30 jun 2020
|
Economie
Journalist: Marjon Kruize
Wij Nederlanders eten zo’n 5 kilo chocolade per jaar. Het grootste deel van de cacaobonen voor die chocola wordt geteeld door kleine boerenfamilies in West-Afrika. In de supply chain wordt veel gedaan om hen te ondersteunen en hun positie te versterken.
“Ongeveer 25 procent van alle cacaobonen ter wereld worden in Nederland verwerkt en behandeld”, vertelt Joost Oorthuizen, CEO van IDH, the Sustainable Trade Initiative. “Twee tot drie miljoen boerenfamilies in Afrika zijn afhankelijk van de verbouw van deze cacao voor hun levensonderhoud. Het grootste deel van die boeren doet alles zelf. Ze brengen hun cacao naar buying stations, waarvan uit het naar grotere warehouses gaat. In die warehouses wordt er boter of poeder van gemaakt. Vanuit die warehouses gaat het vervolgens naar fabrieken in Nederland waar halffabricaten worden gemaakt voor de chocoladefabrieken. Je kan je voorstellen dat dat een enorme logistieke operatie is.”
Joost Oorthuizen, CEO van IDH, the Sustainable Trade Initiative
Amsterdam is de grootste cacaohaven ter wereld en circa driekwart van die cacao wordt ook in Nederland tot chocola verwerkt, dus is het volgens Oorthuizen ook aan ons om hen te helpen. “Het bedrijfsleven speelt hier een grote rol in. De industrie kan langs de lijnen van de keten een hoop doen om deze boeren te helpen. In Nederland is het bedrijfsleven nauw betrokken bij ontwikkelingssamenwerking en dat is goed, want in feite gaat het allemaal over een betere supply chain.”
Tien jaar geleden begon het voor een chocoladefabrikant pas bij de eigen fabriek, maar tegenwoordig wordt er gewerkt aan coöperatievorming, waarbij de boeren veel meer ondersteund worden. “Ze zijn heel erg die last mile gaan organiseren. Het bedrijfsleven investeert in de opbouw van de kwaliteiten van de boeren en zorgt ervoor dat ze zich kunnen organiseren en ook kunnen gaan sparen. We zijn nu druk bezig met digitalisering. Handelaren brengen de boeren in kaart. Ze weten nu waar hun cacao vandaan komt en waar de grenzen van hun plots zijn. We zorgen ook dat ze getraceerd kunnen worden. De boeren krijgen een bankrekening en kunnen hun geldzaken zelf regelen met hun mobiele telefoon. Als ze een zak bonen leveren wordt die gescand en worden ze uitbetaald op hun bankrekening. Hierdoor wordt fraude en beroving van tussenhandelaren voorkomen en dat bespaart weer geld. We helpen de boeren ook te sparen zodat ze de schoolkosten van hun kinderen kunnen betalen en weer naar school kunnen.”
Naast dat je een goed gevoel wilt overhouden aan het eten van je stukje chocolade zijn er ook nog een aantal andere redenen om de cacaoboeren in Afrika te ondersteunen, stelt Oorthuizen. “Ten eerste wil je dat doen vanuit solidariteit, je hebt de kans om 2 tot 3 miljoen mensen uit de armoede te halen. Daarin lopen wij in Nederland echt voorop, ons poldermodel is daarin enorm krachtig. Bij ons werkt het bedrijfsleven al samen met de overheid aan ontwikkelingssamenwerking. Onze export naar Afrika is ook al enorm groot, de jaarlijkse handel van Nederland met Afrika bedraagt 27 mijlard. Dit is nog relatief bescheiden, want het is een groot continent, maar in 2050 zal het onze grootste handelspartner worden. Want het continent groeit enorm en daarom is het goed dat we nu al in dat land aanwezig zijn en hen helpen bij die groei. Naast een goed gevoel kunnen we er dus ook mooie handelsrelaties uit halen. Op de lange termijn plukken we daar de vruchten van.”