6 aug 2024
|
Economie
Journalist: Hugo schrameyer
Gebouweigenaren moeten zich voorbereiden op meer hitte, meer droogte en meer extreme neerslag. Vergroening is daarom noodzakelijk. Minstens zo belangrijk is de onderlinge samenwerking tussen gebouweigenaren om deze vergroening te realiseren.
Zijn onze steden en gebouwen klaar voor het veranderend klimaat? “Nee”, stelt Jan Kadijk, manager Kennis en Innovatie bij Dutch Green Building Council. “De opgave van adaptatie is net zo urgent geworden als die van mitigatie. Het klimaat treuzelt niet met ons mee. Wat we nu extreem weer noemen is het normaal van 2050. Voor alle gebouweigenaren is dit een opgave, en het zou slim zijn als ze bij de aanpak meer gaan samenwerken.”
Wat we nu extreem weer noemen is het normaal van 2050
Stedelijk groen Kadijk vindt dat gebouweigenaren zich moeten voorbereiden op meer hitte, meer droogte en meer extreme neerslag. “Het groener maken van steden is een belangrijke oplossingsrichting. Groen helpt steden verkoelen, biedt mogelijkheden om water te bergen en verbetert de leefomgeving. Maar de praktijk is dat het groen in steden juist afneemt. Dat bleek uit de Groene Stad Challenge, waarbij zo’n 60 gemeenten zich lieten scannen op de verandering in stedelijk groen tussen 2020 en 2022. Het resultaat was een afname van 2,6 procent van stedelijk groen. Kennelijk snoepen we groen van de stad af, alle groene ambities ten spijt.”
We snoepen groen van de stad af, alle groene ambities ten spijt
Klimaatrisico’s Gebouweigenaren kijken volgens Kadijk vaak in eerste instantie naar aanpassingsmogelijkheden van het gebouw zelf. “Ze zijn volop bezig met het in kaart brengen van de fysieke klimaatrisico’s in hun vastgoedportefeuilles. Voor vastgoedbeleggers en banken is dat noodzaak vanwege rapportageverplichtingen vanuit de EU en vanuit de financiële toezichthouders.” Dutch Green Building Council maakte voor die risicobepaling een open methodiek die voor iedereen te gebruiken is, het Framework for Climate Adaptive Buildings. Deze analyse onderzoekt kenmerken die een gebouw kwetsbaar kunnen maken, zoals de hoeveelheid glas in de gevel die hittestress kan veroorzaken, instroomopeningen, installaties in de kelder die kunnen onderlopen, of een fundering op houten palen die kan gaan verzakken.
Samenwerking is best ingewikkeld, maar hard nodig als we prettige en leefbare steden willen maken
Samenwerken Voor het tegengaan van wateroverlast en hittestress zijn oplossingen op gebouwniveau maar een deel van het antwoord, meent Kadijk. “Het is vaak efficiënter om samen met andere gebouweigenaren en overheden in de stad op zoek te gaan naar collectieve oplossingen in de omgeving, en daar samen in te investeren. Een wadi kan nu eenmaal veel meer water bergen dan een laagje sedum op je eigen dak, en met het vergroenen van een versteend plein of parkeerplaats, draag je bij aan het verkoelen van het hele gebied.”