24 jun 2020
|
Levensstijl
Journalist: Marjon Kruize
Eigenlijk zou iedereen moeten bakken. Tenminste, dat vindt presentator, Meester Patissier en Meester Boulanger Robèrt van Beckhoven. “Het is gewoon erg leuk en je maakt mensen er echt blij mee. Het is altijd feest als de bakker is geweest.”
Robèrt van Beckhoven, presentator, Meester Patissier en Meester Boulanger
Toen de coronacrisis in Nederland zijn intrede deed werd het ineens een stuk rustiger in de bakkerij van Robèrt van Beckhoven. Normaal staat het er vol met cursisten die een les van Van Beckhoven en zijn team volgen, dagjesmensen die komen lunchen en mensen op rondreis die producten kopen om mee naar huis te nemen. “Nu mocht dat allemaal niet, maar dat betekende wel dat ik meer tijd had om zelf in de bakkerij te staan”, vertelt Van Beckhoven. “Ik heb allerlei nieuwe dingen bedacht en nieuwe producten uitgetest. Waaronder ook de anderhalve meter slof. Een aardbeienslof van anderhalve meter waarvoor we een speciale mal hebben moeten maken.”
Wanneer hem gevraagd wordt wat hem zo aantrekt in het bakken, heeft hij daar een simpel antwoord voor: “Iedereen vindt dat ‘ie het leukste beroep ter wereld heeft, maar ik heb het lekkerste beroep ter wereld.” Hij vindt het dan ook jammer dat de bakker zo vaak achter de schermen blijft. “Bakkers werken achter in de winkel en vaak zelfs ’s nachts. Terwijl we zulk mooi werk doen, ik vind dat we zelf in de etalage moeten staan. Dan kan je mensen echt uitleggen wat je doet en hen laten zien hoe mooi het vak is.”
Dat bakken leuk is lijkt inmiddels redelijk goed tot de thuischefs doorgedrongen te zijn. Programma’s als Heel Holland Bakt (waar Van Beckhoven jureert) zijn mateloos populair en de bananenbroden vliegen ons op Instagram om de oren. “Hartstikke leuk natuurlijk, maar dat bananenbrood gaat op een gegeven moment wel vervelen. Als je echt thuis wilt gaan bakken kan je het beste beginnen bij een goed boek, bij voorkeur een boek van een bakker. Daarin staan de juiste verhoudingen en de juiste receptuur.”
Ook goed materiaal en verse grondstoffen zijn volgens Van Beckhoven erg belangrijk. “Wij werken zo veel mogelijk met pure grondstoffen die natuurzuiver zijn. Hazelnoten koop ik bijvoorbeeld in Italië, omdat ze daar simpelweg lekkerder zijn. Maar we kopen wel rechtstreeks bij de boer en proberen de keten zo kort mogelijk te maken. Als je goede grondstoffen koopt smaakt je product gewoon veel beter. Je taart kan dan alsnog mislukken, maar de smaak is nog steeds goed, zelfs als het er iets minder mooi uitziet.” Qua materiaal moet je volgens Van Beckhoven vooral de basis op orde hebben. “Investeer bijvoorbeeld in een goeie spatel die niet smelt of afbreekt en zorg dat je een goede oven hebt.”
Voor een inzakkende cake heeft Van Beckhoven nog wel een tip. “Bakken doe je altijd met boven- en ondertemperatuur. Verwarm de oven altijd voor op een hogere temperatuur dan de temperatuur die in het recept staat. Als je het koude cakebeslag in de oven zet, zakt de oventemperatuur namelijk. Als er in je recept staat dat de cake op 180 graden in de oven moet, verwarm deze dan voor op 220 graden en zet hem terug naar 180 graden als je de cake erin zet. Dan kan het bijna niet fout gaan. En mocht dat nou wel het geval zijn, vraag de bakker dan om hulp. Goede bakkers hebben geen geheimen, die willen je juist helpen.”