10 mei 2019
|
Industrie
Journalist: Mark van Seggelen
We zijn een productief land in vergelijking met andere Europese landen. En Nederlandse bedrijven zijn goed in technologische ontwikkelingen. Echter, bij het productieproces zijn nog stappen te maken. Wat kan Smart Industry hierin betekenen?
MKB-Nederland vindt dat de overheid en ondernemingen sterk moeten inzetten op Smart Industry. “En dan niet van koers wijzigen en vooral blijven investeren. De Nederlandse industrie is van groot belang voor de economie, innovatie, werkgelegenheid en export.” Dit zegt Thomas Grosfeld, teammanager bij MKB-Nederland. De Smart Industry bestaat uit het slim werken op de eigen productievloer, slim werken in de keten en slimme apparaten door het Internet of Things. De Koninklijke Vereniging MKB-Nederland met ruim 170.000 leden streeft naar een klimaat waarin bedrijven de kans krijgen om te groeien. Groei betekent meer banen en meer welvaart.
Door Smart Industry - digitalisering, nieuwe ontwikkelingen en technologieën - verandert de maakindustrie en de manier waarop we dingen maken radicaal. Digitalisering is onder meer de inzet van 3D-printers, robots, drones en sensoren in combinatie met ICT. “Dit biedt mogelijkheden om het productieproces efficiënter en beter te organiseren, om nieuwe ‘smart’ producten te ontwikkelen en om nieuwe businessmodellen te introduceren”, vertelt Grosfeld. Hij is bij MKB-Nederland belast met innovatiebeleid.
Macro-economisch heeft ons land enkele koplopers op het gebied van innovatie. “Dat zijn technologie ontwikkelaars met een hoge productiviteit. En daaronder staan de volgers. Het gat tussen de koplopers en de volgers wordt groter.” Grosfeld vindt dat geen goede ontwikkeling. “Het gevolg is rem op de groei. Nieuwe innovatieve toepassingen in het mkb komen niet aan bij de ondernemingen. De productiviteit loopt daarmee achter.” Ook kan Smart Industry een bijdrage leveren aan het terugdringen van personeelstekorten. “Door aanpassingen in het productieproces en de inzet van nieuwe, slimme technologie, kan een onderneming productiewinst maken met minder personeel.” Grosfeld maakt daarbij de kanttekening dat technologie niet de mensen vervangt, maar het een samenspel is tussen die twee.
De mkb’er moet zich de vraag stellen: wat heb ik aan Smart Industry? Een lastige vraag die niet altijd goed te beantwoorden is. Daarom heeft MKB-Nederland een Smart-Industry programma ontwikkeld samen met andere partners. Dit programma geeft de mkb’er concrete handvatten. In de regionale praktijkomgeving van fieldlabs werken bedrijven en kennisinstellingen doelgericht samen aan het ontwikkelen, testen en implementeren van nieuwe productietechnologieën. Dat kan zijn procesinnovatie, productinnovatie of het vernieuwen van businessmodellen. ”De fieldlabs zijn heel concreet en voor ondernemers heel laagdrempelig. Bijkomend voordeel is dat ondernemers met elkaar in gesprek gaan. Ze leren van elkaar.”
Technologie is nooit een doel op zichzelf, merkt Grosfeld op. “Waar wil je staan als bedrijf over een aantal jaren en wat past daar het beste bij? En betrek je medewerkers in de stappen die je neemt bij de inzet van nieuwe technologie.”
Er is ook nog een ander positief effect. Smart Industry kan er toe bijdragen dat de productie die eerder plaatsvond in lageloonlanden, weer in ons land plaats gaat vinden. “Robotisering, digitale technologie en verandering in het productieproces maken dat mede mogelijk. De lonen stijgen ook in lageloonlanden, waardoor de business case voor bedrijven veranderd en het interessanter is om de productie weer in Nederland te laten doen.”
Het huidige kabinet wil het vestigingsklimaat verbeteren om zo een mogelijke terugkeer naar Nederland te ondersteunen. Toch vindt Grosfeld dat de overheid te weinig investeert in Smart Industry. “Zet in op Smart Industry voor een langere termijn, omdat het goed is voor de economie.”