23 apr 2019
|
Economie
Dat patiënten in een ziekenhuis sneller genezen als zij daglicht en zicht op groen hebben lijkt vanzelfsprekend, maar is pas kortgeleden ook wetenschappelijk vastgesteld. Deze healing environment is niet alleen goed voor het welzijn van de patiënt, maar draagt ook bij aan een betere bedrijfsvoering omdat zorgkosten dalen. Ook in gewone werkomgevingen lijken deze effecten van daglicht en groen er te zijn. Wetenschappelijk bewijs hiervoor wordt steeds sterker. Veel werkgevers hebben daarom al preventie- en vitaliteitsprogramma's die ook naar de werkomgeving kijken.
Nu er dankzij Internet of Things steeds meer sensoren en systemen aanwezig zijn in onze werkomgeving, beschikken we ook over steeds meer data. Samen met (anonieme) observatie van gedrag en metadata over welzijn van een populatie, leveren die data vele inzichten om welbevinden van medewerkers van dag tot dag objectief te verbeteren. Vanuit de Expertgroep Technologie van FMN, de beroepsvereniging voor het facilitaire domein, volgen we deze ontwikkelingen op de voet en kijken we hoe we met technologie en big data kunnen bijdragen aan een gezonde werkomgeving en vitale medewerkers.
Tot op heden blijven acties voor de verbetering van gezondheid en welzijn vaak hangen op het niveau van stimuleren van traplopen, fitnessprogramma’s, skippyballen en zit-sta-bureaus. Data uit klimaat- en andere systemen helpen om specifieker te kunnen zijn over relaties tussen welzijn en omgeving. Niet alleen temperatuur, luchtvochtigheid en geluid, maar ook lichtval, materialen, binnengroen, bezettingsgraad, kleur en het aantal mensen in de ruimte hebben invloed op het welzijn van mensen. Daarnaast zijn ook de sociale aspecten van invloed die de persoonlijke leefomgeving en de relatie werknemer - werkgever raken. Via bijvoorbeeld HR-Analytics en wearables die medewerkers dragen is ook hier kennis beschikbaar net buiten het facilitaire domein. Kennis die tegelijkertijd ook dicht bij de persoonlijke levenssfeer van medewerkers komt en daardoor ongemakkelijk kan voelen. Maar met het inzetten van een ‘trusted third party’ is het mogelijk deze gegevens in de toekomst wel te delen, zonder dat deze naar personen herleidbaar is.
Kortom genoeg kansen om met behulp van data de werkomgeving te verbeteren. De techniek is hierin de meest eenvoudige horde om te nemen. De organisatie, de verandering en vooral het krijgen van vertrouwen zal hierin de meeste inzet vragen. Daarin ligt voor de facility manager en dus ook voor de Expertgroep Technologie van FMN de belangrijkste uitdaging.
Harm van den Boogaard, voorzitter van de Expertgroep Technologie van FMN