29 sep 2025
|
Gesponsord
De Nederlandse industrie staat voor een complexe uitdaging: de overgang naar duurzame energie is noodzakelijk, maar elektriciteit is duur en de beschikbaarheid wisselt sterk. Wanneer de wind niet waait en de zon niet schijnt, schieten de energieprijzen omhoog. Bovendien kunnen netbeheerders bedrijven op bepaalde momenten zelfs verbieden om stroom af te nemen vanwege netcongestie. Deze volatiliteit maakt elektrificatie voor de industrie financieel onvoorspelbaar en kostbaar.
ENERGYNEST, een bedrijf dat op Europese schaal opereert, combineert ‘power-to-heat’-technologie met thermische energieopslag. Zo kan de industrie elektriciteit afnemen wanneer deze goedkoop en overvloedig is, en deze gebruiken of opslaan als warmte. Die warmte kan later worden ingezet voor de productieprocessen.
Flexibiliteit als concurrentievoordeel Het systeem is ontwikkeld voor de procesindustrie met temperaturen tussen 130 en 300 graden. Denk aan de voedingsindustrie, chemie en bedrijven die droog- of bakprocessen gebruiken. “Door een buffer heb je de mogelijkheid om die tijd te verschuiven. Je kunt goedkopere elektriciteit afnemen als er veel elektriciteit is, of juist minder afnemen dan genomineerd op momenten dat de netbeheerder dat nodig heeft voor het in balans houden van het net”, legt Carlijn Lahaye, managing director voor Nederland bij ENERGYNEST uit.
De technologie helpt niet alleen bedrijven om competitief te blijven terwijl ze CO2-emissies verminderen – typisch rond de 70% – maar draagt ook bij aan de stabiliteit van het elektriciteitsnet. Bedrijven kunnen flexibele contracten afsluiten waarbij ze alleen stroom afnemen wanneer deze beschikbaar is. “Als je 6 van de 24 uur elektriciteit kunt afnemen, dan is dat genoeg”, aldus Lahaye. Er zijn zelfs momenten waarop elektriciteit gebruiken geld oplevert, en op die gunstige momenten kan extra worden afgenomen. Door slim te opereren op verschillende elektriciteits- en flexibiliteitsmarkten, kunnen bedrijven concurreren met aardgasprijzen.
Robuust en bewezen ENERGYNEST onderscheidt zich door zijn robuuste en eenvoudige systeem dat uit modulaire containers bestaat. De warmte wordt opgeslagen in een speciaal ontwikkeld beton dat zich in stalen buizen bevindt - een bewust eenvoudige constructie die weinig onderhoud vereist. Het bedrijf produceert de installaties in Rotterdam en bereidt zoveel mogelijk in de werkplaats voor om bouwactiviteiten op locatie te minimaliseren. Er zijn inmiddels in een aantal landen installaties neergezet. De terugverdientijd varieert tussen 4 en 9 jaar, afhankelijk van de toepassing en of er bijvoorbeeld zonnepanelen of windturbines bij het bedrijf aanwezig zijn. Het systeem is geschikt voor bedrijven met een warmtevraag vanaf 5 GWh, waarbij de grootste aangeboden capaciteit in Nederland tot nu toe 450 MWh bedroeg. De overheid stimuleert deze ontwikkeling via subsidies en andere programma's. Klanten zijn bijvoorbeeld voedselproducenten, papierfabrieken of de maakindustrie. Ook raffinaderijen profiteren van deze technologie. Zij hebben een grote warmtevraag én restwarmte die benut kan worden. “Twee of drie jaar geleden keek men vreemd op bij de term hoge temperatuur warmteopslag of heat battery. Nu kennen steeds meer bedrijven deze technologie en nemen ze die op in hun investeringsprogramma’s.”