Deel dit artikel:

9 dec 2022

|

Industrie

Nederland kan wereldwijde voortrekker zijn van heel nieuw industrieel systeem

Europa heeft het in zich om een voortrekker te zijn voor het oplossen van de duurzaamheidsproblemen van deze tijd. En Nederland kan daar een leidende rol in spelen. Om dat voor elkaar te krijgen, is wel een aanpak met meer urgentie nodig, zegt Wytse Kaastra, Senior Managing Director Sustainability Europe bij Accenture. “Als we dit goed doen, staan we aan de basis van een nieuw industrieel systeem.” 

Als Europa aanjager van verduurzaming wordt, neemt het een zware taak op zich. Er is wereld-wijd namelijk nog heel veel werk te doen, laat recent onderzoek van Accenture zien. Daaruit blijkt dat het aantal bedrijven met duurzaamheidsdoelen mondiaal weliswaar toeneemt, maar slechts 7 procent is op weg die doelen ook daadwerkelijk te halen. De cijfers voor Europa zijn aanmerkelijk beter, maar ook daar is het nog geen 100 procent.

Een meer radicale transformatie is nodig, concludeert Accenture. Volgens de zakelijke dienstverlener moeten we de energietransitie niet alleen maar beschouwen als een verandering bij energiebedrijven. Dat is óók nodig, maar slechts het begin, waarna de hele architectuur van de economie zal transformeren. Om dat proces te versnellen, moeten de kosten van de toepassingen en technologieën die bij de transitie nodig zijn omlaag. Bij-voorbeeld: als warmtepompen en huisbatterijen goedko-per worden, wil iedereen ze straks hebben.

Schaling aanjagen

Voor een kostenreducering is meer ‘schaling’ nodig, vertelt Kaastra. “De richting en doelstelling zijn helemaal helder en de benodigde technologie hebben we al in huis. Een belangrijk deel van die technologie bestaat echter al-leen nog op erg kleine schaal. Dat maakt het zo duur. Met het opwekken van energie uit wind is al bewezen dat het werkt om op te schalen. Eerst was het niet rendabel, maar een paar jaar later is offshore windenergie goedkoper dan ‘vervuilende’ productie. Van het aanjagen van schaling moet volgens Kaastra veel meer werk worden gemaakt. Het komt niet zomaar van de grond, omdat het een klassiek prisoners dilemma is. “Het ingewikkelde is dat geen enkel bedrijf in zijn eentje kan schalen. Als je in je eentje begint en niemand doet mee, dan bereik je niets en zit je zelf met de kosten. Je hebt samenwerking in een keten en actief overheidsbeleid nodig om de échte veranderingen in gang te zetten en zelf mee te profiteren.”

De voorbeelden van succesvolle samenwerking binnen een waardeketen bestaan wel degelijk. Kaastra noemt de duurzamere variant van kerosine (SAF, Sustainable Avia-tion Fuels), waarmee het bij bestaande vliegtuigen moge-lijk is om de CO2-uitstoot van een vlucht met zo’n 80 pro-cent te reduceren. “Deze brandstof is alleen wel gelijk vijf keer zo duur als de ‘normale’ kerosine. De prijs is onder meer zo hoog, doordat niet op grote schaal geproduceerd wordt. Shell heeft daarom een digitaal platform gebouwd om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Daar hebben airlines en corporates, zoals Accenture, op ingetekend. De vraag nam flink toe dankzij dit initiatief, waarmee is bereikt dat Shell nu een fabriek voor duurzame kerosine in Pernis bouwt. Het bewijst dat we met samenwerking in een waardeketen grote stappen kunnen zetten en nieuwe businessmodellen kunnen uitvinden.

“Overheid moet blijven duwen”

Bedrijven kunnen dus zelf iets doen om opschaling te stimuleren, maar voor een echte kickstart is vol-gens Accenture toch echt actie van de overheid nodig. “Constant blijven duwen met regelgeving en stimuleren met subsidies”, is wat hun rol volgens Kaastra moet zijn. “Dat levert in het begin niet veel op, zo lijkt het. Maar op een gegeven moment krijg je een scharnierpunt, de echte omslag. Dan heeft het ineens effect en vanaf dat moment gaat het snel. De kosten gaan omlaag, iets wordt steeds normaler gevonden, de klantvraag onstaat en het alternatief wordt juist minder normaal. Dan komt het moment dat de overheid zich weer terug kan trekken. Bij batterijtechnologie zitten we nu op dat scharnierpunt, bij wind- en zonne-energie zijn we daar al voorbij en voor groene waterstof moeten we daar nog komen.”

Buiten Europa, in het zogenaamde Globale Zuiden, staan ze nog niet te springen om aanjager te zijn van deze ontwikkelingen. De bevolking moet worden gevoed en naar een hogere levensstandaard worden gebracht. Dat is de eerste zorg en die kost veel (vervuilende) energie. “Voor Europa en Nederland ontstaan daardoor unieke kansen, maar het is ook bittere noodzaak om de Europese economie weerbaarder, onafhankelijker en competitiever te maken. Om gereed te zijn voor de volgende 100 jaar komen we daar niet omheen” zegt Kaastra. “We kunnen deze eenmalige mogelijkheid aangrijpen door te inno-veren en kampioen schaling te worden. Als we het goed aanpakken, staan we aan de basis van een heel nieuw industrieel systeem, waar uiteindelijk de hele wereld naartoe zal bewegen. Als je het met wat koopmansgeest bekijkt, is de vraag wat we nu moeten doen een echte no-brainer: hier full power op inzetten.” 

www.accenture.com

Gesponsord