14 mrt 2025
|
Gesponsord
De energietransitie in Nederland dreigt vast te lopen door een groeiende kloof tussen vraag en aanbod, terwijl offshore windparken een essentieel onderdeel vormen van een duurzame energievoorziening.
De focus op het stimuleren van het aanbod van groene energie heeft niet voldoende resultaat, omdat de vraag achterblijft. Deze discrepantie leidt tot vertragingen bij nieuwe investeringen in hernieuwbare energiebronnen. “De uitrol van offshore wind loopt voor op de vraag uit de markt. Dat helpt niet om een stabiele inkomstenstroom te genereren en dus een miljardeninvestering te rechtvaardigen”, waarschuwt Ruben Dijkstra, directeur van Ørsted Benelux. Het Deense energiebedrijf, een belangrijke speler in de ontwikkeling van offshore windparken, ziet dat het huidige beleid te eenzijdig is. “De aanbodknop van duurzame energie staat wijd open, maar de knop voor vraagstimulering zit vast.”
De oplossing ligt volgens Dijkstra in het creëren van ‘lead markets’, oftewel markten waarin de meerprijs van duurzaamheid zijn plek kan vinden. Door specifieke markten te definiëren waar groene producten verplicht worden, ontstaat er een natuurlijke vraag naar duurzame energie. Deze aanpak biedt een dubbel voordeel: het verduurzaamt industrieën én versterkt hun concurrentiepositie. “Met dit model gebruik je de tucht van de markt om ervoor te zorgen dat de meerkosten zo laag mogelijk zijn”, aldus Dijkstra.
Als voorbeeld noemt hij groen staal in auto’s: “Leg nou vast dat nieuwe auto’s in Europa volledig met groen staal worden gemaakt. De meerprijs van een auto stijgt met minder dan 1%, wat relatief klein is op de nieuwprijs.”
Recent onderzoek van Energie-Nederland en Invest-NL bevestigt deze visie. Hun rapport over waterstofgebruik toont aan dat vraagverplichtingen kunnen leiden tot een betere verdeling van de transitiekosten over de hele keten. Door eindgebruikers mee te laten betalen, wordt de energietransitie minder afhankelijk van subsidies en beter betaalbaar voor iedereen.
“Een Europese aanpak is essentieel”, benadrukt Dijkstra. “Legt Nederland een verplichting op terwijl andere landen dat niet doen? Dan verzwakken we onze concurrentiepositie.” Een EU-brede verplichting voor eindgebruikers zou daarentegen de industrie helpen verduurzamen zonder concurrentienadeel.
Dijkstra pleit daarom voor een fundamentele beleidsverandering: “Kies niet voor het leggen van verplichtingen bij de industrie, maar stel duurzaamheidseisen op eindproducten.” Zo wordt het vergroenen van de energievoorziening een economische kans in plaats van een kostenpost.
Ook wijst hij op de geopolitieke voordelen van deze aanpak: “In deze gure buitenwereld zijn we op onszelf aangewezen. Dat is een pre voor lokaal geproduceerde offshore windenergie met een lokale industrie.” Nederland heeft alle ingrediënten in huis om zelfvoorzienend te worden op energiegebied, maar dan moet de vraagkant nu gericht gestimuleerd worden.