20 jan 2020
|
Maatschappij
Journalist: Eoin Hennekam
Zonne-energie kan bijdragen aan de beoogde CO2-reductie uit het Klimaatakkoord. Peter Molengraaf, voorzitter bij Holland Solar, vertelt: “We moeten ons energieverbruik uit klassieke bronnen met minimaal 35 terrawatt-uur reduceren met behulp van wind-, land- en zonne-energie in 2030. En dit is een heel haalbaar doel. We kunnen zelfs meer voor elkaar krijgen.”
Zonne-energie kan bijdragen aan de beoogde CO2-reductie uit het Klimaatakkoord. Peter Molengraaf, voorzitter bij Holland Solar, vertelt: “We moeten ons energieverbruik uit klassieke bronnen met minimaal 35 terrawatt-uur reduceren met behulp van wind-, land- en zonne-energie in 2030. En dit is een heel haalbaar doel. We kunnen zelfs meer voor elkaar krijgen.”
Met een subsidiegedreven aanpak wil Nederland de stappen zetten naar een energietransitie. “Subsidies worden straks verstrekt op basis van de directe bijdrage aan CO2-reductie. Ik denk dat we voor zonne-energie binnen drie tot vijf jaar de transitie maken naar subsidieloze projecten, zoals Spanje bijvoorbeeld nu al doet. Maar het is eerst belangrijk om te zien hoe de markt er straks uitziet voor het verkrijgen van subsidies voor CO2-reductie. Zonne-energie is daar een van de mogelijkheden voor. Daar zijn ook andere gegadigden voor in de race dan voor bijvoorbeeld CO2-afvang en -opslag van raffinaderijen of afvalverbrandingsinstallaties. Dit maakt dan ook dat de concurrentiepositie van zonne-energie in deze nieuwe systematiek vooralsnog niet bekend is. Wanneer plannen in het voorjaar van 2020 definitief worden gemaakt, zullen we zien wat de bijdrage van zon wordt.”
In die toekomst zijn er wel hobbels op de weg. Uiteindelijk zullen fossiele centrales dicht moeten en daar moeten we stap voor stap naartoe werken, want een belangrijk obstakel voor die transitie naar duurzame energiebronnen is de vraag of er altijd voldoende energie uit gegenereerd kan worden. “Er zijn perioden waarin er noch zon noch wind beschikbaar is. Daarom is het interessant om te denken aan hybridisering in de industrie; een combinatie van duurzame en niet-duurzame energiebronnen. We zullen in 2023 een elektriciteitssysteem hebben dat als de zon schijnt ca. vijftien gigawattuur aan energie kan genereren. Het duurzaamheidspercentage is dan goed. Dan kan de industrie door middel van een combinatie van zon en wind tussen de 2500 en 4500 uur per jaar op duurzame energie opereren. De resterende tijd zal dan op traditionele bronnen zijn, totdat we de volledige energietransitie hebben gemaakt.”
Molengraaf sluit af: “De discussies over het Klimaatakkoord hebben bijgedragen aan bewustwording, maar toch draait veel nog op aardgas. Dat is omdat we het gewend zijn. Verandering is vaak moeilijk, maar in deze wel noodzakelijk. Uiteindelijk haal je meer uit duurzame energiebronnen: de energie is goedkoper en het draagt bij aan doelstellingen voor CO2-reductie. In de toekomst moeten we veel meer zonne-installaties aansluiten op het net, ter ondersteuning en creatie van meer hybridemodellen. Uiteindelijk kunnen we de transitie volledig maken.”