9 sep 2020
|
Economie
De coronacrisis zet ons allemaal aan het denken en stimuleert handelen dat hiervoor vooral een abstractie was. Thuiswerken is naar mijn stellige overtuiging de grote gamechanger. Jarenlang was thuiswerken vooral het domein van promotiecampagnes van de overheid, van een enkele fiscale regeling en toch vooral van de echte gelovigen. Maar nu moesten we er ineens allemaal aan geloven.
Van de ene op de andere dag zat praktisch de hele arbeidsbevolking, op enkele cruciale beroepen na, thuis. In verre van ideale omstandigheden en onvoorbereid. Jengelende kinderen, zorgen over de gezondheid van gezin en geliefden en toch behelpen we ons al maanden door te Zoomen of in Teams. Dit is wat ze een systeem-shock noemen. En meestal blijven die niet zonder structurele gevolgen.
We wisten al dat het op veel gebieden anders moet en vooral duurzamer moet. De huidige crisis leert ons dat dit ook kan. Files blijken oplosbaar te zijn. Ook toen het verkeer alweer volop op gang was en het OV noodgedwongen beperkte capaciteit had, waren er vooral in de ochtendspits beduidend minder files. Spreiding, variabele vertrekmomenten en vergaderingen die minder heilig zijn dan daarvoor zorgen voor die verandering. De warme hap in de avond heeft zijn heilige status kennelijk nog niet verloren en dus bleven de avondfiles als vertrouwd.
Gedragsveranderingen die een abstract ideaal leken, worden nu ineens gerealiseerd. Zelfs de hardnekkigste digibeet verscheen uiteindelijk in een digitale vergadering. En zo zien werkgevers dat hele dure kantoor aan de Amsterdamse Zuidas ineens door andere ogen als tot het einde van het jaar de bezetting niet boven de zestig procent komt. Werken blijkt toch iets anders te zijn dan om negen op kantoor inklokken om er vervolgens acht uur achter de pc door te brengen. Wat we thuis missen is vooral de creatieve interactie en het type overleg waarvoor de videoverbinding simpelweg niet volstaat.
Het denken over ruimtelijke ordening in ons volle landje, en dus ook over mobiliteit, zal door corona worden beïnvloed. Dit is dé kans om versneld door te schakelen naar toekomstbestendige mobiliteit. Want nu Nederland bewijst dat het een enorme shock kan absorberen in de wijze waarop we ons werk inrichten, is het tijd om een paar stappen te zetten die eerder niet voor mogelijk werden gehouden. Nu de angst voor productiviteitsverlies door thuiswerken is verdwenen, moeten we proberen productiviteitswinst te boeken met slimme vormen van thuiswerken. Nederland was altijd al wereldkampioen productiviteitswinst en dat kunnen we weer worden. En Nederland was ook altijd een relatief gelukkig land. Als thuis en werk beter worden geïntegreerd, waarbij privé wordt gerespecteerd omdat kantoor nu ook kantoor aan huis is, kunnen we zelfs de wereld de weg wijzen.
Dat betekent voor het woon-werkverkeer dat dit onderdeel wordt van de planning. Niet “zorg maar dat je er bent”, maar “ik zorg ervoor dat je er kunt zijn” is het nieuwe credo. Dus gaan we op andere momenten en op andere manieren reizen. We maken gebruik van meerdere vervoersmiddelen op de route en van slimme applicaties die vervoersstromen blootleggen en zelfs kunnen sturen. Met grotere individuele vrijheid, maar rekening houdend met het collectief en het belang ‘van de zaak’. Dat doen we in toenemende mate elektrisch of in elk geval duurzamer, met schone diesels of hybrides. We gaan dus niet alleen ‘betere kilometers’ maken, zoals het BOVAG-motto luidt, maar vooral ook ‘op een beter moment’.
De auto(deel)bedrijven, tweewielerwinkels en verhuurders die bij onze vereniging zijn aangesloten zullen in elk geval bijdragen aan deze individualisering en flexibilisering, met maatwerk voor consumenten.
Het is heel makkelijk om negatief naar de toekomst te kijken. Corona zal een hap uit onze economie nemen en ook ondernemers zullen het heel zwaar krijgen. Maar ik ben toch overwegend positief. Want ik zie een nieuwe en slimmere economie ontstaan, waarbij nieuwe en slimmere mobiliteit een aanjager wordt.
Han ten Broeke,
Algemeen voorzitter BOVAG