6 mrt 2019
|
Economie
Journalist: Britte van Erven
Start-ups schieten tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond, maar onderweg naar succes sneuvelt een groot deel daarvan vroegtijdig. De fameuze succesformule is voor iedere start-up anders en dat maakt de opstartperiode lastig.
Als directeur van Startup Village, een initiatief dat goedkope kantoorruimtes verhuurt aan start-ups vanuit de universiteiten van Amsterdam en hen ondersteunt met programma’s, ziet Eric Boer waar het in de praktijk vaak misgaat. En hoe je je start-up nét dat waardevolle zetje in de rug kunt geven.
“Voor een start-up is het belangrijk om op te vallen en positief onder de aandacht te komen”, vertelt Boer. “Het helpt enorm als je de relevante media weet te halen, waar veel ondernemers en investeerders zitten. Zij kunnen je uiteindelijk helpen om verdere stappen te zetten.” Goede exposure is niet alleen handig om mogelijke investeerders te trekken, maar ook om potentiële klanten te verzamelen. Dat zorgt er volgens Boer ook voor dat je betrouwbaar overkomt: “De omgeving waarin je opereert moet immers vertrouwen krijgen in jou en je product of dienst. Het vinden van klanten is erg belangrijk, maar best lastig als je nog op nul staat. Zorg er dus voor dat je serieus genomen wordt.”
Als Nederlandse start-up sta je er gelukkig niet alleen voor. Ons land telt een enorme hoeveelheid aan initiatieven die je op weg kunnen helpen, zoals netwerken en social hubs. “Als je net begint moet je kennis en ervaringen van anderen verzamelen”, vertelt Boer. “Sluit je ergens aan waar ondernemers en mensen met ervaring zitten. Zo leer je wat je wel en niet moet doen en tegen welke problemen je gaat aanlopen.” Daarnaast zijn er talrijke programma’s vanuit de overheid om het Nederlandse ecosysteem voor start-ups te versterken. Het kabinet heeft dan ook de doelstelling dat dit ecosysteem het sterkste wordt binnen Europa. Keuze genoeg dus, maar dat kan het moeilijk maken om het juiste programma te kiezen. Boer: “Kijk vooral welk programma het netwerk heeft waar jij het meeste aan hebt. Een gunstig netwerk kan je bedrijf laten groeien en biedt je een infrastructuur waar je anders moeilijk mee in verbinding zou komen.”
Helaas gaat een fors deel van de beginners toch onderuit. “De voornaamste reden voor het mislukken van een start-up is dat er geen markt is voor het concept. Men is simpelweg niet bereid om ervoor te betalen,” legt Boer uit. Daarnaast noemt hij ook het team als een veelvoorkomend struikelblok: “Op een bepaald punt wordt het spannend en moeilijk. Als oprichters te veel van mening verschillen, is men meer met elkaar bezig dan met de klant en gaat het mis.” Tot slot doen problemen met de cashflow vaak een duit in het zakje. “Wanneer je personeel moet betalen maar nog te weinig klanten hebt, loop je kans om failliet te gaan. Wees je daar dus van bewust. Kortom: goede ideeën zijn er genoeg, het gaat vooral om de uitvoering,” vindt Boer.