Deel dit artikel:

31 mei 2022

|

Economie

Fiscale wetgeving blijkt pittige kluif

Journalist: Hugo Schrameyer

|

Foto: Persfoto & Pexels  

De wereldhandel is sterk geglobaliseerd, terwijl internationale fiscale wetgeving handel met het buitenland juist frustreert.

 

 
Het heeft iets van een tegenstelling. Enerzijds is de wereld sterk geglobaliseerd. Anderzijds is de internationale fiscale wetgeving nog nooit zo complex geweest als nu. “Bezint eer ge begint”, klinkt het aan de kant van Sjoerd Douma, professor Internationaal Belastingrecht aan de UvA Amsterdam en partner bij Lubbers, Boer & Douma in Den Haag. “Dit is geen oproep om af te zien van handel met het buitenland, maar je moet zeker op fiscaal gebied stevig in je schoenen staan.”

 p-44-douma.jpg

Sjoerd Douma,

Professor Internationaal Belastingrecht aan de UvA Amsterdam en partner bij Lubbers, Boer & Douma in
Den Haag.


De internationale fiscale regelgeving heeft ondertussen de status van een ondoordringbaar labyrint. “Daar zijn wel een paar verklaringen voor’, licht Douma toe. Drie om precies te zijn. Ten eerste worden de belastingstelsels steeds complexer om belastingontwijking te bestrijden. Ten tweede zitten belastingdiensten mondiaal inmiddels wat assertiever in de wedstrijd, zoals Douma dat noemt. “De schatkist is leeg. Dus is er veel aan gelegen om belastinggeld binnen te krijgen.” En ten derde: de internationale samenwerking is enorm toegenomen. Ook tussen internationale belastingdiensten. “Er wordt internationaal veel informatie gedeeld over belastingplichtigen, met meer vragen en geschillen tot gevolg.”

 


Wat je in deze context zeker kunt opwerpen, is dat de internationale fiscale wetgeving vaak sneller verandert dan bedrijven kunnen bijbenen. Zo bestaat er het voornemen om per 1 januari de zogenaamde Pillar 2-heffing in het leven te roepen. Voorbereiding op die regeling kost uren menskracht en miljoenen euro’s aan computermodificatie. Douma: “Het meest schrijnende is dat er nog geen zekerheid bestaat over invoering van die regeling. Multinationals maken veel budget vrij, want gezien de benodigde lange voorbereidingstijd kun je dat niet naar achteren schuiven. Dus straks kan het zo zijn dat die regeling niet doorgaat, terwijl je al miljoenen hebt uitgegeven aan de voorbereiding daarop.”

 


Daar kun je boos over worden, maar dat is nu eenmaal de huidige tijdsgeest. Wat politiek op het wereldtoneel minder aanslaat, is een vorm van begrip tegenover belastingplichtige bedrijven. Er bestaat eerder een tegenovergestelde opvatting: het geldt als belangrijke prioriteit om belastingen te innen en fraude te bestrijden, ook als dat leidt tot grote administratieve lasten of fiscale obstakels om zaken te doen. Als bedrijven veel budget vrijmaken voor een regeling die uiteindelijk toch niet doorgaat, dan is dat jammer, maar tegelijkertijd ‘all in the game’. 

 


Wat eigenlijk ook wel zuur is in deze context, is het ontbreken van een duidelijk aanspreekpunt. Zoiets als een loket waar je als ondernemer verder wordt geholpen met internationale fiscale wetgeving. Per land bestaat een eigen belastingdienst, maar aangezien die per definitie in eigen taal communiceren, kan dat toch voor onverwachte problemen zorgen. “Je bedoelingen als ondernemer kunnen nog zo rechtschapen zijn, als je in een onverwachte valkuil trapt, worden die problemen je mogelijk jarenlang nagedragen. De sterk toegenomen automatisering kan wat dat betreft ook in het nadeel werken. Krijg je misschien ten onrechte een stempel als fraudeur, dan is het lastig om die slechte naam te zuiveren.”

 


Veel opkomende bedrijven zullen niet meteen hun heil zoeken ver achter de horizon, maar hun eerste buitenlandse stappen binnen Europa laten afspelen. Natuurlijk bouw je dan een vorm van ervaring op, reageert Douma, maar je moet ook beseffen dat er binnen Europa dichtgetimmerde regelingen bestaan om het ontgaan van winstbelasting te voorkomen. De fiscale regelgeving tussen EU-landen onderling verschilt daarnaast op het punt van de BTW niet wezenlijk, terwijl je in landen buiten Europa met totaal andere regels te maken krijgt. 

 


Al met al, slotvraag: wat nu? Niet naar het buitenland dan maar. Douma: “Nee, dat is onzin. Bovendien is fiscale betrouwbaarheid slechts één onderdeel van succesvol ondernemerschap. Maar wat ik niet nalaat om te benadrukken: bereid je goed voor.”

Gesponsord