20 sep 2024
|
Economie
Journalist: Jan Koning
Waterstof is een van de stukjes in de energietransitie puzzel. Toch is er tot op heden eigenlijk onvoldoende aandacht voor deze vorm van brandstof. En dat is vreemd.
Jaqueline Vaessen, ad interim directeur van NLHydrogen en expert op het gebied van hernieuwbare energie, vindt het opmerkelijk dat de overheid zo weinig doet om waterstof in de markt te zetten. “Waterstof is echt niet het duizend-dingen-doekje dat de oplossing voor alles is. Het is echter wel een onmisbare schakel in de energietransitie. Toch wordt er nog onvoldoende erkend wat er allemaal bij komt kijken bij het opzetten van een waterstofeconomie.”
Jaqueline Vaessen, Ad interim directeur, NLHydrogen
Kip of ei? Nederland is, na Duitsland, wel de een na grootste Europese waterstofproducent. “Dat is echter bijna allemaal grijze waterstof op basis van aardgas, want er zijn in Nederland onvoldoende groene elektroden om alle benodigde groene waterstof te maken. Daarnaast zijn de elektrolysers nog te klein zijn om genoeg waterstof uit water te halen. “We beschikken momenteel over nog geen vijf procent van wat we in 2030 moeten realiseren. Omdat we de technologie nog aan het opschalen zijn, is groene waterstof veel duurder dan grijze waterstof. Wanneer je nu dus groene, schone waterstof maakt, wil niemand de prijs daarvoor betalen. Dan krijg je dus een ‘kip-en-eiprobleem’. We gaan het niet maken, want er zijn geen kopers voor, of we gaan het niet kopen, want de prijs ligt te hoog.”
Gelijk speelveld Een tussenoplossing is het verstrekken van overheidssubsidies, wat al gebeurt op de productiekosten, maar volgens Vaessen zit het probleem in Nederland vooral in hoge energiekosten. “Ten opzichte van onze omringende landen, liggen de kosten voor elektriciteit in Nederland gewoon erg hoog. Dit heeft te maken met de aansluitkosten, waarvoor bedrijven de volle mep betalen. Dat geldt dus ook voor de elektrolysers die zo’n belangrijke rol moeten gaan spelen in de energietransitie. Daarnaast gaat een elektrolyser uit als er een tekort aan elektriciteit is. Als je vooraf weet dat je investeert in een apparaat dat niet voor 100% gaat draaien, weet je dus ook dat het lastig wordt om je investering terug te verdienen.”
Duitsland heeft - vanwege de rol die waterstof gaat spelen in het balanceren van het energienet - elektrolysers en groene batterijen voor twintig jaar vrijgesteld van aansluitkosten. Dat scheelt 30% per businesscase. “Als het gaat over één Europa, moet je dit natuurlijk gelijktrekken om een eerlijk speelveld te creëren, en daarmee de invloed van groene waterstof op het elektriciteitsnet te vergroten. De Nederlandse overheid blijft echter achter vanwege het kostenplaatje. Ergens kan ik dit begrijpen, maar het vormt wel een groot struikelblok voor het opstarten van een groene waterstofeconomie in Europa. Een gebalanceerd groen elektriciteitsnet heeft groene waterstof nodig.”
Groene toekomst Behalve waterstof zal de overheid volgens Vaessen ook moeten kijken naar kernenergie, geothermie en diverse alternatieven, om uiteindelijk tot een gebalanceerd groen elektriciteitsnetwerk te komen. “We hebben inmiddels een brief gestuurd namens de waterstofverenigingen in Nederland, Duitsland en België, om een gelijk speelveld te creëren voor alle landen. Daarnaast vraagt een andere brief om te focussen op Europese bedrijven, en bijvoorbeeld geen Chinese elektrolysers te importeren. Dit om bij te dragen aan een groen, sterk en gebalanceerd Europees elektriciteitsnetwerk. Voor een collectieve groene toekomst.”