30 aug 2019
|
Economie
Journalist: Hugo Schrameyer
Door het goeddeels ontbreken van verpakkingsadvies doet de logistieke sector veelvuldig beroep op eigen creativiteit.
De logistieke wereld staat onder invloed van verschillende trends, die niet alleen verdere professionaliteit brengen, maar toch ook een vorm van onstuimigheid. Zo is er vooral veel te doen over de opkomst van 5PL, terwijl op de achtergrond duurzaamheids- en circulariteitsvraagstukken aandacht blijven vragen. Wat betreft verdere toelichting op die PL-materie: 3PL heeft van doen met het uitbesteden van logistieke activiteiten aan externe partijen. Oftewel, Third Party Logistics Providers (3-pl-ers). Een Fourth Party Logistics Provider (4-pl-er) treedt daarentegen op als ketenregisseur, die dikwijls zonder eigen materieel (zoals vrachtwagens) voor de supply chain van de klant de beste oplossing zoekt. 5PL is een relatief nieuwe term die in de supply chain circuleert. Eigenlijk heeft die dienstverlener veel weg van een 4-pl-er, met die verstande dat er een focus bestaat op gebruikmaking van de laatste technologie.
Deze ontwikkeling overziend, doet de indruk stimuleren dat de logistieke sector actuele uitdagingen als efficiencyverbetering en duurzaamheidsvraagstukken ter harte neemt, maar volgens verpakkingsdeskundige Johan Faes vallen er nog tal van verbeteringen te realiseren. Zeker als het om de verpakkingen zelf gaat. Logistieke professionals zijn volgens hem prima toegerust om de efficiency in de keten verder te optimaliseren. Probleem is dat ze daarbij amper aandacht hebben voor het materiaal waarin producten zitten verpakt. “De uitdaging zit daarbij vooral aan de industriezijde. De retail heeft dat traject behoorlijk op orde. Er bestaat in ieder geval volop discussie over milieuvraagstukken. In supermarkten kom je bijvoorbeeld steeds minder plastic en overtollig verpakkingsmateriaal tegen. Webretailers studeren druk op uitdagingen om op maat gesneden verpakkingen en minder lucht te versturen.”
De industrie daarentegen heeft wat dat betreft nog een behoorlijke achterstand, signaleert Faes. Om een praktisch voorbeeld te geven: mondiaal bestaan er volop vervoersstromen van lege verpakkingen. Europese fabrikanten die bijvoorbeeld een deel van hun productie uitbesteden naar Azië, kopen de bijbehorende verpakking in bij producenten in onze regio. “Veelal is dat gebaseerd op bestaande afspraken, maar de logica erachter ontbreekt. Het is veel logischer om dan verpakkingen eveneens in Azië in te kopen. Logistieke professionals hebben echter amper aandacht voor die materie”, reageert Faes.
Een ander voorbeeld van een kans die nog grotendeels onbenut blijft, ligt op het vlak van duurzaamheid. Dat is veelal een thema waar niet direct aan gedacht wordt bij ontwikkeling van verpakkingen. Zo gaat het bij het verzenden van producten in eerste instantie veelal over de bescherming ervan, terwijl termen als carbon footprint en life-cycle-analysis amper ter sprake komen. “Toch liggen er ook op dat vlak zeker mogelijkheden om progressie te maken. Herbruikbaarheid en levensduur van verpakkingen zijn nog geen thema’s die bovenaan de aandachtladder staan bij logistieke professionals, maar hergebruik kan wel degelijk voordelen opleveren. Niet alleen in termen van duurzaamheid, maar ook vanuit het perspectief van kostenbesparing.”
Ondanks deze constatering beschouwt de verpakkingsdeskundige zich evenmin als pessimistisch mens. Want dat de industrie in navolging van retail eveneens dieper gaat nadenken over de impact van verpakkingen is volgens hem zo klaar als een klontje. “Groeit de aandacht voor deze materie niet vanzelf, dan zal de overheid met aanvullende maatregelen komen. Bovendien wordt niet alleen de maatschappelijke druk opgevoerd. De logistieke sector krijgt ook in de gaten dat er financieel gewin valt te halen met een doordacht verpakkingsbeleid.”