25 nov 2020
|
Industrie
Journalist: Marjon Kruize
Over de chemische industrie zijn we lang niet altijd even positief. Vaak gaat het in de media over CO2-uitstoot en vervuilende stoffen. Wat men daarbij vergeet is dat chemie overal om ons heen te vinden is.
De plastic componenten in je laptop, apparaten in een ziekenhuis en zelfs de inkt op dit papier. Allemaal zouden ze niet kunnen bestaan zonder de chemische industrie. “Chemie is overal om ons heen”, stelt Emmo Meijer, boegbeeld van de Topsector Chemie. “Dat beseft men vaak niet.” De aandacht ligt vaak meer bij de negatieve eigenschappen van de basischemie, terwijl juist in deze sector hard gewerkt wordt aan verduurzaming en innovatie.
Welke rol speelt de chemische industrie in onze maatschappij?
“De chemische industrie in Nederland is buitengewoon groot, zeker in vergelijking met andere landen. Haar bijdrage aan de economie is dan ook enorm. Als we nog iets breder kijken naar het cluster Nederland, België en Noordrijn-Westfalen, een van de grootste economische clusters ter wereld, dan hebben we het over 350.000 mensen die werk vinden in de chemische industrie. Men beseft dat eigenlijk niet, omdat chemie bijna nooit zichtbaar is. Maar chemie is overal.”
Hoe bedoelt u?
“De basischemie is noodzakelijk voor allerlei andere sectoren. Van verpakkingsmaterialen tot automotive en van bouwmaterialen tot de farmaceutische industrie: zonder de chemische industrie zouden we simpelweg niet kunnen bestaan. De chemische industrie is de toeleverancier voor een heleboel andere partijen. Die rol wordt nogal eens onderschat. Als we nu alleen al kijken naar de medische sector, dan zien we enkel daar al een enorme invloed van de chemische industrie. Denk bijvoorbeeld aan het produceren van de juiste mondkapjes, maar ook het maken van testmateriaal.”
Ondanks de belangrijke rol van de chemische industrie staat zij niet altijd in een positief daglicht. Waarom is dat? En is het terecht?
“Ik ben natuurlijk opgegroeid met de chemische industrie, dus ik vind het ontzettend frustrerend dat de chemische industrie altijd zo snel in het verdomhoekje gestopt wordt. Maar het imago van de chemische industrie is gewoon niet goed omdat je op het nieuws regelmatig hoort over veiligheidsincidenten of over uitstoot. Terwijl de chemische industrie juist ook een belangrijke bijdrage levert aan de verduurzaming van Nederland en aan de ontwikkeling van de circulaire economie.”
Maar die verduurzaming is nog wel een flinke uitdaging?
“Jazeker, maar het is een uitdaging die opgepakt moet worden. Het lijkt misschien alsof de chemische sector hier helemaal niet mee bezig is, omdat je zoveel industriegebieden ziet waarin miljarden aan assets staan uit een tijd dat duurzaamheid nog niet zo belangrijk was. Maar die assets zijn in de afgelopen jaren ook geoptimaliseerd. De chemische industrie is aan de ene kant druk bezig met het verduurzamen van bestaande assets, maar houdt zich ook bij het opzetten van nieuwe processen bezig met duurzaamheid. Voor de basischemie is het belangrijk dat de plasticrecycling nu op gang komt. Als we die loop kunnen sluiten zijn we daar gelijk minder afhankelijk van de fossiele grondstoffen. Maar die plastics moeten wel allemaal gescheiden en omgezet worden en dat is nog best een groot traject waarin nieuwe waardeketens tot stand moeten komen.”
En als dat lukt kunnen we fossiele brandstoffen achter ons laten?
“Zo makkelijk is het helaas niet. De fossiele industrie is enorm groot, met alleen recycling komen we er niet. De overheid speelt hier ook een rol in. Momenteel zijn de prijzen van fossiele grondstoffen nog heel laag, mede omdat de overheid dit subsidieert. Als we daarmee door blijven gaan wordt fossiele grondstof nooit duurder en dan wil niemand overstappen. Ook al zijn de alternatieven er wel, zoals koolstof uit biomassa en gebruikte materialen die voor hergebruik zijn ontworpen. Deze transitie is noodzakelijk om in 2050 in vergevorderd stadium een circulaire economie te hebben bereikt.”
Aan welke alternatieven moet ik dan denken?
“Biogrondstoffen zoals biomassa bijvoorbeeld. Er zijn al grote spelers in de industrie die gebruik maken van biomassa en er zullen er nog vele volgen. Maar als je biomassa in wilt zetten moet je dat wel doen met toegevoegde waarde voor de chemie en moet je het niet verbranden. De overheid zou dit ook moeten stimuleren. Daarnaast is er natuurlijk een hoop aandacht voor waterstof. Dit zal niet breed beschikbaar komen, want groene waterstof maken is een zeer kostbaar elektrolytisch proces dat veel duurzame energie kost. We kunnen groene waterstof maar heel specifiek inzetten voor onze economie en het is logisch om dit in de chemische sector te doen omdat daar veel toegevoegde waarde te halen is.”
Hoe gaan we dit doorvoeren in de chemische industrie?
“We kunnen heel lang blijven praten over alle mogelijkheden die er zijn, maar nu de urgentie duidelijk is moeten we zo snel mogelijk opschalingstrajecten ingaan. De industrie zou daar zelf ook meer proactief in kunnen worden en meer kunnen uitstralen dat we wel degelijk bezig zijn met verduurzaming. Daar zouden we nog veel verder in kunnen gaan. Nu hoor je nog heel vaak dat bedrijven bepaalde verduurzamingsstrategieën niet in willen zetten omdat ze bang zijn dat hun klanten dan naar het goedkopere buitenland gaan, maar duurzaamheid kan juist waarde bieden. Echter, dit kan alleen als er een gelijk speelveld gecreëerd wordt. Zoals bijvoorbeeld met de Green Deal, waarbij importtaks geheven wordt over vervuilende stromen vanuit landen buiten de EU.”
Hoe ziet u de toekomst voor u?
“Uiteindelijk denk ik dat de verduurzaming ook nieuwe verdienmodellen op kan leveren. Dat zag je in de jaren zeventig ook, toen onze milieuwetgeving de chemische industrie dwong om te innoveren. Uiteindelijk zijn we toen tot nieuwe processen gekomen die het buitenland nu weer van ons overneemt.”
“Ook pleit ik voor meer samenwerking tussen verschillende sectoren en een overkoepelende visie voor Nederland. We moeten een beeld hebben van een duurzame samenleving om hier gezamenlijk naartoe te werken. Je wilt ook sociaal maatschappelijk draagvlak creëren voor duurzaamheid en daarvoor is een duidelijk doel van groot belang. Dan zien we allemaal dat we nu even door een zure appel heen moeten, maar dat we uiteindelijk uitkomen bij een bredere welvaart waar iedereen van profiteert.”