10 aug 2018
|
Economie
Vliegen is milieuvervuilend, te goedkoop en zorgt voor geluidsoverlast. Het is bekende kritiek, maar niet altijd juist.
“Luchtvaart is infrastructuur”, begint Benno Baksteen zijn verhaal. “En infrastructuur is een randvoorwaarde voor economische ontwikkeling. Deze heeft altijd plaatsgevonden op kruispunten van infrastructuur. Als je kiest voor economische ontwikkeling zul je ook transport en dus luchtverkeer moeten accepteren.”
Baksteen lijkt als oud-piloot en ex-voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) misschien wat bevooroordeeld. Maar wat hem vooral stoort is dat de discussie over vliegen vaak niet op basis van de juiste feiten wordt gevoerd.
Nee, vliegtuigmaatschappijen betalen geen btw op hun vliegtickets of accijns op hun kerosine. Maar wat je niet hoort, is dat internationale treinreizen evenmin worden belast. Sterker, de trein wordt vaak gesubsidieerd. “Een treinkaart kost in werkelijkheid twee keer zo veel.”
Ook zoiets, de milieubelasting van vliegtuigen zou 7 tot 11 keer zo groot zijn dan die van de trein, schreef de Volkskrant in april. “Een definitiekwestie”, stelt Baksteen. Bijvoorbeeld omdat niet de milieubelasting van de aanleg van een spoor wordt meegenomen en ervan wordt uitgegaan dat de energie voor de trein vrijwel emissievrij wordt opgewekt.
Baksteen: “Het verbruik van een Boeing 777 is ongeveer 1 liter kerosine op 40 kilometer per passagier. Dat is dus heel zuinig, alleen zijn de afstanden groot. Je kan daarom niet zomaar zeggen dat de trein beter is. Wel als je een gewone trein neemt, maar de HSL is vanwege de hoge snelheid en de aanleg van de infrastructuur pas zuiniger als je 30.000 passagiers per dag vervoert. Als je met z’n tweeën naar Spanje gaat, kun je beter vliegen dan met de auto gaan.”
Geluidsoverlast is wél een serieus probleem, en is door het gegoochel met cijfers bijna een metafoor geworden voor alles wat slecht is aan vliegen. Baksteen: “We moeten onder ogen zien dat de samenleving als geheel profiteert van luchtvaart en dat een kleine groep daar nadeel van ondervindt. Hen moeten we iets aanbieden waarna ze de afweging kunnen maken of ze daar willen wonen of niet. In de VS is bijvoorbeeld de onroerendgoedbelasting rondom sommige vliegvelden verlaagd.”
Hij benadrukt het nogmaals. “Het is niet Schiphol dat zegt te willen groeien, de vraag komt uit de samenleving. Het gaat erom hoe we de problemen oplossen die daarbij spelen. Die discussie moeten we goed aanpakken.”