10 okt 2022
|
Economie
Het is een heel teleurstellend jaar voor beleggers. De koersen lijken alleen maar te kunnen zakken en inmiddels staan de beurzen op behoorlijke verliezen. Een lawine aan slecht nieuws heeft het vertrouwen onder beleggers naar een dieptepunt doen zakken. Dat is een goede reden om je geld niet in aandelen of obligaties te investeren, zou je zeggen. Alternatieven om je vermogen tegen inflatie en de fiscus te beschermen lijken echter (nog) niet voor handen.
Volgens het CBS is de inflatie met 12 procent gestegen ten opzichte van een jaar geleden. Het opbouwen of het verder willen laten groeien van een vermogen wordt zo erg moeilijk wanneer je geld op een spaarrekening staat. De rentevergoeding is veel te laag.
Al werken de beurskoersen momenteel niet erg mee, toch zouden beleggers zich daar niet al te veel van aan moeten trekken. Terugkijkend hebben beleggers de afgelopen eeuw behoorlijk wat voor de kiezen gekregen. De zwaarste crash uit de historie (1929), een wereldoorlog, een periode van langdurig hoge inflatie (1965-1982), de grootste beurscrash op één dag (1987), de internetcrash (2000-2003), de kredietcrisis (2008), de coronacrisis (2020) en nu weer de sterk oplopende inflatie. Desondanks bedroeg het rendement op aandelen over de afgelopen 200 jaar gemiddeld 6,6 procent per jaar, gecorrigeerd voor inflatie.
Zonder rekening te houden met inflatie zou het rendement op aandelen gemiddeld rond de 10 procent per jaar zijn uitgekomen. Daarmee bleek een belegging in aandelen superieur aan obligaties, vastgoed, goud of een spaarrekening. Als je vermogen wil opbouwen, verder laten groeien of beschermen lijk je niet om aandelen heen te kunnen. Niet dat je je hele vermogen in aandelen moet beleggen, maar toch zeker wel een deel ervan.
Na het besluit om te gaan beleggen komt de keuze om het vermogen te laten beheren of om het zelf te gaan doen. Veel beleggers, vooral jonge, besluiten in eerste instantie het zelf te gaan doen. Daar is niets op tegen. Er zijn echter wel nadelen aan verbonden. Beleggen kost nogal wat tijd en de nodige kennis van zaken. Belangrijker nog, emoties kunnen een goed rendement in de weg staan. Wanneer het gaat over je eigen geld blijken beslissingen om te kopen en vooral te verkopen erg lastig.
Veel beleggers geven het beheer van hun vermogen daarom liever uit handen aan een professionele vermogensbeheerder. Deze beschikt over de nodige expertise, ervaring en tijd om het vermogen te kunnen beheren. En het belangrijkste, een vermogensbeheerder kijkt op een zakelijke manier naar uw vermogen, niet gehinderd door emoties.
Een vermogensbeheerder zal eerst je persoonlijke situatie goed in kaart willen brengen. Daarbij worden de financiële situatie, het beleggingsdoel, de risicohouding en beleggingshorizon vastgesteld. Zonder deze gegevens kan er geen goed risicoprofiel worden opgesteld. Om op de juiste manier te beleggen is dat zonder meer noodzakelijk. Mensen kunnen immers sterk van elkaar verschillen. Wat voor de één een goede belegging is hoeft dat voor de ander zeker niet te zijn. Het opstellen van een risicoprofiel maakt maatwerk mogelijk, een op de persoonlijke situatie van de cliënt toegesneden beleggingsportefeuille.
Zo gaat Fintessa Vermogensbeheer ook te werk. Fintessa is een vermogensbeheerder van de oude stempel. Er wordt niet belegd in beleggingsfondsen en gestructureerde producten. Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten wanneer dat niet nodig is. Er wordt juist belegd in individuele aandelen en obligaties. Sporadisch wordt er gebruik gemaakt van trackers. Iedere belegging moet begrijpelijk en voor iedereen eenvoudig te volgen zijn.
Een belangrijk uitganspunt in ons beleggingsbeleid vormt diversificatie. In de eerste plaats worden de middelen gespreid over diverse vermogenscategorieën in overeenstemming met het opgestelde risicoprofiel. Deze beslissing is de belangrijkste. De volgende stap is de spreiding over sectoren. Fintessa volgt geen landenspreiding. De portefeuilles van onze cliënten bevatten immers altijd multinationale ondernemingen die wereldwijd hun geld verdienen. In welk land een hoofdkantoor is gevestigd is nauwelijks van belang.
De sector waarin een bedrijf actief is wel. Enkele voorbeelden zijn technologie, farmacie, consumentengoederen of energie. Iedere sector reageert anders op de economische ontwikkelingen. Juist door in alle sectoren aanwezig te zijn wordt het risico verlaagd. Wanneer sommige sectoren goed renderen zullen anderen achterblijven. Te veel concentratie in maar een paar sectoren leidt tot een (te) eenzijdige portefeuille.
Binnen iedere sector proberen wij het beste bedrijf te selecteren. Dat kan de marktleider zijn, maar ook een kansrijke runner-up. Het moeten wel solide bedrijven zijn met een sterke concurrentiepositie, een goed management, een gezonde balans, liefst met een aantrekkelijk dividend en een mooi track record. De sterkste spelers kunnen mindere tijden het best overleven en hebben nadien weer de meeste kans op herstel.
Deze filosofie komt tot uiting in een wereldwijd gespreide portefeuille die beleggers door mindere beurstijden kan loodsen zonder achter te blijven in goede beurstijden. Het doel is een gestaag rendement op de lange termijn, zonder wilde schommelingen. De nachtrust van onze cliënten mag nooit in het geding komen.