Deel dit artikel:

1 mrt 2018

|

Economie

Het einde van de zakenreisromantiek

Als hoofdredacteur van Business Traveller wordt mij vaak een hoop onzin verkocht aangaande de wensen van de zakenreiziger. AirBNB for Business? Ik moet het nog zien gebeuren. Reizende millennials die liever een smoothiestation willen dan een sexy hotelbar? Zo hard loopt het echt niet, zeker niet als ze wat ouder worden. Maar in een wereld vol digitale innovatie is het niet vreemd dat iedereen een vers graantje mee probeert te pikken. Immers, David Chapple, Portfolio Director van de Londense Business Travel Show, schatte de zakelijke reismarkt onlangs mondiaal in op 1,3 triljoen dollar, ofwel 1000 miljard euro. En de markt staat niet stil, de Global Business Travel Association verwacht een jaarlijkse groei van rond de tien procent. De zakenreiziger is de kip met het gouden ei van de hele mondiale reisbranche.

Toch zijn er wel degelijk trends te zien. Die laten zich samenvatten als digitalisatie, personalisatie, en nu nog frustratie. De zakenreiziger heeft binnenkort de hele businesstrip  in de smartphone (wie nog over het belang van wifi begint mag zich gaan schamen). Van boardingpas tot hotelsleutel, Uber en snelle betaalsystemen voor de hele reis, direct ingeboekt bij het hoofdkantoor van de zakenreiziger.

 

Er komt een einde aan zakenreisromantiek als verfrommelde bonnetjes en de daarbij behorende fraudegevoeligheid (ja, u weet waar ik het over heb). De zorgplicht van bedrijven (‘duty of care’) zorgt ervoor dat het bedrijf bijna immer weet waar de zakenreiziger zich bevindt op reis, hoewel privacy een stokje zal steken voor de complete GPS-tracking. Wie op stap wil, kan nog steeds op stap. Want besef groeit dat de zakenreiziger het kloppend hart is van de zakenreis. Efficiëntie boven het kostenplaatje. De tijd is voorbij dat de zakenreiziger het bedrijfsmantra moet volgen en sec dient te slapen in vaste partnerhotels, ook als deze uit de buurt van de meeting of congres liggen. Lekker snel heen en weer naar Singapore? Anno 2018 liever uitgerust in vier dagen dan gehaast en gebroken in drie. Een uitgeruste zakenreiziger is productiever, zowel ter plekke als weer thuis. De productieve prikkels richting return on investment zie je ook bij de hotelwensen. Weg met de monotonie! De veel-reiziger wil geen nagenoeg identieke zielloze zakenhotels meer. De hotellerie heeft geantwoord. Hip? W. Stijlvol? Park Hyatt! Grandeur? Waldorf-Astoria! Onberispelijk? Four Seasons. En ga maar door… modieus (Armani Hotel), jeugdig (Mama Shelter) of een van de andere duizenden merknamen in elk zakelijk prijssegment.

 

En daar is tot slot de frustratie. De Franse hotelgigant Accor Hotels heeft 3700 hotels in 92 landen, verdeeld over bijna 30 merknamen. Er zijn alleen al drie soorten Sofitel (Sofitel, So Sofitel en Sofitel Legend). Zo ook de rest van de grote ketens. Curio, Canopy of Doubletree, by Hilton. Wat is het verschil? De zakenreiziger ziet door de bomen het bos niet meer. Zo ook in de lucht. Als je Business vliegt heb je nul zorgen, bijna overal lig je plat tegenwoordig. Maar wie (doorgaans Europees) economy vliegt is overgeleverd aan de frustrerende en complexe wereld van tariefsoorten, koffermaten, betaalde extra’s en andere, per airline verschillende, rekensommen…die om de paar maanden aangepast lijken te worden. Het duurt niet meer lang, het lowcostmodel dat we kennen van Easyjet is ook de toekomst van de traditionele maatschappijen, ook op verre bestemmingen.  Aan het einde van de dag is alles in een term samen te vatten: what you pay is what you get! 

 

Tijn Kramer,

Hoofdredacteur van Business Traveller

Gesponsord