10 mei 2019
|
Industrie
Journalist: Hugo Schrameyer
De Nederlandse industrie opereert op een mondiaal speelveld en is sterk afhankelijk van de export. Met de start van het Programma Smart Industry in 2014 bestaat de ambitie om de digitalisering van de industrie te versnellen en daarmee voldoende te laten profiteren van de kansen die digitalisering biedt. Ineke Dezentjé Hamming is voorzitter van dit samenwerkingsverband.
Er gaan niet de minste partijen schuil achter Smart Industry. Ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME is partner, maar ook het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en andere grote onderzoeks- en ondernemersorganisaties werken mee. We zijn nu vijf jaar verder na de start van Smart Industry en de resultaten liegen er niet om. Zo zijn er veertig Fieldlabs opgezet. De kracht daarvan zit vooral in de samenwerking op regionaal niveau, waarbij bedrijven - ook de middelgrote- en kleine industrie (MKI) - experimenteren met de nieuwste technologie én bovendien met concrete resultaten komen, zoals nieuwe producten en verbeterde productieprocessen. Hoogste tijd om een blik vooruit te werpen samen met Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van Smart Industry en FME.
Het programma Smart Industry bestaat nu vijf jaar. Wat is er in die afgelopen vijf jaar bereikt?
“Er zijn inmiddels veertig Fieldlabs gerealiseerd en vijf zogenoemde Smart Industry Hubs. Deze hubs zijn bedoeld om de samenwerking tussen de Fieldlabs te versterken en mkb’ers te helpen verder te digitaliseren. De kracht zit vooral in de regionale samenwerking. Om een voorbeeld te geven: in Noord-Nederland is de ‘Fabriek van de toekomst’ van start gegaan, waarbij veertig partners een ecostructuur tussen onderwijs, wetenschap en het bedrijven-netwerk opbouwen. Een ander resultaat dat ik graag zou willen noemen is de oprichting van het Data Value Center, dat bedoeld is om ondernemers te laten zien hoe data hen kan helpen met het creëren van extra waarde.”
Waar liggen de kansen voor de Nederlandse maakindustrie met het thema Smart Industry?
“Mijn doelstelling is dat Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitaal verbonden productienetwerk van Europa heeft. Om dat te bereiken moet Nederland allereerst gaan samenwerken met Duitsland. De twee landen kunnen elkaar versterken door de praktische toepassing van onderzoek in onze Nederlandse Fieldlabs. Daarbij geldt wel dat Duitsland ons land nog te weinig ziet als technologieland en strategisch partner op dit gebied. Daarom zet Smart Industry actief in op Duitsland als handels- en technologiepartner. In oktober hebben we tijdens een handelsmissie, in het bijzijn van het koninklijk paar, twee intentieverklaringen ondertekend, die inmiddels hebben geleid tot concrete samenwerkingsprojecten.”
Bij uw aanstelling zei u dat we onder uw voorzitterschap binnen enkele jaren verbeteringen kunnen verwachten om Nederland in de top 5 van kennislanden te krijgen. Hoe ver zijn we daarmee?
“Vorig jaar stond Nederland op nummer 2 in de Global Innovation Index. Dat hebben we onder andere te danken aan de goede samenwerking tussen het bedrijfsleven en universiteiten. Maar om deze positie te houden en te verbeteren, ligt er een grote uitdaging wat betreft het aantal afgestudeerden in technische studies. Als het gaat om complexe maatschappelijke uitdagingen, zoals vergrijzing, energietransitie, klimaatverandering en digitalisering, dan is de technologische industrie de sleutel voor het vinden van oplossingen. Dat vraagt om een andere aanpak, waarvoor een missiegedreven onderzoeks- en innovatiebeleid nodig is.”
Wat zijn op dit moment de uitdagingen? Doet Den Haag voldoende om dit blijvend voor elkaar te krijgen?
“De ontwikkelingen gaan snel, maar er is meer ambitie nodig. Er is een groot tekort aan voldoende technisch geschoold personeel met de juiste skills. In dat kader is het van de gekke dat de curriculumherziening van het primaire en voortgezette onderwijs nu maar liefst twee jaar vertraging oploopt. Kinderen en scholieren moeten zo vroeg mogelijk en zo snel mogelijk digitale skills ontwikkelen. Techniek en digitale vaardigheden moeten een vanzelfsprekend onderdeel van elke opleiding worden, anders loopt de technologische sector muurvast en raken we onze koppositie kwijt. Verder pleit ik voor een technologieberaad op elk ministerie, die gaat adviseren over technologische oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.”
Met welke uitdagingen hebben we rekening te houden, zoals bijvoorbeeld het tekort aan vakkrachten?
“Nieuwe technologieën, robotisering en digitalisering veranderen de samenleving en bedrijfs- en productieprocessen ingrijpend in alle sectoren. Nog nooit moesten zoveel mensen zó intensief worden bijgeschoold en daarna een leven lang blijven leren. Bovendien hebben we te maken met het huidige arbeidstekort. Door demografische ontwikkelingen wordt onze beroepsbevolking kleiner. We hebben dus een kwalitatief én een kwantitatief probleem.”
“Er moeten snel 120.000 vakkundige technische mensen opgeleid worden en ruim 500.000 mensen in de technologische sector bijgeschoold. Tot 2030 moet 45% van alle werkenden van beroep wisselen, en twee derde van hen zelfs van beroepsklasse, bijvoorbeeld van een administratief beroep naar een technische functie. Als Nederland dat niet kan waarmaken, gaat dat direct ten koste van de welvaart en het welzijn in Nederland.”
FME is onlangs het Platform Artificial Intelligence gestart. In een verklaring wordt gesproken over het feit dat ‘kunstmatige intelligentie de wereld als sleuteltechnologie net zo ingrijpend gaat veranderen als de industriële revolutie dat in de 18e en 19e eeuw heeft gedaan’. Kunt u hier eens wat voorbeelden van noemen?
“We zien grote kansen rond het toepassen van AI bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld met smart cities, binnen de zorg en binnen de agri-foodsector. Om een voorbeeld te noemen: door grote hoeveelheden data te analyseren en te verwerken kunnen AI-systemen artsen ondersteunen bij het vroegtijdig opsporen van kanker. Een ander mooi voorbeeld is dat van een staalproducent in IJmuiden. Met advanced analytics weten zij de grondstoffenmix te optimaliseren, de opbrengst per processtap te vergroten en de logistiek tussen de verschillende processen en de kwaliteit van het product voor de klant verder te verbeteren.”
Welke technologieën moeten we naast AI volgens u in de gaten houden?
“Digitalisering van de maakindustrie is internationaal een dominante ontwikkeling. Robotisering, Artificial Intelligence, 5G en Big Data stellen bedrijven in de maakindustrie in staat hun productieprocessen te vernieuwen en te verbeteren. Verder zijn veel technologische toepassingen – van zelfrijdende auto tot operaties met behulp van robots – afhankelijk van snelle en betrouwbare digitale verbindingen. Om Europees onze concurrentiepositie te behouden en de digitalisering van de industrie door te zetten, moet 5G sneller worden uitgerold in ons land, nog vóór 2022.”