29 jun 2018
|
Economie
Journalist: Aäron van der Sanden
Verduurzaming van de verpakkingsindustrie gaat niet alleen over innoveren, maar ook over bewustwording.
Termen als ‘biobased’, ‘biodegredable’ en ‘composteerbaar’ passeren regelmatig de revue en lijken synoniemen van elkaar te zijn, maar niets is minder waar. “Biobased zegt iets over de oorsprong van de grondstof: natuurlijke materialen uit hernieuwbare plantaardige bronnen of reststromen. Bijvoorbeeld zetmeel uit de aardappel-afvalindustrie, waar biobased plastic van kan worden gemaakt”, legt Caroli Buitenhuis uit. Als consultant op het gebied van hernieuwbare materialen, biobased verpakkingen en circulaire concepten is ze al meer dan vijftien jaar bezig met duurzame innovaties en circulariteit. Dit alles onder de vlag van Green Serendipity, een innovatie- en consultancybureau dat ze samen met drie anderen runt. “Maar biodegradable of composteerbaar is enkel een eigenschap van een product.” Niet alle biobased producten zijn dus biologisch afbreekbaar of mogen op de composthoop.
Net zoals ‘circulair’ en ‘duurzaam’ niet per se altijd in één adem genoemd mogen worden. Christiaan Bolck, programmamanager Biobased Materials aan Wageningen University & Research: “Duurzaamheid is de grote paraplu, waar ook circulair onder valt. Maar een duurzaam product is niet per se circulair, terwijl een circulaire oplossing niet altijd even duurzaam is.” Bijvoorbeeld het composteren van gft: vaak komt hier veel CO2 bij vrij, terwijl het oorspronkelijke product uiteindelijk vergaat. Composteren is misschien circulair, maar lang niet altijd duurzaam.
Afwegingen maken is noodzakelijk om tot de juiste milieuvriendelijke productverpakkingsvariant te komen. Buitenhuis: “Alles in biologisch afbreekbaar materiaal verpakken klinkt misschien heel interessant, maar is niet altijd mogelijk of wenselijk. Sommige producten, zoals wasmiddel, kunnen de verpakking te snel doen afbreken. In dit soort gevallen zijn biobased flessen die recyclebaar zijn een stuk geschikter.” Ook het land waar de verpakking moet worden aangeboden is een essentiële factor om in de keuze mee te nemen. “Bijvoorbeeld in Azië beschikken veel landen niet over een gedegen afvalinzamelingsstructuur en is er ook geen geld om dit op poten te zetten, omdat ze in die landen veel grotere problemen hebben waar ze mee moeten dealen.” Maar ook in landen waar dit wél op orde is, moet de focus worden verlegd. Bolck: “Van vergroten van de inzameling naar vergroten van de inzet.”
Een product als plastic heeft een negatief imago, maar waarom wordt het dan nog steeds zo vaak gebruikt? Bolck: “Plastic verpakkingen zijn goedkoop én doen uiteindelijk wel wat ze moeten doen: ze beschermen de producten en zorgen inderdaad dat ze langer houdbaar blijven, wat óók belangrijk is natuurlijk.” Bioplastics zijn in dat opzicht vaak een goed alternatief, zo vindt ook het Wageningen Food & Biobased Research. Zij doen al jarenlang onderzoek, onder meer naar hergebruik van verpakkingsmaterialen en nieuwe toepassingen voor bioplastic.
Zijn biobased materialen duurder? Buitenhuis bestrijdt dit. “Wanneer je kijkt naar de gehele keten, dus van de oorsprong van de grondstof tot het moment dat het product wordt weggegooid, zie je dat de extra kosten voor biobased verpakkingsmaterialen elders in diezelfde keten tot kostenreductie kunnen leiden.” Maar veel merken maken nog niet de overstap naar de meest duurzame varianten. “Veel brand owners kijken nog steeds enkel naar de inkoopprijs”, aldus Buitenhuis. Het is dus aan deze merkeigenaren en marktleiders om de gehele keten van een product in ogenschouw te nemen.
Wat Bolck betreft is een belangrijke stap in het kader van duurzaamheid dat onnodig dubbel verpakken wordt voorkomen: “Immers: waarom zou je iets dat al in plastic zit verpakt, ook nog met een kartonnetje moeten bedekken?”