30 jun 2020
|
Economie
Journalist: Féline van der Linde
Mensen werken nog altijd veel thuis en dat zal voorlopig ook nog even zo blijven. Het resultaat is dat er ontzettend veel pakketjes en boodschappen online besteld worden. Professor Jack van der Veen, hoogleraar Supply Chain Management aan de Nyenrode Business Universiteit, licht toe.
Iedereen werkt thuis en laat zijn boodschappen en pakketjes massaal thuisbezorgen. Wat voor impact heeft dit op de supply chain?
“Dit verschilt per sector en per bedrijf. Sommigen sectoren en bedrijven gaan heel goed en zien zelfs een vraag die gestegen is, andere sectoren zijn totaal ingestort, doordat bijvoorbeeld de productie is stilgevallen. Doordat de uitbraak van het coronavirus in China tegelijkertijd viel met het Chinese nieuwjaar hadden veel bedrijven een voorraad opgebouwd, maar vervolgens kwam er een enorme uitbraak in Italië. Toen ontstonden er kinken in de kabels. Aan de aanbod kant zag je enorme verstoringen en nu zie je dat er aan de vraag kant veel uitval is. In de supply chain is efficiëntie al jaren belangrijk. Alles moet op de komma worden uitgerekend. De supermarkten liggen vol, maar aardappelboeren zitten met een enorm overschot omdat zij deze niet kwijt kunnen aan restaurants en evenementen voor frites. Het ligt dus aan de sector waar de vraag is. Supply chain is het verbinden van vraag en aanbod en deze keten is niet ingericht op wendbaarheid, maar op efficiëntie. Bij een crisis, zoals de crisis waar we ons nu in bevinden, is juist wendbaarheid gewenst. Daar komen strategische vraagstukken bij kijken. Bedrijven moeten nu bedenken of ze na de coronacrisis back to normal gaan of het over een hele andere boeg gaan gooien.”
De supply chain zal dus moeten veranderen?
“Ja. Onze economie staat stil zonder transport, logistiek en supply chain. Iedereen is afhankelijk van elkaar, zeker in de supply chain. Het probleem, zoals ik aangaf, is dat de keten is ingericht op efficiëntie. De vraag naar bijvoorbeeld toiletpapier kan je goed voorspellen, deze is redelijk stabiel. Zo kunnen supermarkten elke dag precies de juiste hoeveelheid laten aanvoeren, maar op het moment dat de vraag piekt raakt de keten in paniek. Dit wordt ook wel het opslinger effect genoemd. De vraag gaat bijvoorbeeld van honderd naar tweehonderd en stapelt zich op in het distributiecentrum. Er kan dus genoeg aanwezig zijn in de keten, maar dan moet het wel in de supermarkt terecht komen. Van magazijn naar supermarkt kost echter tijd. Een ander voorbeeld is dat de vraag naar mondkapjes uit China enorm toenam, maar het duurde door allerlei verstoringen lang voordat ze hier waren. Dat geeft de kwetsbaarheid van de keten weer en illustreert het feit dat mondkapjes goedkoper ingekocht kunnen worden in China, maar dat dit niet altijd efficiënter is.”
Waar liggen de uitdagingen voor de supply chain?
“Een andere crisis waar de logistieke sector voor de coronacrisis tegen aan liep was de stikstofcrisis. Daarnaast heeft de supply chain voortdurend te maken met andere schokken, zoals het handelsconflict met Rusland, een vulkaanuitbarsting of een tsunami. En deze schokken gaan niet weg. Wanneer de keten wendbaar is kan op dit soort schokken beter gereageerd worden. Ook de duurzaamheidstrend en de automatisering in de supply chain zijn nog volop bezig. Dat gaat ook niet weg door de coronacrisis. Ik denk echter dat de digitalisering van de informatie in de supply chain de grootste uitdaging vormt. Wanneer je dit verbetert, verbeter je tegelijkertijd ook de productstroom en de geldstroom. Er wordt al veel gedigitaliseerd, maar er is een groot verschil tussen de potentie en de praktijk. Bedrijven delen maar mondjesmaat hun data, maar bij het delen van data en daarmee informatie profiteert iedereen daarvan. Dit is een IT-vraagstuk, maar eigenlijk nog veel meer een gedragsvraagstuk. Het elektronisch patiëntendossier is een bekend voorbeeld hiervan, waarbij je al je gegevens en de geschiedenis van behandelingen elektronisch beschikbaar stelt. Voor veel mensen is dit eng, want dit systeem kan gehackt worden. Toch leidt dit tot een betere situatie, want bijvoorbeeld bij een acute opname is essentiële informatie onmiddellijk beschikbaar. In de logistieke sector werken niet overal de meest ondernemende mensen. De sector loopt dan ook niet voorop met het delen van data. Het perspectief is dat door het beter verzamelen en delen van informatie kunnen businessmodellen veranderd worden om zo de logistieke sector sterk te verbeteren.”
Hoe staan we er op internationaal gebied voor?
“De Nederlandse logistiek is een topsector. We worden niet voor niets ook de gateway to Europe genoemd. Met de haven van Rotterdam en de Rijn heeft Nederland voor de logistieke doorvoer een ideale ligging. Toch is het van belang dat de sector niet rustig gaat zitten afwachten. De internationale concurrentie zit ook niet stil en innovatie zal door moeten gaan.”
E-fulfilment is de logistieke afhandeling van e-commerce. In deze periode enorm populair, want we bestellen alles nu online. Wat voor invloed heeft dit op de logistieke sector?
“E-fulfilment is eigenlijk een logistieke nachtmerrie. Wanneer men zelf naar de supermarkt gaat hoeft alleen de supermarkt ongeveer twee keer per dag bevoorraadt te worden. Als iedereen zelf zijn boodschappen besteld wordt dit logistiek heel ingewikkeld, want het is heel arbeidsintensief, duur, zorgt voor veel verkeer op de weg en legt een enorme druk op de pakketbezorgers. De klantwaarde van webwinkels is enorm, maar logistiek is het heel moeilijk om al die pakketjes bij de klant te krijgen. Een ding is zeker. Er zal alleen nog maar meer online besteld worden. In China is Alibaba ontzettend gegroeid tijdens de uitbraak van het SARS-virus. Om de logistiek beter te organiseren is heel veel samenwerking nodig. Een oplossing zou kunnen zijn om de producten te bundelen en aan de rand van steden distributiecentra te realiseren waarvan uit de pakketjes in de stad bezorgd worden met elektrische vervoersmiddelen. Maar zover is het helaas nog niet.”
Wat is voor de toekomst belangrijk voor de logistieke sector?
“Voor de logistieke sector zou ik graag een ontwikkeling willen zien van efficiëntie naar wendbaarheid. In Nederland blijven we algauw in hetzelfde riedeltje hangen, terwijl de wereld om ons heen snel verandert. Na corona kunnen we niet terug naar zoals het was en daarom moeten er nu andere businessmodellen opgezet worden. De technologische ontwikkelingen zijn er, nu nog verandering in het menselijk gedrag.”