Deel dit artikel:

16 apr 2020

|

Economie

‘Groen beleggen moet wel rendement opleveren’

Journalist: Hugo Schrameyer

Aandeelhouders hebben tegenwoordig niet uitsluitend het financieel rendement van beleggingen op hun prioriteitenlijstje staan. Nu de duurzaamheidstransitie zich breed manifesteert, wordt er steeds nadrukkelijker gekeken naar rendement op lange termijn, signaleert directeur Paul Koster van de VEB, de Vereniging van Effectenbezitters.

Groen beleggen is toch ook een beetje als balanceren op een koord. Mondiaal gezien bestaat er nog altijd een flink leger aan aandeelhouders die forse rendementen halen op minder groene beleggingen. Dus op aandelen in bijvoorbeeld de tabaksindustrie. Of de kolen- en fossiele brandstoffenindustrie. Toch is er parallel daaraan een duidelijke transitie te zien, benadrukt Koster. Duurzaamheid krijgt steeds meer vat op de koers van bedrijven. Die trends laten aandeelhouders niet aan zich voorbij gaan. Wie vorig jaar of het jaar daarvoor is ingestapt op aandelen van Netflix of Amazon, kan tevreden achterom kijken. En zo is het ook met beleggen in groene initiatieven. Zeker op de lange termijn beloven dergelijke investeringen zich dubbel en dwars terug te verdienen. “Een bedrijf dat geen aandacht heeft voor duurzaamheidsvraagstukken heeft op termijn geen bestaansrecht meer.”


Om te beginnen een vraag die we niet onbespreekbaar kunnen laten: de Coronacrisis, wat kunnen we verder verwachten?

“Daar valt vooralsnog geen afsluitend antwoord op te geven. De Coronacrisis heeft in ieder geval geleid tot de ultieme vorm van onzekerheid. En als de markt ergens zenuwachtig van wordt, dan is het wel onzekerheid. Niemand weet precies welk effect we op de lange termijn we kunnen verwachten. Het heeft er alle karakter van dat dit een grote impact gaat krijgen, te meer omdat Europa niet de kans heeft om de grenzen hermetisch dicht te gooien. Je kunt regio’s isoleren, maar niet alle landen op slot draaien. We kunnen daar waar nodig onze visie geven, maar we zijn natuurlijk geen Corona-experts.”


Dan tot de orde van het hoofdonderwerp: duurzaamheid. Het thema staat bovenaan de agenda van beleggers, zo wil de opvatting, maar kunt u dat concretiseren?

“Het onderwerp duurzaamheid krijgt een aantoonbare materiële invloed op succes van ondernemingen. Er komt als gevolg daarvan een aspect naar boven dat het karakter krijgt van een constante trade off. Dat is de S-factor, de sociale factor. Neem elektrische auto’s. Alles wat daarmee te maken heeft, ademt uit dat er minder arbeiders in de fabriek hoeven te werken, dat er meer wordt geautomatiseerd, dat de onderhoudsfrequentie afneemt. Dat gaat allemaal invloed hebben op bestaande dealernetwerken en werkplaatsen. Aandelen van bekende automerken staan onder druk. Dat komt omdat de markt herkend dat de fossiele aandrijving van de auto voorbij is. Er zijn nieuwe investeringen nodig, waarvan de uitkomst eigenlijk nog onzeker is.”


Hoe krijgt u nu precies van uw achterban teruggekoppeld dat aandeelhouders een groene koers willen van de bedrijven waarin is belegd?

“In de discussie over de verhouding tussen shareholders en stakeholders wordt steeds duidelijker dat de brede groep aan belanghebbenden, dus ook niet-aandeelhouders, meer invloed krijgt op de koers van bedrijven. Laat helder zijn dat wij de belangen vertegenwoordigen van aandeelhouders, maar die zullen rekening moeten houden met de invloed van overigen. Dat is de werking van de markt. Ik kan het ook omdraaien: een bedrijf dat geen aandacht heeft voor duurzaamheidsvraagstukken heeft in feite geen bestaansrecht op de lange termijn. Vanuit onze observatie heeft deze discussie tevens invloed op de vraag wat deze duurzaamheidsomslag qua kapitaalstromen gaat betekenen. 76% van alle beleggers heeft belangstelling voor investeringen op de lange termijn.”


Kunt u dat illustreren met een praktisch voorbeeld?

“Aansprekend voorbeeld is dat van Siemens, dat een samenwerking wilde aangaan met een kolenmijn in Australië. Het Duitse concern was bij dat project betrokken via het voornemen signaleringssystemen te leveren. Het winnen van kolen zou daarbij een periode van vijftig jaar in beslag nemen, terwijl de productie ervan zou leiden tot een jaarlijkse uitstoot van 700.000 ton CO2. In eerste instantie leverde dat voornemen veel weerstand op bij milieuactivisten, terwijl dat later ook doorpakte naar oppositie onder aandeelhouders zelf. De druk werd uiteindelijk zo hoog dat Siemens besloot dit contract te laten vallen. Dat demonstreert nog eens: een bedrijf dat stoïcijns blijft focussen op zijn vervuilende activiteiten, gaat het op termijn zeker niet redden. Er is in mijn ogen een compleet nieuwe omgeving ontstaan. De rol die wij daarbij innemen, is het begeleiden van de belegger in deze nieuwe omgeving.”


Wat betekent dat, het begeleiden van de belegger?

“We zijn een onderzoek gestart om te onderzoeken of beleggers voldoende kennis hebben van de duurzaamheidsclaims. We zijn er ook om druk uit te oefenen op de markt als het aankomt op niet-financiële prestaties. Beleggers hebben behoefte aan duidelijke, klip en klare-informatie wat dat betreft.”


Zijn aandeelhouders voldoende in staat om de duurzaamheidsfocus bij bedrijven aan te scherpen?

“Als financiële markten naar behoren functioneren, dan kan de wens tot vergroening bij aandeelhouders ook de motor zijn achter toenemende duurzaamheid bij het bedrijfsleven. Wat je meer en meer ziet, is dat aandeelhouders bedrijven vaarwel zeggen die onvoldoende aandacht hebben voor deze materie. Vervuilende bedrijven in de tabaks- of fossiele brandstoffenindustrie zullen zich meer en meer zorgen gaan maken.”


Is dit een verantwoordelijkheid van bedrijven zelf? Moet dit niet veel meer door de overheid gereguleerd worden?

“De overheid heeft een faciliterende rol. De omvang van dit traject is echter dusdanig groot dat dit niet alleen door de overheid, noch door het bedrijfsleven gedragen kan worden. Wat nog wel beter kan, is onderling overleg over verduurzaming.”


Tot slot: er bestaat ook zoiets als een verhouding tussen een groene investering en rendement. Waar ligt dat evenwicht?

“Dat is natuurlijk de centrale vraag. Tegelijkertijd bestaat er nog geen kraakheldere formule. Wat is nu eigenlijk de indeling van al die aspecten waar we naar kijken? Daar zul je ook prijskaartjes aan moeten hangen. Als groen beleggen een positief rendement oplevert, dan is dat goed, maar als niet-groen beleggen meer rendement oplevert, wat doe je dan? Zo is het Amerikaanse pensioenfonds Calpers oorspronkelijk uit de tabaksbeleggingen gestapt. Toen was berekend dat die actie meer dan drie miljard dollar had gekost, zijn ze weer teruggekeerd. Pensioenfondsen kennen hun fiduciaire duty, oftewel hun fiduciaire plicht, waarmee wordt gesproken over de plicht tot het gericht zijn op het belang van de gepensioneerde, dus het streven naar een gezond rendement.”


Gesponsord