28 jan 2019
|
Economie
Journalist: Hugo Schrameyer
Generaties voor ons gingen naar school, leerden een vak en oefenden tot hun pensioen vaak hetzelfde beroep uit. Die vastgeroeste zekerheid bestaat niet meer. Zeker jongeren tot een jaar of dertig zullen gedurende hun leven telkens een nieuwe draai geven aan hun loopbaan.
“We zitten nu in de periode van de overgangsgeneratie”, stelt Jeroen Busscher, die zich al dertig jaar bezighoudt met de vraag hoe menselijk gedrag gevormd wordt en hoe je dat kunt beïnvloeden. En verder is Busscher bekend om zijn boek ‘De Leer(r)evolutie’, waarin hij laat zien waarom leren verandert. Met de overgangsgeneratie bedoelt hij mensen tussen de pakweg dertig en vijftig. “Mijn vader leerde een vak dat hij zijn leven lang uitoefende, mijn kinderen zullen veel meer projectmatig hun leven invullen.”
Schoolbezoek als onderdeel van je ontwikkeling blijft uiteraard belangrijk. Maar een gedegen opleiding is ondertussen niet zaligmakend voor carrièresucces. Bedrijfsstructuren en werkomgevingen veranderen razendsnel en wie uitsluitend gefocust blijft op de leerstof van school valt vroeg of laat uit de boot. “Bijleren blijft essentieel om aan te haken bij de actualiteit. Of zal ik het zo zeggen: een lerende houding is belangrijker dan het in je hoofd stampen van lesmateriaal. Mensen met het vermogen om zichzelf telkens opnieuw uit te vinden, kunnen beter meekomen met de telkens veranderende vraag vanuit de markt”, stelt Busscher.
Mooi voorbeeld daarvan is KPN, vindt de zelfstandig consultant en auteur. Deze mastodont in de telefoniebusiness heeft zich ontwikkeld van ‘draaischijfaanbieder’ tot complete telecommunicatie- en ict-leverancier. Dat KPN nog bestaat, mag eigenlijk een godswonder heten, meent Busscher, die benadrukt dat het aanpassingsvermogen vooral valt te danken aan de mensen die er werken. “Juist omdat de medewerkers er veel creativiteit en aanpassingsvermogen aan de dag leggen, heeft het bedrijf weten te overleven. Dat leer je niet in een cursus, maar moet vooral gestut zijn door een nieuwsgierige en lerende houding.”
Busscher is, zegt hijzelf, niet echt enthousiast over het volgen van workshops of bijscholingstrajecten. Slechts zelden zal die inspanning leiden tot nieuwe werkinzichten, meent hij. Of zijn opvatting gedeeld wordt door de dagelijkse praktijk valt echter te betwisten. Bijna een vijfde (19%) van alle volwassenen in ons land volgt een opleiding, cursus of workshop. Tien jaar geleden ging het nog om 16%, blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. En hoewel Zweden, Finnen en Denen nog fanatieker bezig zijn met bijleren, voldoet Nederland ruimschoots aan de Europese doelstelling voor een leven lang leren. Die is vastgesteld op 15%, dus 4% lager dan de 19% bij ons.
“Het is de vraag of je leren per se moet kaderen met het volgen van een opleiding of cursus”, stelt Busscher in een reactie. Natuurlijk ziet hij ook zelf dat het onderwijs meebeweegt met de actuele vraag in de markt. De leerstof wordt niet meer lineair opgelepeld uit boeken, maar wordt projectmatig overgebracht. “Dat doet veel meer beroep op de vindingrijkheid van de volgende generatie om zich weerbaar te maken voor toekomstige bedrijfsvragen. Een succesvolle carrière vraagt niet om het reproduceren van kennis, maar om inventief omgaan met marktvragen.”