Deel dit artikel:

17 mei 2018

|

Maatschappij

Kajsa Ollongren: ‘Ik wil gemeenten oproepen om van wonen prioriteit nummer 1 te maken’

Journalist: Jerry Huinder

Een overspannen woningmarkt, zowel voor koop- als huurwoningen. En tegelijkertijd de opgave van een enorme energietransitie. De positie van de minister van Wonen, Kajsa Ollongren, is niet te benijden. Toch? “Afgezet tegen de crisisjaren wordt er gelukkig meer gebouwd. Maar het is niet genoeg. Er moet flink versneld worden.”

‘Ik bood 100.000 euro meer dan de vraagprijs en nog werd ik overboden.’ ‘Die Amsterdammers pikken al onze mooie huizen in Utrecht in.’ ‘Ook in de omgeving van de grote steden beginnen woningen onbetaalbaar te worden.’ Zomaar wat veelgehoorde opmerkingen in gesprekken over de huidige staat van de Nederlandse (lees: Randstedelijke) woningmarkt. 


Gelukkig is er ook goed nieuws. Volgens verschillende onderzoeken hebben diverse investeerders geld op de plank liggen om te investeren in de Nederlandse woningmarkt. In 2017 was het beschikbare investeringsvolume 6 miljard euro, een stijging van 20 procent ten opzichte van het jaar 2016. En voor 2018 is maar liefst 7,5 miljard beschikbaar om te investeren in Nederlandse huurwoningen door institutionele, particuliere en buitenlandse beleggers. 


Maar ondanks deze feiten, moge het duidelijk zijn voor iedereen die het laatste jaar een krant heeft opengeslagen of een nieuwssite heeft bezocht: minister Kajsa Ollongren van Wonen staat voor een zeer uitdagende opgave. “De opgave is urgent, de vraag groot. De kranten staan iedere dag vol dat er te weinig woningen zijn. We moeten alle zeilen bijzetten. De mensen mogen niet de dupe worden.”


U bent nu een half jaar minister van Wonen. Hoe gaat het?

“Iedereen is flink aan het bouwen. 15.000 woningen in de metropoolregio Amsterdam bijvoorbeeld. Dat is een all time high. Dus er wordt hard gewerkt daar waar nodig is. En dat moet ook, want we staan voor een nieuwe, grote ruimtelijke ordeningsopgave: de verstedelijkingsopgave. Oftewel de grote vraag naar hoogwaardig wonen en werken in de stad, en hoe daaraan te voldoen. En de bouwproductie in met name de Randstad blijft achter bij de vraag. Er is becijferd dat er tot 2040 landelijk 1 miljoen extra woningen nodig zijn. Dat is een geweldige opgave.”


Wat is uw rol in het vervullen van deze opgave?

“Waar het knel loopt, help ik. Ik maak nu een ronde langs de meest urgente regio’s. Met bestuurders, investeerders en corporaties leggen we de plannen langs de lat. Hoeveel moet erbij en wat is daarvoor nodig. Ik ben volop in gesprek met de regio’s waar de nood het hoogst is – de Metropoolregio Amsterdam, de regio rond Utrecht, Groningen, en de steden Rotterdam en Den Haag.”


Wat is uw boodschap aan deze gemeenten?

“Maak tijdig plannen! Hoe eerder, hoe beter. Zodat we het zorgvuldig kunnen doen, en in samenhang met andere ruimtelijke belangen. Zoals de benodigde infrastructuur. De tijd dat vanuit Den Haag bepaald wordt waar en hoeveel er gebouwd moet worden ligt achter ons. De woningmarkt is regionaal verschillend. Het zijn de gemeenten en de provincies die het best weten wat er nodig is. Mijn boodschap is dat de opgave van de woningbouw centraler moet komen te staan binnen gemeenten. En het moment daarvoor is nu, want er wordt nu onderhandeld over nieuwe colleges, nieuwe beleidsplannen. Ik wil gemeenten oproepen om van wonen prioriteit nummer 1 te maken. Het beleid van de komende jaren wordt op dit moment bepaald.”


En wat moet er dan concreet in dat beleid staan?

“Voor alles: de plancapaciteit, die bepaalt waar er gebouwd mag worden, moet op orde zijn. Simpeler gezegd: gemeenten en provincies moeten met bouwlocaties over de brug komen. En dan niet met precies voldoende grond om aan de bouwopgave te voldoen, maar met meer dan voldoende grond. Er moet voldoende rek in zitten, want er kan altijd iets misgaan. Daarnaast moeten er goede herbestemmingsplannen in het beleid komen, zodat bijvoorbeeld oude scholen, fabrieksterreinen en havens ontwikkeld kunnen worden voor woningbouw. Indien nodig moet er gekeken worden of er ook bijvoorbeeld aan de grenzen van de stad locaties nodig zijn. Wellicht niet het meest populaire onderwerp, maar ik wil dit punt toch op tafel leggen. Kan ook niet anders, want veel mensen willen in en rond de stad wonen. Er moet rekening gehouden worden met het risico dat binnenstedelijke plannen niet meer voldoen. En als we over de stadsgrenzen gaan, dan moet het zorgvuldig, dus moet erover nagedacht worden, beleid voor komen, en het moet in samenhang met andere ruimtelijke opgaven.”


Welke maatregelen kunt u landelijk nemen?

“Ik ben bezig met een aanpassing van de Crisis- en Herstelwet. Deze wet, die zorgt dat er afgeweken kan worden van geldende regels, is aan een update toe. Woningbouwprojecten moeten sneller van de grond kunnen komen. Bijvoorbeeld door de tijd van inspraak en bezwaren in te korten van 12 naar 6 maanden, zodat gemeenten sneller bouwvergunningen kunnen verstrekken. Daarnaast ben ik aan het kijken naar een fonds voor voorfinanciering bij transformatie. Dit fonds kan geld uitlenen om oude bedrijventerreinen en oude havens bouwrijp te maken, om zo de drempel te verlagen. Waar de vorige minister door de crisis noodzakelijkerwijs bezig was met de vraag te stimuleren, gaat het nu juist om het stimuleren van het aanbod.” 


En dat aanbod moet dan ook nog eens mee in de energietransitie waar ons land mee bezig moet.

“Ook daar hebben we inderdaad grote ambities. Het kabinet zet in op de bouw van energiezuinige woningen en het aardgasvrij maken van jaarlijks 30.000 tot 50.000 bestaande woningen aan het eind van de kabinetsperiode, om zo de uitstoot van CO2 omlaag te brengen. Dit moet oplopen naar 200.000. Voor de nieuwbouw schrapt minister Wiebes per 1 juli 2018 de aansluitplicht. Gebouwen waarvan de vergunning na 1 juli 2018 wordt ingediend zullen in beginsel zonder aardgas worden opgeleverd.  Voor bestaande bouw is er voor dit jaar 90 miljoen beschikbaar gekomen om woonwijken aardgasvrij te maken. Deze wijken dienen als proef voor de rest van Nederland, om van te leren en innovaties te stimuleren. Gemeenten kunnen plannen indienen voor wijken voor 1 juli, en we denken ongeveer 20 aanvragen te kunnen honoreren.”


Dit alles om ervoor te zorgen dat de woningmarkt over 3,5 jaar, aan het einde van uw termijn…

“Echt in de juiste versnelling is gekomen. Woningen bouw je nu eenmaal niet in een half jaar of een jaar, zeker niet de hoeveelheid die op dit moment gevraagd wordt. Het is mijn doel om er de komende jaren voor te zorgen dat de toekomst van wonen in Nederland er positief uitziet.”

Gesponsord