29 nov 2021
|
Economie
Journalist: Marjon Kruize
‘Sommige mensen dromen van een betere wereld. Anderen blijven wakker en doen het gewoon’: als die spreuk voor iemand opgaat, dan wel voor het mkb. Kleine en middelgrote ondernemingen zorgen voor welvaart, werkgelegenheid en vooruitgang. Maar dan is de juiste ondersteuning wel broodnodig.
‘Kleine en middelgrote ondernemingen zijn de ruggengraat van de Europese economie. Hun ontwikkeling en groei is essentieel voor het verbeteren van het concurrentievermogen van Europa en de versterking van de aantrekkelijkheid als een plaats voor investeringen en productie. Wij moeten hen dan ook helpen met efficiënte internationaliseringstrategieën die hen toestaan om kansen op de wereldmarkt te grijpen’. Niet onze woorden, maar die van de Oostenrijkse Europarlementariër Paul Rübig. En gelijk heeft hij: in de EU zijn er maar liefst 23 miljoen mkb’ers, samen goed voor 99 procent van de bedrijven en 58 procent van de totale omzet in de EU. Toch kunnen mkb’ers niet op hun lauweren rusten. Om die Europese koppositie te behouden is het belangrijk dat ze zich blijven ontwikkelen en verder groeien, en een van de belangrijkste en meest efficiënte manieren daartoe is internationalisatie.
Door te internationaliseren krijgen kleine en middelgrote ondernemingen toegang tot nieuwe markten en kunnen ze hun concurrentievermogen via export, import, investeringen, onderaanneming, outsourcing en samenwerking aanzienlijk opkrikken. Logisch, want ze krijgen door die letterlijk grenzeloze blik toegang tot nieuwe expertise en technologie, ze kunnen opschalen dankzij de vergrote competentie en door moeilijke, onbekende markten te betreden plaveien zij de weg voor andere ondernemingen.
Wat een enorm belangrijke rol kan spelen bij die internationalisering, is e-commerce. De e-commercemarkt in Europa groeide in 2020 met 12,7 procent, goed voor een online omzet van 717 miljard euro. Naar verwachting zal tegen 2023 meer dan 80 procent van de groei van de pakketpost in de EU afkomstig zijn van e-commerce. En bij het wereldwijd actieve expressvervoerbedrijf FedEx bestond in de twaalf maanden voor de pandemie meer dan 60 procent van het nieuwe e-commerceverkeer uit internationaal exportvolume.
Naar internationale expansie toe lijkt e-commerce dus de ideale business, op voorwaarde dat die handelsbarrières verder worden verlaagd, dat de spelers voldoende ondersteund worden met middelen en knowhow, en dat ondernemers lef tonen – wat bij vooral jongere ondernemers meer en meer het geval is.
Toch kunnen ook zij soms een steuntje in de rug gebruiken. Een mooi voorbeeld van organisaties die mkb’ers steunen in hun internationale ambities, is FedEx: dat lanceert in Europa voor het eerst zijn Small Business Grant Competition in 16 landen (tegenover drie bij de start in 2016). Het koerierbedrijf heeft bijna 250.000 euro beschikbaar gesteld om mkb’ers te helpen groeien. De behoefte lijkt er te zijn met 74 Nederlandse kleinbedrijven die meedingen naar de Publieksprijs, nu dat MOYU als Nederlandse finalist door gaat voor de Europese hoofdprijs of voor één van de Judges Choice Awards. Moyu maakt notitieboeken en andere fijne schrijfartikelen gemaakt van duurzaam steenpapier.
Mkb’ers die innovatief zijn in hun product, dienst of bedrijfsmodel, die de potentie hebben om sociaaleconomische ontwikkeling aan te wakkeren en die milieuduurzaamheid integreren in hun bedrijfsvoering en daarbuiten, komen in aanmerking voor de prestigieuze prijs. Maar bovenal wordt de jury enthousiast van bedrijven die laten zien dat ze klaar zijn om markten over de grens te betreden en wereldwijd zaken te doen. Mkb’ers die misschien nu al in- of verkopen over de grens, of die een solide bedrijfsplan hebben ontwikkeld om dat te doen. Mkb’ers die een product of dienst hebben met enorm potentieel voor een wereldmarkt, of die stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat hun product of dienst voldoet aan certificeringen of voorschriften in landen buiten het eigen land.
Daarnaast is FedEx betrokken bij de jongerenprogramma’s van Junior Achievement (JA) in Europa. Vorig schooljaar bereikte het JA-netwerk in Europa bijna 4 miljoen jongeren in 40 landen. Met de Junior Achievement programma’s ontdekken scholieren en studenten ondernemerschap. “Bij jongeren doen we dat met praktisch onderwijs en mentorschap door onze FedEx professionals”, zegt Helena Jansson, Senior Vice President Finance International, FedEx Express. “Onze jonge professionals zetten zich vrijwillig in als mentor van scholieren en delen kennis op hun vakgebied, zoals marketing, finance en logistiek, om hen te helpen bij het opzetten van hun eigen bedrijf – een zogeheten Junior of Student Company. Doen ze dat goed dan maken ze kans Company van het Jaar te worden en op het winnen van de FedEx Access Award, die FedEx uitreikt aan de ‘companies’ die aantonen innovatief te zijn, nieuwe markten verbinden en de impact van hun eigen bedrijf op het klimaat en gemeenschappen aanpakken; voor sommigen is dit een extra stimulans om ook na het onderwijsprogramma hun bedrijf verder te zetten.”