doelstellingen. Denk aan het reduceren van de CO2-voetafdruk of versnelling van financial inclusion. Allemaal onderwerpen die hoog op de agenda staan binnen de sector”, vertelt Deldag. “Door te focussen op een brede groep stakeholders, met een duidelijk doel voor ogen, namelijk het genereren van duurzame business op lange termijn, kunnen banken daadwerkelijk vooroplopen. Bijvoorbeeld door te kiezen voor groene financiering, samenwerkingsverbanden op te zetten of technologie in te zetten voor financial inclusion. Het gaat dan niet alleen om het introduceren van nieuwe financiële producten, maar om de ambitie om initiatieven te ondersteunen die de economie een duwtje in de rug geven en zo bijdragen aan een betere wereld.” 

 


Volgens Andringa kan het ook betekenen dat je er juist voor kiest om je producten en services meer of minder te richten op bepaalde sectoren. “Zzp’ers waren bijvoorbeeld voor verzekeraars een onderbelicht marktsegment. We zien nu juist verzekeraars die zich met hun producten specifiek focussen op deze groep. Terwijl een keuze ook kan zijn om minder te gaan investeren in of minder te werken met bedrijven in de tabaksindustrie of producenten van fossiele brandstoffen.” Deldag ziet hetzelfde in de bankensector: de steun aan bedrijven die bijdragen aan een duurzame wereld of juist het stoppen van werken voor klanten die niet duurzaam zijn. 

 


Hogere doel doorleven

Voor beide sectoren levert dat businessmodellen op waarbij ze innovatief zullen moeten zijn en samenwerkingen moeten zoeken met de juiste partners om hen te helpen de transitie te maken of additionele diensten te leveren. Duurzaamheid is zeker geen onderwerp dat je er zomaar even bijdoet of dat beperkt blijft tot een manier om aan compliance te werken. Bovendien is het concreet maken van je duurzaamheidsdoelstellingen nog steeds een uitdaging voor veel organisaties. “Uit alle hoeken zijn vereisten aan de bankensector toegenomen: klanten willen een betere klantbeleving, medewerkers willen vooral werken voor een bank die bijdraagt aan een betere en duurzamere wereld, regelgevende instanties eisen dat ze voldoen aan voorschriften, wat resulteert in extra eisen aan rapportages en aandeelhouders willen dat ze winstgevend zijn. Banken die hierop reageren met business modellen waarin ESG doelen zijn verweven zullen de frontrunners zijn.” Het is niet voor niets dat EY eerder dit jaar naar buiten kwam met de bewustwordingscampagne ‘duurzaamheid, hard gemaakt’, juist om alle vereisten om te zetten in concrete plannen.

 


De kunst is om de purpose tot leven te brengen voor alle doelgroepen, die allemaal een verschillende focus hebben. Andringa ziet bij verzekeraars ook nieuwe diensten ontstaan voor polishouders. “Het gaat bijvoorbeeld meer om preventie: hoe help je polishouders preventief met gezondheid en welzijn? Dan heb je het over aanvullende producten of dienstverlening die ervoor zorgen dat je relevanter wordt voor je klanten.” 

 


Building a better working world

EY spreekt uit eigen ervaring als het gaat om het formuleren en implementeren van een waardegerichte doelstelling. Het maakte een soortgelijke transformatie door. Andringa: “Building a better working world vormt de leidraad voor al onze werkzaamheden. Dat hebben we tastbaar en concreet gemaakt voor al onze medewerkers. Als zij deze doelstelling ook echt invoelen, zal dit ervoor zorgen dat zij het beste van zichzelf laten zien. Walk the talk, live the purpose” noemt Andringa het ook wel. Deldag beaamt dat dit de kracht is van EY: “Organisaties helpen om hun doelstelling te formuleren en zorgen dat iedereen hiermee ‘in lijn’ functioneert. We zien het grote verhaal en hebben binnen EY voldoende expertise in duurzaamheid om organisaties te helpen met hun bredere transformatie.”  

 


Eye on Banking & Insurance

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bezoek dan op 24 november het evenement Eye on Banking & Insurance. Dit gaat in op de manier waarop banken en verzekeraars duurzaamheid kunnen inzetten om te transformeren tot waardecreatie op de lange termijn. 

Gesponsord