25 feb 2019
|
Maatschappij
De architectuur en stedenbouw in het digitale tijdperk is volop in ontwikkeling. “Mensen maken de stad, niet de technologie.Betrek burgers en activeer hen bij innovaties”, zegt BNA-directeur Fred Schoorl. De BNA heeft net een groot onderzoek naar de Stad van de Toekomst afgerond in samenspel met de vijf grote steden.
“Smart cities maken de mens niet altijd slimmer, soms zelfs dommer.” Dit merkt Fred Schoorl op. Hij is directeur van de Brancheverenging Nederlandse Architectenbureaus (BNA). Schoorl noemt als voorbeeld smart city Songdo in Zuid-Korea, gepland voor 300.000 inwoners waar slechts 70.000 mensen wonen. “De technologie is daar alom vertegenwoordigd. Het uitgangspunt is controle. De inwoners geven hun persoonlijke vrijheid op voor totale monitoring. Songdo is vanuit technische systemen bedacht en niet vanuit de mens.” En dat terwijl de mens juist aan de basis van het Internet of Things (IoT) en smart cities moet staan.
“Architectuur en de stedenbouw staan in dienst van de mens. De toepassing van IoT bij smart citiesheeft vooral kans van slagen als burgers worden betrokken en geactiveerd. Pas dan ontstaat er een open, slimme stad. Mensen maken de stad, niet de technologie.”
De BNA werkt samen met publieke en private partijen aan slimme oplossingen om de leefbaarheid, duurzaamheid en bereikbaarheid van de stad van straks te verbeteren. Tijdens het in 2018 uitgevoerde BNA Onderzoek naar de Stad van de Toekomst werd in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven in proefgebiedenvan circa een vierkante kilometer onderzocht hoe onder meer technologische innovaties bij energie, vervoer, circulaire economie en andere systeem‐en netwerkinnovaties die stad kunnen verbeteren. “Nieuwe technologie kan uitkomst bieden op gebiedsniveau en in wijken waar nieuwe communities of mensen met elkaar verbonden zijn. Tech faciliteert, vergemakkelijkt, maar bepaalt niet hoe bewoners zich in hun stad moeten gedragen.”
Op gebouwniveau worden IoT en technologie ingezet om het gebouw beter te maken, denk alleen al aan klimaatbeheersing, verlichting en processen die leiden tot stimulerende werkomgevingen. De ambitie van architecten is om strategieën en technologieën in te zetten die de levens- en werkomstandigheden van mensen verbeteren en gebouwen menselijker en gezonder maken. “Cruciaal is dat gebouwgebruikers invloed kunnen uitoefenen op de technologie die hen omringt. Mensen hebben die behoefte. Architecten kunnen bij uitstek de balans in de gebouwde omgeving ontwerpen tussen de fysieke en menselijke kant. Samen met anderen maken we zo mensen slimmer in plaats van dommer.” De BNA-directeur vindt dat je in de slimme stad keuzevrijheid moet faciliteren. Als voorbeeld geeft hij huizenbezitters die in een energiezuinige woning met veel installaties hun raam toch open willen zetten. “Mensen ervaren ingewikkelde tech als hinderlijk, omdat ze geen invloed meer hebben, en ook geen keuze. Als we onze doelen willen halen moeten we op gebouwniveau juist niet alleen aan technologie denken maar aan gebruikers en bewoners. Een stad is pas echt slim zodra er sprake is van kwaliteit van leven.”