19 dec 2019
|
Maatschappij
Journalist: Claudia Pietryga
De stikstofcrisis beheerst de bouwsector en onze grondstoffen raken op. Het roer moet om.
Zo stelt ook Annemarie van Doorn, directeur bij Stichting Dutch Green Building Council. Bij circulaire bouw worden materialen hergebruikt zonder natuurlijke hulpbronnen uit te putten, de omgeving te vervuilen en het ecosysteem aan te tasten. Het is bouwen op een manier die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. “We worstelen bij DGBC nog wel eens met de definitie”, legt Van Doorn uit. “Want je wilt het liefste alle materialen opnieuw gebruiken, maar dit kan vanwege de toxiciteit helaas niet altijd. Kijk naar beton en pur. Ze worden vaak met elkaar versmolten wat het uit elkaar halen bemoeilijkt. Pur wordt bovendien nog wel eens het asbest van de toekomst genoemd, wat inhoudt dat je het materiaal vanwege de gezondheid dus helaas niet opnieuw kunt toepassen.”
DGBC is een maatschappelijke organisatie die zich inzet om de gebouwde omgeving toekomstbestendig te maken en stelt tools beschikbaar om duurzaamheid concreet en meetbaar te maken, zoals via BREEAM. “Circulair bouwen is zo veelomvattend. Uit wat voor materialen bestaat een gebouw? Hoe gaat het pand om met het gebruik van water en energie? Is er genoeg groen op en rond het gebouw om veel regenwater af te voeren zodat het bij klimaatverandering voldoende adaptief is?” Het gaat volgens Van Doorn in elk geval verder dan alleen een papierbak in een kantoor plaatsen. “Soms hoor ik een verhaal over een kantorenpand dat als een circulair gebouw wordt bestempeld, omdat ze netjes hun afval scheiden en een oplaadpunt hebben voor elektrische auto’s. Dat zijn natuurlijk hele mooie duurzame initiatieven, maar maakt het gebouw niet meteen circulair. Ik vind dat we wat dat betreft heel zuinig moeten zijn op de terminologie.”
Inspirerende voorbeelden zijn heel belangrijk. “Neem Circl op de Zuidas in Amsterdam. Een gebouw dat niet honderd procent volgens de circulaire richtlijnen is gebouwd, maar waarvan de bouwers wel enorm hun best hebben gedaan”, legt van Doorn uit. “Van binnen zijn veel verantwoorde materialen toegepast zoals een vloer die is gemaakt van gerecycled hout en het gebouw wordt geïsoleerd door middel van vezels van oude spijkerbroeken. Ook spoelen ze hun toiletten door met regenwater en gebruiken ze in het restaurant seizoensproducten die op een duurzame manier, bijvoorbeeld door middel van fermentatie, worden bereid. Heel inspirerend om te zien hoe zij met materialengebruik omgaan.”
De stikstofcrisis, het kan niemand en zeker de bouw zijn ontgaan. Trouw publiceerde een opiniestuk van architect Joop Bensdorp met als kop ‘De stikstofcrisis toont aan, we moeten sneller circulair gaan bouwen’ en het AD kopte met ‘Huizenbouwers wakker geschud door stikstofcrisis, het kan anders’ waarin hoogleraar klimaatontwerp Andy van den Dobbelsteen wordt gequoot. Beiden houden een pleidooi voor circulair bouwen, dat het kán en nodig is. “We wisten al heel lang dat stikstof een probleem vormde en ik denk dat deze crisis nodig is geweest om de bouwsector wakker te schudden”, verklaart Van Doorn. “Ik zie wel dat er steeds meer partijen nieuwsgierig zijn naar deze manier van bouwen. En ook in de samenleving is een tendens zichtbaar dat je niet zomaar alles moet weggooien en zuiniger met spullen om moet gaan. Die bewustwording is heel belangrijk. Het idee dat je ook op een andere manier naar grondstoffen kunt kijken sijpelt dus langzaam door, maar feit is wel dat er nog een lange weg te gaan is.”