23 apr 2019
|
Economie
Journalist: Jerry Huinder
Het team als basis van het succes. Dat is waar Bjorn Kuipers heilig in gelooft. Op het veld én in de supermarkt. “Ik heb respect voor mijn collega’s en ik ben trots op mijn team. Het team is het belangrijkste kapitaal in de onderneming.”
Het ondernemen zit in zijn bloed. Al generaties lang staan ze bij de familie Kuipers in de supermarkt. Zijn opa, zijn vader en nu Björn zelf. Of hij er ooit aan heeft gedacht om iets anders te gaan doen? “Nee, eigenlijk niet, ondanks het advies van mijn opa. Ik zat op zijn schoot, toen hij zei: ‘Doen mij een plezier, ga niet in die handel, er is geen droog brood in te verdienen’.” Hij ging het ene oor in en het andere oor uit. Na zijn studie bedrijfskunde werkte hij drie jaar bij een collega supermarkt. Hij werkte altijd al in de zaak van zijn vader en wilde ergens anders ervaring opdoen. Een andere kijk meekrijgen. Met een frisse blik stapte hij drie jaar geleden in bij zijn vader in de zaak en begon het bouwen aan de ‘perfecte’ supermarkt. Met succes. In 2016 werd zijn Jumbo tot supermarkt van het jaar gekozen. Maar hoe doet Bjorn Kuipers dat? Want naast een succesvolle supermarkt runnen, is hij natuurlijk ook nog een topscheidsrechter, zowel nationaal als internationaal. “Alles draait om het team van mensen om je heen.”
Zowel op het veld als in de supermarkt?
“Zeker. In het veld kan ik alleen goed functioneren met hulp van mijn mensen langs de lijn, de vierde official en nu de VAR. In de winkel is het precies zo. Ik ben de eindverantwoordelijke, maar alles draait om de mensen om mij heen. Je moet een cultuur creëren waar fouten worden getolereerd, waar fouten leermomenten zijn en geen strafmomenten. Je moet mensen vertrouwen geven, gelukkig is dat mijn sterkste kracht.”
Maar die fouten krijgen op het veld wel wat meer aandacht dan terug in Oldenzaal.
“Bij ons in de supermarkt wordt een cruciale fout minder hard afgestraft ja. Daar komt nog eens bij dat je als scheidsrechter cruciale beslissingen maakt in een split second. Een speler valt in het strafschopgebied, overtreding ja of nee, penalty ja of nee. Binnen het bedrijf heb je meer tijd om erover na te denken. Dat is fijn, maar je moet uiteindelijk toch beslissen. Mijn vader zei altijd: ‘Als je altijd perfectionistisch wil zijn, mis je de aansluiting.’ Ik ben het daar wel mee eens. Ik kan snel beslissingen nemen, ben oplossingsgericht. Je moet de beslissing nemen en doorgaan.”
‘Ik behandel Ronaldo, Messi en Zlatan op dezelfde manier als mevrouw De Vries uit Rossum’, zei je ooit. En je personeel, hoe behandel je die?
“Ik heb geen personeel. Ik heb collega’s. En die collega’s hebben geen baas, een hond heeft een baas. Ik heb respect voor mijn collega’s en ik ben trots op mijn team. Het team is het belangrijkste kapitaal in de onderneming.”
Wat voor collega ben je?
“Ik ben duidelijk en direct, maar ik heb wel oog voor de mens. Ik weet welke koers ik wil volgen, maar kan die koers ook aanpassen als mijn collega’s me weten te overtuigen met goede redenen. Verder ben ik ongeduldig, maar boos worden, nee, dat gebeurt niet. Je moet er wel voor zorgen dat mensen fouten durven blijven maken en ze je dat durven te vertellen.”
Lukt dat?
“Zeker. Het mooie is, we werken voornamelijk met zelfsturende teams, dus ze corrigeren elkaar zelf. En als ze mij willen overtuigen van een andere koers, dan hebben ze binnen het team al duidelijke argumenten gevormd. Ze komen alleen bij mij als ze het lastig hebben, en dat doen ze ook. Ik oordeel ook niet bij fouten, ze weten zelf allang dat ze het anders hadden moeten doen. Je moet het oplossen en door.”
Wat neem je van het veld mee naar je onderneming?
“Heel veel. Bij het voetbal moet ik constant onder druk presteren. Grote stadions, soms tot 90.000 man, miljarden kijkers, maar ik moet rust uitstralen en goede beslissingen blijven nemen. Dat neem ik mee naar de supermarkt. Ze maken mij de pis niet zo snel lauw, om het zo maar even te zeggen. Maar andersom neem ik ook veel mee. Ik geef dagelijks leiding aan mijn mensen in de supermarkt en probeer de-escalerend te werken, preventief oplossingen te verzinnen en het menselijk te houden. Dat neem ik weer mee op het veld.”
Hoe combineer je beide carrières? Lijkt me druk.
“Ja, het is zeker druk. Helaas zitten er geen 48 uur in een dag. Maar de combinatie maakt het ook levendig en geeft me energie. De twee combineren gaat alleen met de juiste mensen om je heen. Vertrouwen krijgen en geven. Ik kan alleen de beste scheidsrechter zijn als ik vrij ben in mijn hoofd. Ik moet mentaal fit zijn en dat kan alleen als ik zeker weet dat het goed zit in Oldenzaal. En dat weet ik.”
Hoe is jouw werk-privébalans?
“Onjuist. Ik heb veel te weinig tijd voor privékwesties. Dat stoort me soms wel, maar goed, ik doe het zelf. Iets meer tijd voor mezelf zou soms wel goed zijn. Aan de andere kant: ik ben 45 jaar, bruis van de energie, mijn vrouw en kinderen hebben het goed naar hun zin, dus ik heb niks te klagen. Maar balans? Ik kan me niet heugen dat ik zomaar eens een vrij weekend heb gehad.”
Waarom franchise?
“Ha, ik ben afgestuurd op dit antwoord: uit de cijfers blijkt dat gemengde bedrijven, dus bedrijven met eigen winkels en franchise winkels, het best presteren. Ik heb destijds mijn vader aangespoord om te franchisen. We deden eerst alles zelf, marketing, inkoop, personeelsbeleid, maar ik vind dat je je als supermarktondernemer maar met één ding bezig moet houden en dat is de klant. Dat betekent de juiste mensen op de juiste plek zetten om een zo goed mogelijke service te kunnen leveren. Als franchiser kan dat, want alles achter de coulissen zoals bijvoorbeeld inkoop en kassasystemen, wordt voor je geregeld.”
Tot slot: blij dat je het advies van je opa niet hebt opgevolgd?
“Zeker. Het is heel hard werken, maar het verveelt nooit. Het is zo’n dynamisch vak, elke dag is anders. Ik ben operationeel bezig, maar ook strategisch. Hoe kunnen we groeien? Hoe kan het nog efficiënter? Maar vooral: hoe kan ik er het maximale voor iedereen uithalen? Voor de klant, voor mijn collega’s en voor mezelf. Het is elke dag een geweldig leuke uitdaging.”