Deel dit artikel:

25 feb 2022

|

Economie

‘Aandacht voor digitale vaardigheden is uitermate belangrijk’

Journalist: Jerry Huinder

Nog nooit was digitalisering zo’n groot onderdeel van de politiek als in het huidige regeerakkoord. En daar is Lotte de Bruijn heel content mee. “En ik ben benieuwd naar de uitwerking, want dat is de volgende stap.”

 

 Een minister was geen harde eis, maar dat het onderwerp na jarenlang gesprekken voeren nu eindelijk eens echt op de politiek agenda werd gezet door de nieuwe regering, was zo langzamerhand wel onvermijdelijk. Iemand met budget en mandaat moest verantwoordelijk worden voor het onderwerp in politiek Den Haag, en of dat nou een staatssecretaris, minister of een commissie Digitale Zaken zou worden, dat maakte Lotte de Bruijn niet zoveel uit. Dus toen de algemeen directeur van NLdigital, een collectief van bedrijven die de digitale transformatie mogelijk maken, hoorde dat Alexandra van Huffelen staatssecretaris zou worden in kabinet Rutte-IV, was ze een tevreden mens. En na het lezen van het regeerakkoord was haar goede gemoed over de toekomst van de digitalisering in Nederland niet verdwenen. Toch houdt Lotte de Bruijn een slag om de arm. “The proof of the pudding is in the eating. Ik heb heel veel bewondering voor het coalitieakkoord op hoofdlijnen, maar de crux zit ‘m in de uitwerking. Wat zit er onder deze hoofdlijnen?” Hoe De Bruijn het zelf zou aanpakken? Een gesprek aan de hand van vijf belangrijke hoofdlijnen van de digitale paragraaf van het regeerakkoord.

Wetenschap, bedrijfsleven, ‘startups’, ‘scale-ups’, kenniscoalities en overheid slaan de handen ineen om de kansen die digitale technologie biedt te verzilveren.
“Fantastisch, maar dat doen we al jaren. Ik denk bij dit eerste punt dus wel: hoe gaan we dat dan anders doen? Hoe gaan we ervoor zorgen dat dit beter gaat? Ik zit zelf ook in de Topsector ICT en daar zitten we allang aan tafel in deze samenstelling. De uitdaging aan die tafel is: hoe ga je het MKB betrekken in deze publiek-private samenwerking? Dat is het spannendste, dat blijft voor mij de vraag. Dat heeft vooral te maken de lange termijn van innovatietrajecten waarover aan deze tafel wordt gesproken, dat is voor het MKB vaak een probleem. Daarnaast is het een kwestie van taal van de voorstellen waar je jezelf doorheen moet worstelen en de eisen die gesteld worden aan de samenwerking. Vaak worden er jaren ervaring gevraagd of minimaal een x-aantal referenties, die veel midden- en kleinbedrijven simpelweg niet hebben. Daar moet iets aan gedaan worden. Die tafel moet inclusiever worden. Daarom is het goed dat startups en scale-ups hierbij staan. Daar moet het verschil gemaakt worden.”

Nederland neemt het voortouw bij de versterking van de samenwerking tussen de EU-lidstaten op het gebied van digitalisering.
“Ik denk dat dit heel erg belangrijk is, en ik herken het ook. Nederland claimt die positie aan tafel steeds meer. Op het gebied van digitalisering kwam bijna al het initiatief vanuit Duitsland en Frankrijk, en daar mengen wij ons steeds steviger in. Gelukkig maar, want er komt heel veel wetgeving aan op het gebied van digitalisering: de Digital Markets Act, de Digital Services Act, de AI-act, de Data-act, de Chips-act… Het is natuurlijk superbelangrijk dat in de vormgeving van zo’n richtlijn of wetgeving de belangen van Nederland goed worden meegenomen. Dus daar moet de focus nu op. Daarnaast zou ik in de toekomst graag zien dat Nederland vanaf het bepalen van de visie meepraat zodat we in de uitwerking naar actie, zoals welke wetgeving er moet komen, bepalender kunnen zijn.”

Digibetisme wordt publiek-privaat aangepakt met een strategie voor digitale geletterdheid en betere toegankelijkheid van digitale overheidsdiensten, met behoud van alternatieven voor digitale overheidscommunicatie. Het kabinet wil dat persoonlijk contact met de overheid, bijvoorbeeld via een loket, altijd mogelijk is.
“Moeten we doen. Ook hier geldt: ik geloof in inclusie. Het werkt alleen als we allemaal mee kunnen doen. Vanuit die overtuiging zijn wij ook het project ‘Allemaal Digitaal’ gestart waarbij we hebben gezegd: wij leveren de hardware, maar ook de internetverbinding en de kennis aan diegenen die geen toegang hebben tot dit soort dingen. Van schoolkinderen tot ouderen. Dat moet je goed regelen, dat moet je goed borgen. De ontwikkelingen binnen de digitalisering gaan zo hard, zelfs ik kan dat soms niet bijbenen. Stel je voor hoe dat voor anderen moet zijn, ik zit er notabene middenin. En die groep die niet mee kan doen is groter dan mensen denken. Wij hebben vorig jaar 5000 mensen op deze manier geholpen, en wij zijn maar één initiatief in Nederland. Het gaat om tienduizenden mensen.”

In lerarenopleidingen komt meer aandacht voor digitale vaardigheden. Het nieuwe kabinet faciliteert het gebruik van digitale hulpmiddelen om de werkdruk van de leraar te verminderen en de onderwijskwaliteit te verbeteren.
“Deels fantastisch, zoals ik bij het vorige punt al zei: aandacht voor digitale vaardigheden is uitermate belangrijk. Wat ik een gemiste kans vind, is dat het wordt beperkt tot digitale hulpmiddelen. Ik lees deze ambitie als: leraren krijgen een lesje in het gebruik van een digibord. Of hoe ze beter online les kunnen geven. Waar het ons om gaat is dat digitale geletterdheid moet worden geborgd in het hele curriculum. En daar moeten leraren in getraind worden. Dan heb ik het bijvoorbeeld over het gebruik van data-analyses in lessen Aardrijkskunde. Of mediawijsheid: kinderen leren dat alles dat je post nooit meer weggaat. Nog een voorbeeld: onderwijs over nepnieuws, leren herkennen wat een deepfake is. Of gewoon de basisvaardigheden die je nodig hebt om met een computer overweg te kunnen. Er wordt wel gesproken over een herziening van het curriculum, maar het duurt met het huidige tempo nog veel te lang voor kinderen hier iets van merken. Dat is echt zonde, want je moet kinderen zo snel mogelijk goed voorbereiden op de toekomst. Digitale geletterdheid is noodzakelijk in zo’n beetje elk beroep dat ze later gaan uitoefenen, daar hoeven ze echt geen ICT’er voor te worden. Dus begin daarmee in het primair onderwijs, want als je niet digitaal vaardig bent, sta je met 1-0 achter op de arbeidsmarkt.”

Innovatieve ‘startups’ en ‘scale-ups’ worden ondersteund en het innovatiebeleid wordt gericht op de 3 grote transities: klimaat en energie, circulaire economie en digitalisering en sleuteltechnologieën.
“Hier kan ik het alleen maar heel erg mee eens zijn. Ze noemen dat in Europa ook wel de twin transition, waarbij duurzaamheid en digitalisering in één adem worden genoemd. We hebben als sector al heel lang de ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn, maar dat gaat alleen over ons. Ik denk dat de impact van de digitale transitie van andere sectoren op het klimaat nog veel groter is. Dan moet je denken slimme meters, efficiëntieverbeteringen, energieverbruik. Maar de overheid moet dit wel mogelijk maken. Als we bijvoorbeeld gebruik willen maken van smart grids, dan vraagt dat wel om een digitale infrastructuur die dat aankan. Gelukkig wordt dat ook uitgesproken in het coalitieakkoord: dat Nederland het digitale knooppunt van Europa moet worden en robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land krijgt. Want dat geldt voor alle hoofdlijnen: als de basisrandvoorwaarden niet op orde zijn, dan blijft het bij prachtige plannen, maar kan je het nooit groots uitrollen. En dat vraagt dus wel om investeringen. Put your money where your mouth is.”



 

Gesponsord