7 feb 2019
|
Industrie
Journalist: Jerry Huinder
Hoosbuien, extreme droogte, sneeuwbommen en een stijgendezeespiegel. Je kunt op een rustiger moment instappen als Deltacommissaris, daaris Peter Glas zich terdege bewust van. “Het is in deze tijd heel belangrijk omonzekerheden te beperken.”
Intensief. Zo omschrijft de kersverse Deltacommissaris, Peter Glas, zijn eerste weken in functie. Weken waar het vooral ging om kennismaken. Met de staf, de mensen op het ministerie, onlangs nog met de klimaatgezant, allerlei mensen die een rol spelen in het deltaplan. Zijn eerste indruk: een ingewerkte club mensen met een enorme hoeveelheid kennis. “Ik vind dat echt indrukwekkend. En het is heel belangrijk ook, dat je vanuit een evidence based aanpak aan de slag gaat.” Maar naast bewondering was er ook verbazing. Die lag vooral in de complexiteit, ook voor Glas, ondanks zijn ruime ervaring binnen de watersector. “Als je inzoomt op bepaalde gebieden zoals bijvoorbeeld de Zuidwestelijke Delta, en dat hebben we gedaan de eerste weken, echt met de kaarten erbij, dan zie je pas echt hoeveel knoppen er aan zo’n systeem zitten. Er zijn zoveel projecten en belangen die daarbinnen spelen. Dat is ook de complexiteit van de functie: als je in dit vak bezig bent moet je tegelijkertijd de grote lijnen als de lokale belangen in het oog houden.”
Maar goed dat u veel lokale ervaring heeft. Wat neemt u mee naar uw nieuwe functie vanuit uw ervaring als Watergraaf van Waterschap de Dommel?
“Wat ik daar heb gemerkt, is dat water verbindt. Het is een voorwaarde voor landbouw, industrie, natuur, stedenbouw, volksgezondheid, alles. Op het moment dat je het over economie hebt, heb je het over water. Heb je het over industrie, dan heb je het over water. Heb je het over de kwaliteit van een stad: water. Bij elk gesprek heb je het binnen een kwartier over water.”
‘De urgentie vasthouden’, is de opdracht die u meekreeg van uw voorganger. U hoeft politiek Den Haag toch niet te overtuigen van het belang van een Deltacommissaris en een gedegen deltaplan voor de lange termijn, me dunkt?
“De politiek stelt de norm. Als je kijkt naar veiligheid, dan is er gezegd dat de kans op overlijden ten gevolge van een watersnood niet groter dan één duizendste in een mensenleven mag zijn. Dat in combinatie met de economische belangen achter die dijken, er ligt voor 2000 miljard geïnvesteerd vermogen achter de dijken in Nederland, er wordt twee derde van ons Bruto Nationaal Product verdiend en er wonen tien miljoen mensen, betekent dat ik de overheid inderdaad niet hoef te overtuigen van de noodzaak van een gedegen deltaplan. Er ligt heel veel at risk.”
En het bedrijfsleven, moet u die overtuigen?
“Als ik dit gesprek heb zo, met een kopje koffie erbij, dan wordt het overal waar ik kom begrepen. Maar dat is niet hetzelfde als dat het elke dag wordt gevoeld of dat het ook echt helemaal geïnternaliseerd is. In 2014 is er een rapport uitgebracht door de OECD dat ging over hoe we het waterbeheer in Nederland georganiseerd hebben met als ondertitel: Fit for the future? De conclusie was ja, maar er waren nog wel wat wensen en kwetsbaarheden en een die we misschien niet op voorhand zagen aankomen was de kwetsbaarheid van waterbewustzijn. Dus als je vraagt: begrijpt iedereen het, dan is het antwoord ja, maar niet altijd vanzelf. Water is niet vanzelf een onderwerp bij een bedrijf als er moet worden hergestructureerd of een bedrijventerrein moet worden ontwikkeld. Water is niet top-of-mind. En dat is vreemd, want er zijn genoeg sectoren waar water een bedreiging kan zijn voor de bedrijfsvoering: te veel en te weinig water. Water zou onderdeel moet zijn van de risicoanalyse bij bedrijven.”
Is een permanente ‘aanjager’, de rol die u vervult, nodig om de opdracht te volbrengen?
“Ik denk van wel. Het unieke van het Deltaprogramma is dat het een nationaal programma is, dat is ook nodig voor een onderwerp als water, omdat het zoveel schalen omvat. Je hebt de internationale component, als het zo sneeuwt als laatst in de Alpen, dan komt dat water op een gegeven moment naar ons toe. Dan heb je de nationale component, de regio, de stad en uiteindelijk de wijk. Daar enige samenhang en consistentie in aanbrengen dat vergt schakelen tussen die componenten en daar kan een Deltacommissaris een belangrijke rol in spelen als aanjager en verbinder.”
Houdt u van natte voeten?
“Alleen als het besteld is, niet als het onverwachts komt. Dat hebben we twee jaar geleden meegemaakt (een zware onweersbui met hagelstenen zo groot als honkballen, red.), en daar zijn we in Zuidoost-Nederland tot op de dag van vandaag mee bezig. Die bui betekende 600 miljoen euro schade. Mensen denken bij natte voeten altijd aan het scenario van 1953, maar we komen er steeds meer achter dat als we onze leefomgeving niet klimaatrobuust inrichten dat je bij te veel, of te weinig water zoals vorige zomer, enorme schade kan oplopen. Dat loopt nationaal in de honderden miljoenen.”
Wat zijn zaken waar u zich op dit moment mee bezig gaat houden als Deltacommissaris?
“Elke zes jaar herijken we het deltaprogramma en over twee jaar is de eerste herijking, dat is dus een aandachtspunt. We evalueren natuurlijk elk jaar, maar om in metaforen te spreken: elk jaar wordt er een dakpan bijgelegd, en elke zes jaar kijken we of de helling van het dak nog klopt.”
Maar zijn er nog urgente zaken, buiten de ‘normale’ evaluaties en herijking?
“Het is in deze tijd heel belangrijk om onzekerheden te beperken. De zeespiegel stijgt, maar wordt dat nou 1, 2 meter of nog een ander getal? Er zoemt van alles rond en we moeten de bandbreedte daarvan bepalen, dan kun je beter sturen. Dan hebben we natuurlijk het zoetwaterprobleem, het watertekort, de droogte en natuurlijk de hevige regenval in korte tijd. Droog wordt droger, nat wordt natter, op dat gebied hebben we de afgelopen jaren wel een wake up call gehad. De stresstesten die dit jaar worden uitgevoerd bij gemeenten zijn wat dat betreft heel belangrijk. Daar wordt gekeken naar wat er nou gebeurt als je stad zo’n hoosbui te verwerken krijgt. Of als je stad te maken krijgt met een lange periode van droogte en hoge temperaturen. Op basis daarvan gaan gemeenten de dialoog voeren met burgers, het bedrijfsleven, medeoverheden: wat is nou acceptabel en waar moeten we iets aan doen als we kijken naar de ruimtelijke inrichting.”
Tot slot: een nieuw jaar, een nieuwe Deltacommissaris. Wat is uw nieuwjaarswens?
“Met het oog op de klimaatverandering wens ik dat het waterbewustzijn echt op een nog hoger niveau komt bij zowel de overheid, het bedrijfsleven als de burger. We moeten blijven werken aan de leefbaarheid van onze delta, daar kunnen we nooit bij verzaken, want dat is gewoon existentieel. En ik wens dat we daarbij nuchter, alert en voorbereid te werk gaan.”